Minder bijstandsontvangers, vooral onder jongeren
Groep x-as label | X-as label | Aantal personen (verandering t.o.v. een jaar eerder (x 1 000)) |
---|---|---|
2014 | 1e kwartaal | 30 |
2014 | 2e kwartaal | 28 |
2014 | 3e kwartaal | 24 |
2014 | 4e kwartaal | 21 |
2015 | 1e kwartaal | 17 |
2015 | 2e kwartaal | 13 |
2015 | 3e kwartaal | 13 |
2015 | 4e kwartaal | 15 |
2016 | 1e kwartaal | 17 |
2016 | 2e kwartaal | 18 |
2016 | 3e kwartaal | 18 |
2016 | 4e kwartaal | 16 |
2017 | 1e kwartaal | 13 |
2017 | 2e kwartaal | 8 |
2017 | 3e kwartaal | 1 |
2017 | 4e kwartaal | -8 |
2018 | 1e kwartaal | -16 |
2018 | 2e kwartaal | -20 |
2018 | 3e kwartaal | -24 |
2018 | 4e kwartaal | -24 |
2019 | 1e kwartaal | -25 |
1)tot de AOW-leeftijd |
Voor het vijfde kwartaal op rij is het aantal bijstandsontvangers tot 27 jaar relatief het sterkst afgenomen. Eind maart 2019 was deze groep ruim 14 procent kleiner dan een jaar eerder. Dat komt neer op een daling van bijna 7 duizend personen. Het aantal 27- tot 45-jarigen in de bijstand daalde in dezelfde periode met circa 17 duizend, of 10 procent.
Duidelijk minder is de daling van het aantal bijstandsontvangers onder 45-plussers. Deze groep kromp met 2 duizend personen, iets minder dan 1 procent. Door de jaarlijkse verhoging van de AOW-gerechtigde leeftijd stromen de oudsten uit deze groep later uit dan hun leeftijdgenoten een jaar eerder. Bij een jaar-op-jaarvergelijking leidt dat tot een kleinere uitstroom. Per 1 januari 2019 is de AOW-leeftijd met vier maanden verhoogd tot 66 jaar en vier maanden.
Groep x-as label | X-as label | 45 jaar tot AOW-leeftijd (verandering t.o.v. jaar eerder (x 1 000)) | 27 tot 45 jaar (verandering t.o.v. jaar eerder (x 1 000)) | Jonger dan 27 jaar (verandering t.o.v. jaar eerder (x 1 000)) |
---|---|---|---|---|
2014 | 1e kwartaal | 12,5 | 15,1 | 2,4 |
2014 | 2e kwartaal | 12,8 | 13,4 | 1,5 |
2014 | 3e kwartaal | 12,5 | 10,8 | 0,7 |
2014 | 4e kwartaal | 12 | 8,5 | 0,2 |
2015 | 1e kwartaal | 11,8 | 4,9 | -0,2 |
2015 | 2e kwartaal | 10,5 | 2,2 | -0,2 |
2015 | 3e kwartaal | 10,2 | 0,8 | 2,3 |
2015 | 4e kwartaal | 10,3 | 0,9 | 3,8 |
2016 | 1e kwartaal | 11 | 1,5 | 4,1 |
2016 | 2e kwartaal | 10,9 | 1,5 | 5,2 |
2016 | 3e kwartaal | 10,4 | 1,7 | 6,2 |
2016 | 4e kwartaal | 9,4 | 0,3 | 6,1 |
2017 | 1e kwartaal | 8,7 | -1 | 5,4 |
2017 | 2e kwartaal | 7,2 | -3,1 | 3,8 |
2017 | 3e kwartaal | 5,8 | -6,1 | 1,3 |
2017 | 4e kwartaal | 3,6 | -9,6 | -1,7 |
2018 | 1e kwartaal | 1,6 | -13,2 | -4,6 |
2018 | 2e kwartaal | 0,1 | -14,7 | -5,6 |
2018 | 3e kwartaal | -1,3 | -15,6 | -6,5 |
2018 | 4e kwartaal | -1,7 | -16,2 | -6,5 |
2019 | 1e kwartaal | -2,2 | -16,6 | -6,6 |
Minder bijstandsgerechtigden ongeacht migratieachtergrond
Voor het vijfde kwartaal op rij zijn er ten opzichte van een jaar eerder zowel minder bijstandsontvangers met een Nederlandse achtergrond als met een migratieachtergrond. Onder personen met een niet-westerse migratieachtergrond was de daling van het aantal bijstandsontvangers tussen eind maart 2018 en eind maart 2019 het grootst. Het ging om 12 duizend personen. Het aantal bijstandsontvangers met een Nederlandse achtergrond daalde met bijna 11 duizend personen. Bij personen met een westerse migratieachtergrond was de afname minder dan 3 duizend. In aantal was de daling in deze laatste groep aanzienlijk kleiner, maar relatief is de afname in de drie groepen vergelijkbaar, tussen 5,2 procent en 6,3 procent.
