Gokbranche groeit gestaag
Jaren | Totaal economie (bbp) (2015=100) | Loterijen en kansspelen (2015=100) |
---|---|---|
2015 | 100 | 100 |
2016 | 102 | 105,4 |
2017 | 105 | 106,3 |
2018* | 107,7 | 109 |
*voorlopige cijfers |
Hogere spelopbrengst, meer kansspelbelasting
Dat gokken populairder is geworden, blijkt uit de groei van de consumptie met bijna 12 procent tot 2,5 miljard euro in de periode 2015–2018. Consumptie bestaat uit gokinzet minus gewonnen prijzen. De afgelopen jaren gaat steeds meer geld om in de branche loterijen en kansspelen. De productiewaarde steeg in de periode 2015–2018 met ruim 11 procent tot iets meer dan 2 miljard euro. Productiewaarde betekent in de gokbranche hetzelfde als spelopbrengst. Die resulteert uit omzet, minus uitgekeerde prijzen en kansspelbelasting. Het bedrag dat resteert is in feite wat het casino of de eigenaar van de speelautomaat eraan verdient.
Perioden | Loterijen en kansspelen (mln euro) |
---|---|
2015 | 1854 |
2016 | 1957 |
2017 | 2009 |
2018* | 2059 |
*voorlopig cijfer |
De groei van de gokbranche is deels af te leiden uit de toename van de ontvangst van kansspelbelasting door de overheid. Deze belasting die door casino's en de winnaars van prijzen in loterijen wordt betaald, was in 2018 ruim zeven keer zo groot als in 1995. Daarbij spelen twee fiscale wijzigingen. Ten eerste is het algemene tarief voor bruto uitgekeerde prijzen op 1 januari 2006 verhoogd van 25 procent naar 29 procent. Op 1 januari 2018 is het tarief verhoogd tot 30,1 procent. Ten tweede valt met ingang van juli 2008 ook de bruto-spelopbrengst (omzet minus uitgekeerde prijzen) van gokautomaten onder de kansspelbelasting.
Jaren | Kansspelbelasting (mln euro) |
---|---|
1995 | 73 |
1996 | 92 |
1997 | 99 |
1998 | 110 |
1999 | 130 |
2000 | 126 |
2001 | 151 |
2002 | 162 |
2003 | 182 |
2004 | 162 |
2005 | 184 |
2006 | 196 |
2007 | 247 |
2008 | 333 |
2009 | 444 |
2010 | 442 |
2011 | 475 |
2012 | 459 |
2013 | 477 |
2014 | 440 |
2015 | 476 |
2016 | 480 |
2017 | 470 |
2018* | 529 |
*voorlopig cijfer |
Illegaal gokken: 9 procent van de spelopbrengst
Gokken op internet wordt legaal in Nederland. De Eerste Kamer stemde in februari dit jaar in met een wetsvoorstel om dit mogelijk te maken. Naar verwachting zal deze wet in de loop van 2020 in werking treden. Tot dat moment is online gokken verboden in Nederland.
Volgens de meest recente cijfers uit 2015 was met illegaal gokken een spelopbrengst van 170 miljoen euro gemoeid, 9 procent van de totale spelopbrengst van loterijen en kansspelen. Illegaal gokken leverde in dat jaar een toegevoegde waarde van 151 miljoen euro op. De legale tak is ongeveer zeven keer zo groot. Voorbeelden van illegale kansspelen zijn casinospelen op internet, live poker en wedden op sportwedstrijden via internet.
Werkgelegenheid trekt aan
Eind 2017 omvatte de bedrijfstak loterijen en kansspelen ongeveer 8,3 duizend banen. Dit is een toename van ongeveer 11 procent ten opzichte van 2014, maar nog altijd lager dan het aantal banen bij gokbedrijven in december 2010 (8,9 duizend). De bijdrage van de loterijen en kansspelen aan de werkgelegenheid bleef stabiel in de periode 2010–2017 op ongeveer 0,1 procent.
Jaren | Banen van werknemers loterijen en en kansspelen (x 1 000) |
---|---|
2010 | 8,9 |
2011 | 8,7 |
2012 | 8,5 |
2013 | 7,8 |
2014 | 7,5 |
2015 | 7,6 |
2016 | 7,9 |
2017* | 8,3 |
*voorlopig cijfer |
Kwart vestigingen gokbedrijven in Zuid-Holland
De bedrijfstak loterijen en kansspelen is in het tweede kwartaal van dit jaar gekrompen tot 410 bedrijven. In datzelfde kwartaal in 2007 waren er nog 540 bedrijven in deze branche. Op 1 januari 2019 behoorden 655 vestigingen tot deze bedrijven. Het overgrote deel (94 procent) betreft gokhallen. Bijna een kwart van de gokbedrijven is te vinden in Zuid-Holland, tevens de provincie met het hoogste aandeel inwoners begin 2019: 21 procent. Daarna volgen Noord-Holland en Noord-Brabant. Bedrijven in loterijen en kanspelen komen het minst voor in Zeeland en Flevoland (ruim 2 procent).
Provincienaam | Vestigingen (%) |
---|---|
Zuid-Holland | 24,6 |
Noord-Holland | 19,2 |
Noord-Brabant | 13,1 |
Gelderland | 9,2 |
Limburg | 9,2 |
Utrecht | 5,4 |
Overijssel | 4,6 |
Groningen | 3,8 |
Friesland | 3,1 |
Drenthe | 3,1 |
Flevoland | 2,3 |
Zeeland | 2,3 |
*voorlopige cijfers |
Bronnen
- StatLine – Productie- en inkomenscomponenten bbp; bedrijfstak; nationale rekeningen
- StatLine – Aanbod en gebruik; productgroepen, nationale rekeningen
- StatLine – Overheid; ontvangen belastingen en wettelijke premies
- StatLine – Banen van werknemers; bedrijfsgrootte en economische activiteit (SBI2008)
- StatLine – Bedrijven; bedrijfstak
- StatLine – Vestigingen van bedrijven; bedrijfstak, regio
- Kansspelautoriteit - Wet Kansspelen
- Rijksoverheid - Online kansspelen veiliger dankzij nieuwe wetgeving
Relevante links
- Publicatie - Bruto Nationaal inkomen methodologie volgens ESA 2010
- Publicatie - De Nederlandse economie 2018