Aardgasbaten uit gaswinning bijna 417 miljard euro

28-5-2019 00:00

Op 29 mei 1959 werd het grootste aardgasveld van Europa ontdekt bij Slochteren. Met deze vondst werd aardgas zeer belangrijk voor de Nederlandse energievoorziening. Midden jaren zeventig bestond ongeveer de helft van de energievoorziening uit aardgas. In 60 jaar is ruim 80 procent van dit grote gasveld opgebruikt. De aardgasbaten voor de overheid van gaswinning bedroegen in deze periode bijna 417 miljard euro. Dit blijkt uit cijfers van het CBS.

[video: https://www.cbs.nl/nl-nl/video/184be96005b647e29c134600f21b03ad]

Sinds 1965 bedroegen de aardgasbaten van de overheid in totaal 416,8 miljard euro (uitgedrukt in prijzen van 2018). Ter vergelijking: de overheidsinkomsten bedroegen 337 miljard euro in 2018. De aardgasbaten fluctueerden vooral als gevolg van schommelingen in de aardgasprijs.

Aardgasbaten overheid¹⁾
Perioden	Overheid (mld euro (cumulatief))
1965	0
1966	0,1
1967	0,2
1968	0,5
1969	1,4
1970	2,6
1971	4,2
1972	6,2
1973	8,8
1974	12,6
1975	19,1
1976	27,6
1977	37,1
1978	46
1979	55,7
1980	68,4
1981	85
1982	101
1983	116,6
1984	134
1985	153,4
1986	166,1
1987	173,2
1988	178,2
1989	183,2
1990	189,2
1991	197,1
1992	203,5
1993	209,4
1994	214,3
1995	219,9
1996	226,3
1997	232,4
1998	237,2
1999	240,8
2000	246,8
2001	255
2002	261,5
2003	268,7
2004	276,7
2005	285,5
2006	297,6
2007	308,5
2008	325
2009	336,3
2010	347,8
2011	360,7
2012	376,2
2013	392,3
2014	403,2
2015	408,7
2016	411,4
2017*	414,3
2018*	416,8
Bron: CBS, ministerie van EZ
¹⁾Aardgasbaten zijn omgerekend naar het prijsniveau van 2018. *voorlopige cijfers

Aardgasbaten overheid¹⁾
Perioden	Overheid (mld euro (cumulatief))
1965	0
1966	0,1
1967	0,2
1968	0,5
1969	1,4
1970	2,6
1971	4,2
1972	6,2
1973	8,8
1974	12,6
1975	19,1
1976	27,6
1977	37,1
1978	46
1979	55,7
1980	68,4
1981	85
1982	101
1983	116,6
1984	134
1985	153,4
1986	166,1
1987	173,2
1988	178,2
1989	183,2
1990	189,2
1991	197,1
1992	203,5
1993	209,4
1994	214,3
1995	219,9
1996	226,3
1997	232,4
1998	237,2
1999	240,8
2000	246,8
2001	255
2002	261,5
2003	268,7
2004	276,7
2005	285,5
2006	297,6
2007	308,5
2008	325
2009	336,3
2010	347,8
2011	360,7
2012	376,2
2013	392,3
2014	403,2
2015	408,7
2016	411,4
2017*	414,3
2018*	416,8
Bron: CBS, ministerie van EZ
¹⁾Aardgasbaten zijn omgerekend naar het prijsniveau van 2018. *voorlopige cijfers

Toegevoegde waarde delfstoffenwinning bijna duizend miljard euro

Naast de aardgasbaten had de Nederlandse economie ook profijt van de bedrijfstak delfstoffenwinning. Het merendeel van de delfstoffenwinning bestaat uit winning van gas. Sinds 1969 genereerde deze bedrijfstak een toegevoegde waarde van bijna duizend miljard euro (uitgedrukt in prijzen van 2018).

Toegevoegde waarde delfstoffenwinning
Perioden	Voor revisie, prijsniveau 2010 (mld euro)	Na revisie, prijsniveau 2015 (mld euro)
1969	11,9
1970	14,5
1971	17,3
1972	20,4
1973	21,5
1974	23,2
1975	25,1
1976	26,2
1977	26,4
1978	24,1
1979	24,7
1980	23,4
1981	21,6
1982	18,4
1983	19,8
1984	19,9
1985	21
1986	19,7
1987	19,2
1988	17,2
1989	18,5
1990	18,1
1991	20
1992	19,9
1993	20,1
1994	19,6
1995	19,4	19,8
1996		22,5
1997		20,1
1998		19,3
1999		18,3
2000		17,1
2001		17,6
2002		17,8
2003		17,6
2004		19,2
2005		15,9
2006		15,6
2007		15,1
2008		16,6
2009		15,2
2010		17,6
2011		16,2
2012		15,9
2013		17,2
2014		14,8
2015		12,6
2016*		11,5
2017*		9,9
2018*		8,4
*voorlopige cijfers

