Minder gezinnen met kinderen verhuisd

© Hollandse Hoogte / Richard Brocken
In de eerste helft van 2019 verhuisden vrijwel evenveel mensen als in dezelfde periode een jaar eerder. Er verhuisden minder gezinnen met kinderen, maar meer jonge ongehuwd samenwonende stellen. Het aantal verhuisde personen ligt nog steeds op een hoog niveau. Dat meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.

Nadat er vanaf 2014 elk jaar meer mensen verhuisden, was er in 2018 een daling van 5 procent. In het eerste halfjaar van 2019 lag het aantal verhuisde personen met 864 duizend op vrijwel hetzelfde niveau als een jaar eerder. In 2017 verhuisde in het eerste halfjaar een recordaantal van 912 duizend mensen. In de tweede helft van een jaar wordt er doorgaans meer verhuisd dan in de eerste helft.

Verhuisde personen
Jaar1e halfjaar (x 1 000)2e halfjaar (x 1 000)
2010710,8751,5
2011702,1757,0
2012725,3753,5
2013695,9777,2
2014736,6826,7
2015785,2894,5
2016834,3957,1
2017911,8965,3
2018870,9914,2
2019864,0

Meer jonge samenwoners zonder kinderen verhuisd

In het eerste halfjaar verhuisden 6 procent meer jonge ongehuwd samenwonende stellen dan een jaar eerder. In de jaren daarvoor daalde het aantal verhuizers in deze groep, net als bij de gezinnen met kinderen. Bij de gezinnen met kinderen zette de daling in het eerste halfjaar juist door. Tussen 2014 en 2017 wisselden juist relatief veel gezinnen van woning.

Ontwikkeling verhuisde personen
PeriodeEenpersoonshuishouden (% verandering t.o.v. een jaar eerder)Niet-gehuwd stel zonder kinderen (% verandering t.o.v. een jaar eerder)Gehuwd stel zonder kinderen (% verandering t.o.v. een jaar eerder)Niet-gehuwd stel met kinderen (% verandering t.o.v. een jaar eerder)Gehuwd stel met kinderen (% verandering t.o.v. een jaar eerder)Eenouderhuishouden (% verandering t.o.v. een jaar eerder)
2017, 1e halfjaar4,95,317,614,415,12,1
2017, 2e halfjaar1,0-1,75,26,64,7-0,9
2018, 1e halfjaar-0,9-8,1-2,4-5,0-5,2-0,7
2018, 2e halfjaar-1,2-6,8-1,5-9,2-8,0-4,2
2019, 1e halfjaar1,46,3-1,5-4,2-3,11,0

Minder jonge gezinnen met verhuiswens in 2018

In het driejaarlijkse WoonOnderzoek Nederland (WoON) zei 7 procent van de huishoudens in 2018 dat ze binnen twee jaar beslist wilden verhuizen. Dat is iets lager dan in 2015, toen 8 procent van alle huishoudens een besliste verhuiswens had. Bij de jonge gezinnen (18 tot 35 jaar) met kinderen was deze daling sterker: 11 procent zei dat ze beslist willen verhuizen, in 2015 was dat nog 14 procent. De totale verhuisgeneigdheid is in deze groep tevens het meest gedaald ten opzichte van 2015. In 2018 wilde 37 procent van de jonge gezinnen met kinderen binnen twee jaar beslist of eventueel verhuizen, of wilde wel verhuizen maar kon niets vinden. In 2015 was dat nog 41 procent.

Wil binnen twee jaar verhuizen
Groep2018 (% huishoudens)2015 (% huishoudens)2012 (% huishoudens)
Stel (18 tot 35 jaar) zonder kinderen50,951,641,6
Stel (35 tot 65 jaar) zonder kinderen29,028,520,9
Stel (18 tot 35 jaar) met kinderen36,540,932,5
Stel (35 tot 65 jaar) met kinderen28,827,419,4

Meer verhuisd in of vanuit Amsterdam

Van de vier grote steden zijn in het eerste halfjaar van 2019 alleen in Amsterdam meer jonge gezinnen met kinderen verhuisd, binnen de stad of naar een andere gemeente, dan een jaar eerder. In die stad steeg ook het aantal verhuizende jonge samenwoners zonder kinderen sterker dan in Rotterdam, Utrecht en Den Haag.

De verhuisgeneigdheid van jonge gezinnen met kinderen was in 2018 wat lager dan in 2015. In de vier grote steden wilde de helft van hen binnen twee jaar verhuizen, in de rest van Nederland was dat 30 procent. Stellen zonder kinderen die in een van de vier grote steden woonden, hebben met 64 procent het vaakst een verhuiswens, net zo veel als in 2015.

Stellen (18 tot 35 jaar) die binnen twee jaar willen verhuizen
Groep2018 (%)2015 (%)2012 (%)
Geen kinderen, 4 grote steden64,564,452,3
Geen kinderen, overig46,547,939,0
Met kinderen, 4 grote steden50,154,048,9
Met kinderen, overig34,438,830,0