Dagelijks 13 doden door een val
Een accidentele val is een ongeval waarbij een persoon onopzettelijk valt, struikelt of uitglijdt. Vallen met een vervoermiddel (fiets, brom-/snorfiets of scootmobiel) zijn hier niet in begrepen, dit zijn vervoersongevallen. In 2018 kregen 5 863 inwoners van Nederland een dodelijk ongeval, van wie 8 op de 10 een accidentele val. Zij overleden binnen dertig dagen na de val aan de gevolgen hiervan.
Overledenen door accidentele val Jaar Mannen (x 1 000) Vrouwen (x 1 000) 2000 0,635 1,040 2001 0,769 1,315 2002 0,674 1,156 2003 0,731 1,226 2004 0,732 1,107 2005 0,806 1,155 2006 0,829 1,189 2007 0,835 1,184 2008 0,838 1,255 2009 0,918 1,299 2010 0,975 1,328 2011 0,989 1,431 2012 1,107 1,688 2013 1,208 1,676 2014 1,262 1,768 2015 1,418 2,068 2016 1,617 2,266 2017 1,623 2,409 2018 1,887 2,741
Vooral ouderen
Jaar | Mannen (x 1 000) | Vrouwen (x 1 000) |
---|---|---|
2000 | 0,635 | 1,040 |
2001 | 0,769 | 1,315 |
2002 | 0,674 | 1,156 |
2003 | 0,731 | 1,226 |
2004 | 0,732 | 1,107 |
2005 | 0,806 | 1,155 |
2006 | 0,829 | 1,189 |
2007 | 0,835 | 1,184 |
2008 | 0,838 | 1,255 |
2009 | 0,918 | 1,299 |
2010 | 0,975 | 1,328 |
2011 | 0,989 | 1,431 |
2012 | 1,107 | 1,688 |
2013 | 1,208 | 1,676 |
2014 | 1,262 | 1,768 |
2015 | 1,418 | 2,068 |
2016 | 1,617 | 2,266 |
2017 | 1,623 | 2,409 |
2018 | 1,887 | 2,741 |
Er overleden 1 887 mannen en 2 741 vrouwen door een accidentele val in 2018. De meesten waren tachtigplussers, 69 procent van de mannen en 84 procent van de vrouwen. Een kwart van de door een val overleden mannen en 43 procent van de vrouwen was negentig jaar of ouder.
Het aantal dodelijke vallen neemt ook het sterkst toe bij de negentigplussers. Tussen 2014 en 2018 is het aantal met 67 procent toegenomen, van 991 in 2014 tot 1 652 in 2018. Ook gecorrigeerd voor de veranderende leeftijdssamenstelling van de bevolking is de stijging het grootst bij deze groep.
Geslacht | Jonger dan 60 jaar | 60 tot 70 jaar | 70 tot 80 jaar | 80 tot 90 jaar | 90 jaar of ouder |
---|---|---|---|---|---|
Mannen | 98 | 155 | 340 | 821 | 473 |
Vrouwen | 45 | 84 | 300 | 1133 | 1179 |
Stijging niet alleen door vergrijzing
De toename van het aantal slachtoffers door een dodelijke val is niet alleen toe te schrijven aan de vergrijzing. Ook na correctie voor de veranderende leeftijdsopbouw van de bevolking (standaardisatie) is vooral in de laatste vier jaar bij zowel mannen als vrouwen een stijging te zien. In 2018 was het sterftecijfer door een val voor mannen 29 procent hoger dan in 2014, voor vrouwen 45 procent hoger.
