Met twee vragen wordt vastgesteld hoe vaak een werknemer, naar eigen zeggen, diverse soorten gevaarlijk werk verricht. De eerste vraag brengt in kaart of en aan welke gevaren een werknemer, wordt blootgesteld. Binnen de NEA is een keuze gemaakt voor enkele clusters van gevaarsituaties, zoals
deze ook vaak in risico-inventarisaties en -evaluaties worden onderscheiden. De tweede vraag gaat in op de frequentie van de blootstelling. Het cijfer in dit bericht betreft het percentage werknemers dat bij minimaal 1 van de 10 vragen over gevaarlijk werk aangeeft dat zij vaak of altijd gevaarlijk werk moeten doen.
Terug naar artikel