Uitgaven aan R&D 4 procent hoger in 2018

Bedrijven, instellingen en het hoger onderwijs gaven in 2018 ongeveer 16,7 miljard euro uit aan Research en Development (R&D) met eigen en ingeleend personeel. Deze uitgaven waren nog niet eerder zo groot. Noord-Brabant is koploper op het gebied van private R&D-uitgaven. Dit blijkt uit nieuwe voorlopige cijfers van het CBS over R&D en uit de recent verschenen publicatie ICT, Kennis en Economie.

In 2018 zijn de uitgaven van bedrijven, instellingen en het hoger onderwijs aan R&D uitgevoerd met eigen en ingeleend personeel met ongeveer 4 procent gegroeid. De uitgaven van bedrijven namen ten opzichte van 2017 met 576 miljoen toe en kwamen uit op 11,2 miljard euro. Instellingen lieten, met 56 miljoen euro meer, een groei zien naar 968 miljoen euro. De uitgaven van het hoger onderwijs namen met 44 miljoen euro toe naar bijna 4,6 miljard.

De R&D-statistiek heeft een revisie ondergaan. Hierdoor zijn de R&D-indicatoren over de periode 2013-2018 veranderd ten opzichte van eerdere publicaties.

R&D-uitgaven in Nederland
JaarBedrijven (mld euro)Instellingen (mld euro)Hoger Onderwijs (mld euro)
20159,5150,9004,393
201610,0080,9234,304
2017*10,6540,9124,506
2018*11,2300,9684,550
*voorlopige cijfers

 
 
 
 
 
 
 
 

R&D-intensiteit Nederland stabiel

Door R&D-uitgaven af te zetten tegen het bruto binnenlands product kan de R&D-intensiteit worden berekend. Deze R&D-intensiteit kwam in 2018 uit op 2,16 procent. De R&D-intensiteit is daarmee 0,02 procentpunt lager dan in 2017, maar 0,01 procentpunt hoger dan in de jaren daarvoor.

Met een R&D-intensiteit van 2,16 procent in 2018 scoort Nederland iets boven het Europees gemiddelde van 2,11 procent. Zweden, Oostenrijk en België besteden een vergelijkbaar bedrag aan R&D als Nederland, maar door een lager bbp is de R&D-intensiteit in deze landen groter. Door een lager inwoneraantal liggen hun uitgaven per inwoner ook hoger. Het Verenigd Koninkrijk en Italië geven meer uit aan R&D, maar de R&D-intensiteit is in deze landen kleiner dan in Nederland. Ook Frankrijk geeft meer uit, maar de R&D-intensiteit in Frankrijk is vergelijkbaar met die van Nederland.

RD uitgaven0 500 1 000 1 500 2 000 % van het bbp R&D-uitgaven, absoluut, relatief en per inwoner, 2018 Bron: Eurostat. Noot: Grootte van de bol zijn de absolute R&D-uitgaven in miljoenen euro’s. D u i ts l a n d Fr a n k r ij k V e r e n i g d K o n i n k r ij k I t a li ë N e d e r l a n d Z w e d e n S p a n j e B e l g i ë O o s t e n r ij k D e n e m a r k e n F i n l a n d R o e m e n i ë 0 , 5 1,0 1 , 5 2,0 2 , 5 3,0 3 , 5 4,0 Euro per inwoner05001 0001 5002 000% van het bbpR&D-uitgaven, absoluut, relatief en per inwoner, 2018Bron: Eurostat.Noot: Grootte van de bol zijn de absolute R&D-uitgaven in miljoenen euro’s.DuitslandFrankrijkVerenigd KoninkrijkItaliëNederlandZwedenSpanjeBelgiëOostenrijkDenemarkenFinlandRoemenië0,51,01,52,02,53,03,54,0Euro per inwoner

Private R&D-uitgaven het hoogst in Noord-Brabant

Ruim 30 procent van de private R&D-uitgaven komt voor rekening van bedrijven in Noord-Brabant. Samen met bedrijven uit Noord-Holland zijn zij goed voor bijna de helft van de private uitgaven aan R&D in 2017. Zuid-Holland staat op de derde plek. Het is gebruikelijk om de private R&D-uitgaven af te zetten tegen het bbp, om inzicht te verkrijgen in de bijdrage aan de R&D-intensiteit die afkomstig is van de bedrijvensector. In Nederland was deze bijdrage 1,44 procent in 2017.

In de regio Zuidoost-Noord-Brabant, de regio rond Eindhoven, is de R&D-activiteit van bedrijven het grootst. Daar is ruim 2,4 miljard euro besteed aan R&D met eigen en ingeleend personeel. Binnen Noord-Holland is de regio Groot-Amsterdam dominant. Ongeveer 70 procent van R&D-activiteiten van bedrijven in Noord-Holland vindt in die regio plaats. Groot-Rijnmond en de agglomeratie ’s-Gravenhage zijn samen goed voor bijna de helft van de R&D-activiteiten van bedrijven in Zuid-Holland. In Zeeland en Drenthe zijn de R&D-uitgaven afgezet tegen het bruto regionaal product het laagst.

Private R&D-intensiteit, 2017*
ProvinciesR&D-intensiteit (%)
Groningen (PV)0,84
Friesland (PV)0,91
Drenthe (PV)0,69
Overijssel (PV)1,26
Flevoland (PV)0,93
Gelderland (PV)1,37
Utrecht (PV)1,12
Noord-Holland (PV)1,26
Zuid-Holland (PV)1,17
Zeeland (PV)0,59
Noord-Brabant (PV)2,99
Limburg (PV)1,27
*voorlopige cijfers