Bijna 92 procent geslaagden in 2018
In 2018 deden bijna 200 duizend leerlingen van vwo, havo en vmbo eindexamen. Ruim 183 duizend examenkandidaten haalden hun diploma.
jaar | Vmbo-b (%) | Vmbo-k (%) | Vmbo-g (%) | Vmbo-t (%) | Havo (%) | Vwo (%) |
---|---|---|---|---|---|---|
'13/'14 | 97 | 95 | 92 | 94 | 88 | 90 |
'14/'15 | 97 | 95 | 93 | 95 | 87 | 92 |
'15/'16 | 98 | 96 | 92 | 94 | 89 | 91 |
'16/'17 | 98 | 96 | 90 | 93 | 87 | 91 |
'17/'18* | 98 | 95 | 90 | 93 | 88 | 92 |
* voorlopige cijfers |
Hoogste percentage geslaagden op het vmbo-b
Examenkandidaten in de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo (vmbo-b) haalden het vaakst een diploma: 98 procent slaagde voor het examen. Het slagingspercentage bij de kaderberoepsgerichte leerweg (vmbo-k) was 95, bij de gemengde leerweg (vmbo-g) 90 en bij de theoretische leerweg (vmbo-t) 93. Van de havo-examenkandidaten haalde 88 procent een diploma, van de vwo’ers 92 procent.
Vwo’ers hoogste gemiddelde eindcijfer
De ruim 35 duizend vwo-geslaagden haalden met een 6,8 het hoogste gemiddelde eindcijfer op het diploma. Dit is het gemiddelde cijfer van de diplomavakken waarvoor op de cijferlijst een cijfer staat. Op de havo en het vmbo was het eindcijfer gemiddeld een 6,6.
Meeste geslaagde vmbo’ers naar het mbo
Van de bijna 54 duizend vmbo-b/k/g-gediplomeerden uit het schooljaar 2017/’18 volgde 93 tot 98 procent in het schooljaar 2018/’19 een mbo-opleiding. Van de 46 duizend geslaagden met een vmbo-t-diploma ging 81 procent naar het mbo en 17 procent naar de havo. Een vmbo-diploma geeft nog geen startkwalificatie. Daarnaast zijn de meeste vmbo’ers bij het afronden van hun opleiding nog geen 18 jaar. Dit betekent dat zij verplicht zijn nog een opleiding te volgen.
1 op de 6 stroomt uit onderwijs na havo en vwo
Na het afronden van de havo ging drie kwart van de geslaagden het volgende schooljaar naar het hoger beroepsonderwijs (hbo), 5 procent koos het vwo als vervolgopleiding en 16 procent volgde een jaar later geen onderwijs. Drie kwart van de gediplomeerden op het vwo koos voor het wetenschappelijk onderwijs (wo), 9 procent voor het hbo. 17 procent van de vwo’ers verliet het onderwijs. Uit eerder onderzoek onder havo- en vwo-geslaagden uit schooljaar 2009/’10 bleek dat 81 procent van degenen die een jaar later geen onderwijs volgden binnen vijf jaar weer in het onderwijs terugkeerde. De meeste uitstromers (66 procent) van dat schooljaar volgden, na één (tussen)jaar, in 2011/’12 weer een opleiding.
Onderwijspositie basisjaar | Voortgezet onderwijs (%) | Mbo (%) | Hbo (%) | Wo (%) | Niet in onderwijs (%) | Overig (%) |
---|---|---|---|---|---|---|
Vmbo-b | 3,0 | 94,1 | 0,0 | 0,0 | 2,9 | 0,0 |
Vmbo-k | 0,4 | 97,6 | 0,0 | 0,0 | 1,9 | 0,1 |
Vmbo-g | 5,4 | 92,9 | 0,0 | 0,0 | 1,6 | 0,1 |
Vmbo-t | 16,8 | 80,9 | 0,0 | 0,0 | 1,9 | 0,4 |
Havo | 4,9 | 2,9 | 74,6 | 0,0 | 16,4 | 1,2 |
Vwo | 0,1 | 8,9 | 73,5 | 17,1 | 0,4 |
Bronnen
- StatLine - Vo examenkandidaten en gediplomeerden
- StatLine - Vo door- en uitstroom
- Statistische Trends - ‘Geslaagd! Profielen, vakken en cijfers van geslaagden in vwo, havo en vmbo-t’
- Statistische Trends - De kenmerken van schoolverlaters en hun arbeidspositie vijf jaar later