Jaar | Mannen (per 100 duizend inwoners (gestandaardiseerd)) | Vrouwen (per 100 duizend inwoners (gestandaardiseerd)) |
---|---|---|
1980 | 15,7 | 32,9 |
1981 | 17,3 | 31,0 |
1982 | 15,4 | 29,3 |
1983 | 14,8 | 25,9 |
1984 | 14,9 | 25,2 |
1985 | 14,4 | 22,5 |
1986 | 13,8 | 22,3 |
1987 | 13,6 | 21,8 |
1988 | 13,9 | 20,6 |
1989 | 15,1 | 22,5 |
1990 | 14,0 | 21,2 |
1991 | 13,8 | 21,8 |
1992 | 12,7 | 20,7 |
1993 | 12,8 | 19,0 |
1994 | 12,3 | 19,5 |
1995 | 12,8 | 18,3 |
1996 | 13,0 | 18,3 |
1997 | 12,4 | 17,1 |
1998 | 12,1 | 16,7 |
1999 | 12,6 | 19,5 |
2000 | 13,1 | 17,3 |
2001 | 15,5 | 21,7 |
2002 | 13,6 | 18,6 |
2003 | 14,1 | 19,6 |
2004 | 13,9 | 17,5 |
2005 | 14,9 | 17,7 |
2006 | 15,0 | 17,9 |
2007 | 14,5 | 17,3 |
2008 | 14,3 | 17,9 |
2009 | 15,0 | 18,1 |
2010 | 15,4 | 18,0 |
2011 | 15,0 | 18,9 |
2012 | 16,1 | 21,7 |
2013 | 17,0 | 21,2 |
2014 | 17,1 | 21,8 |
2015 | 18,5 | 25,0 |
2016 | 20,3 | 26,9 |
2017 | 19,7 | 28,2 |
2018 | 22,1 | 31,6 |
Ook steeds meer doden door late gevolgen van val
In 2018 overleden 714 inwoners van Nederland door een laat gevolg van een val, van wie 60 procent bij de val een heup had gebroken. Deze personen zijn meer dan dertig dagen na de val aan complicaties overleden (en niet inbegrepen bij de 4 628 overledenen door accidentele val). In tien jaar is het aantal overledenen door een laat gevolg van een val bijna verdubbeld.
Meer oudere vrouwen dan mannen in ziekenhuis na val
Het jaarlijks aantal ziekenhuisopnamen na een accidentele val schommelt tussen de 66 duizend en 70 duizend (2013-2017). Er is geen duidelijke toe- of afname in deze jaren. Bij 4 op de 10 klinische opnamen na een val is de patiënt tachtig jaar of ouder, en er belanden meer vrouwen dan mannen in het ziekenhuis. In 2017 belandden van elke 100 duizend vrouwen van tachtig jaar of ouder 3 693 na een val in het ziekenhuis, bij mannen lag dat getal op 2 487.
Leeftijd | 2017 (per 100 duizend inwoners) | 2015 (per 100 duizend inwoners) | 2013 (per 100 duizend inwoners) |
---|---|---|---|
Mannen, 65 tot 80 jaar | 596 | 573 | 528 |
Vrouwen, 65 tot 80 jaar | 820 | 836 | 832 |
Mannen, 80 jaar of ouder | 2487 | 2437 | 2243 |
Vrouwen, 80 jaar of ouder | 3693 | 3874 | 3678 |
Bij ongeveer de helft van de ziekenhuisopnamen is bekend hoe men is gevallen. Bij tachtigplussers is dat dan meestal uitglijden of struikelen, daarna komen een val uit bed en een val van de trap het meest voor. Vrouwen worden vaker opgenomen na uitglijden of struikelen dan mannen, in 2017 bijna twee keer zo vaak.
Tijdens een klinische ziekenhuisopname na een accidentele val overleed in 2017 10,4 procent van de mannen en 5,3 procent van de vrouwen van 85 jaar of ouder.
Bronnen
- StatLine - Overledenen door accidentele val
- StatLine - Ziekenhuisopnamen na accidentele val
- StatLine - Ziekenhuisopnamen na accidentele val, type val
- StatLine - Sterfte tijdens ziekenhuisopnamen na accidentele val
Relevante links
- Nieuwsbericht - Meer ouderen in ziekenhuis met hoofdletsel
- StatLine - Overledenen door accidentele val, regionaal
- StatLine - Ziekenhuisopnamen na accidentele val, regionaal