Jaar | kwartaal | Nederlandse achtergrond (verandering t.o.v. jaar eerder (x 1 000)) | Westerse migratieachtergrond (verandering t.o.v. jaar eerder (x 1 000)) | Niet-westerse migratieachtergrond (verandering t.o.v. jaar eerder (x 1 000)) |
---|---|---|---|---|
2014 | 1e kwartaal | 13,6 | 3,5 | 13 |
2014 | 2e kwartaal | 11,7 | 3 | 13 |
2014 | 3e kwartaal | 9,4 | 2,4 | 12,2 |
2014 | 4e kwartaal | 7 | 1,8 | 12 |
2015 | 1e kwartaal | 3,9 | 1 | 11,6 |
2015 | 2e kwartaal | 1,6 | 0,4 | 10,6 |
2015 | 3e kwartaal | 0,9 | 0,3 | 12 |
2015 | 4e kwartaal | 0,6 | 0,1 | 14,2 |
2016 | 1e kwartaal | 1 | -0,1 | 15,6 |
2016 | 2e kwartaal | 0,5 | -0,2 | 17,4 |
2016 | 3e kwartaal | 0,1 | -0,5 | 18,7 |
2016 | 4e kwartaal | -1,7 | -0,9 | 18,5 |
2017 | 1e kwartaal | -3,2 | -1,4 | 17,7 |
2017 | 2e kwartaal | -4,4 | -1,7 | 14 |
2017 | 3e kwartaal | -5,8 | -1,9 | 8,9 |
2017 | 4e kwartaal | -7,9 | -2,4 | 2,7 |
2018 | 1e kwartaal | -10,1 | -2,9 | -3,2 |
2018 | 2e kwartaal | -11,1 | -2,9 | -6,4 |
2018 | 3e kwartaal | -11,2 | -2,8 | -9,6 |
2018 | 4e kwartaal | -10,9 | -2,6 | -10,9 |
2019 | 1e kwartaal | -10,9 | -2,7 | -12 |
1)tot de AOW-leeftijd |
Ook grotere uitstroom van personen uit recente immigratielanden
De verandering van het aantal bijstandsontvangers is de uitkomst van een proces van instroom en uitstroom. In 2018 stroomden meer personen de bijstand uit dan in. Dit gaat ook op voor personen die zijn geboren in immigratielanden als Syrië, Eritrea en Somalië. In 2018 verlieten 9,1 duizend Syriërs de bijstand, tegenover een instroom van 7,4 duizend. Verreweg de grootste veranderingen komen van de bijstandsontvangers die in Nederland zijn geboren. Van hen stroomden bijna 63 duizend de bijstand uit en 53 duizend erin.
Geboorteland | Instroom (x 1 000) | Uitstroom (x 1 000) |
---|---|---|
Nederland | 53,0 | 62,6 |
Syrië | 7,4 | 9,1 |
Irak | 2,1 | 2,4 |
Afghanistan | 1,5 | 1,6 |
Eritrea | 1,8 | 2,4 |
Somalië | 1,4 | 2,3 |
Overige landen | 28,6 | 33,2 |
1)tot de AOW-leeftijd |
De uitkomsten in het nieuwsbericht hebben betrekking op het aantal personen tot de AOW-gerechtigde leeftijd met een bijstandsuitkering in het kader van de Participatiewet. In 2019 is de AOW-gerechtigde leeftijd 66 jaar en vier maanden, in 2018 was deze precies 66 jaar.
Bijstand wordt verleend aan huishoudens. Dit kunnen alleenstaanden zijn of paren, met of zonder kinderen. Ingeval bijstand wordt verstrekt aan een paar, worden beide partners apart meegeteld als bijstandsgerechtigden.
De in- en uitstroomcijfers zijn exclusief bijstandsontvangers van de AOW-gerechtigde leeftijd. Doorgaans wordt een bijstandsuitkering beëindigd bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd. Deze uitstroom is niet meegeteld.
Bronnen
- StatLine - Personen met bijstand