Toegevoegde waarde delfstoffenwinning
Perioden	Voor revisie, prijsniveau 2010 (mld euro)	Na revisie, prijsniveau 2015 (mld euro)
1969	11,9
1970	14,5
1971	17,3
1972	20,4
1973	21,5
1974	23,2
1975	25,1
1976	26,2
1977	26,4
1978	24,1
1979	24,7
1980	23,4
1981	21,6
1982	18,4
1983	19,8
1984	19,9
1985	21
1986	19,7
1987	19,2
1988	17,2
1989	18,5
1990	18,1
1991	20
1992	19,9
1993	20,1
1994	19,6
1995	19,4	19,8
1996		22,5
1997		20,1
1998		19,3
1999		18,3
2000		17,1
2001		17,6
2002		17,8
2003		17,6
2004		19,2
2005		15,9
2006		15,6
2007		15,1
2008		16,6
2009		15,2
2010		17,6
2011		16,2
2012		15,9
2013		17,2
2014		14,8
2015		12,6
2016*		11,5
2017*		9,9
2018*		8,4
*voorlopige cijfers

De toegevoegde waarde van alle bedrijfstakken, plus het saldo van productgebonden belastingen en subsidies, vormt het bruto binnenlands product (bbp), een indicator voor de omvang van de Nederlandse economie. In de jaren 1975-1985 groeide het aandeel van de toegevoegde waarde van de delfstoffenwinning in het bbp van 3,4 naar 6,9 procent. Na 1987 kwam het aandeel niet meer boven de 4 procent uit.

Aandeel delfstoffenwinning in bbp
Perioden	Voor revisie (%)	Na revisie (%)
1969	1,6
1970	1,8
1971	1,9
1972	2,0
1973	1,9
1974	2,2
1975	3,4
1976	3,9
1977	4,1
1978	3,6
1979	3,8
1980	4,6
1981	5,8
1982	5,7
1983	5,8
1984	6,2
1985	6,9
1986	4,2
1987	2,6
1988	2,3
1989	2,3
1990	2,7
1991	3,0
1992	2,5
1993	2,3
1994	2,2
1995	2,2	2,2
1996		2,5
1997		2,2
1998		1,9
1999		1,5
2000		2,0
2001		2,4
2002		2,1
2003		2,1
2004		2,2
2005		2,3
2006		2,8
2007		2,6
2008		3,3
2009		2,6
2010		2,7
2011		2,9
2012		3,3
2013		3,4
2014		2,5
2015		1,9
2016*		1,3
2017*		1,0
2018*		1,0
*voorlopige cijfers

Aandeel delfstoffenwinning in bbp
Perioden	Voor revisie (%)	Na revisie (%)
1969	1,6
1970	1,8
1971	1,9
1972	2,0
1973	1,9
1974	2,2
1975	3,4
1976	3,9
1977	4,1
1978	3,6
1979	3,8
1980	4,6
1981	5,8
1982	5,7
1983	5,8
1984	6,2
1985	6,9
1986	4,2
1987	2,6
1988	2,3
1989	2,3
1990	2,7
1991	3,0
1992	2,5
1993	2,3
1994	2,2
1995	2,2	2,2
1996		2,5
1997		2,2
1998		1,9
1999		1,5
2000		2,0
2001		2,4
2002		2,1
2003		2,1
2004		2,2
2005		2,3
2006		2,8
2007		2,6
2008		3,3
2009		2,6
2010		2,7
2011		2,9
2012		3,3
2013		3,4
2014		2,5
2015		1,9
2016*		1,3
2017*		1,0
2018*		1,0
*voorlopige cijfers

Elektriciteitsproductie is grootverbruiker van aardgas

Elektriciteitsbedrijven gebruikten aardgas het eerst als energiebron. Het gasverbruik voor de productie van elektriciteit nam fors toe tussen 1966 en 1975. Ook de nijverheid, en dan vooral de kunstmestproducenten, maakte volop gebruik van aardgas. Bij huishoudens nam het gasverbruik later toe. Na het besluit van de overheid om zoveel mogelijk huishoudens op het gasnet aan te sluiten, duurde het tot eind jaren zeventig voordat vrijwel alle huishoudens voorzien waren van een gasaansluiting. Huishoudens gebruiken gas vooral voor verwarming (80 procent). Het overige gas gaat bijna volledig op aan warmwatervoorziening en het laatste restje aan koken.

Tussen 1975 en 1995 waren de energiesector en de huishoudens grootgebruikers van aardgas. Door de toename van de productie van elektriciteit nam het gasverbruik bij de energiesector verder toe tot 2010. Daarentegen nam het gasverbruik bij huishoudens geleidelijk aan af, ondanks de toename van het aantal huishoudens. Het lagere gasverbruik kwam vooral door betere isolatie van woningen en aanschaf van verwarmingsketels met hoger rendement.

Aardgasverbruik per sector en bedrijfstak
Jaren	Huishoudens (mld m3)	Elektriciteitsproductie (incl. WKK) (mld m3)	Nijverheid (excl. elektriciteitsproductie) (mld m3)	Dienstverlening en landbouw (mld m3)
1960	0	0,2	0	0
1961	0,1	0,3	0,1	0
1962	0,1	0,3	0,1	0
1963	0,1	0,3	0,1	0
1964	0,1	0,2	0,2	0
1965	0,4	0,2	0,4	0,1
1966	1,1	0,4	1	0,1
1967	1,9	0,9	1,7	0,4
1968	3	1,9	2,9	0,8
1969	4	3,6	3,6	2,1
1970	5	6,8	4,8	2,5
1971	6,2	9,7	6,1	3,1
1972	8	12,7	7,8	4,6
1973	8,8	15	8,2	5,2
1974	9	16,4	8,7	5,5
1975	10,7	15,8	8,2	6,1
1976	10,5	15,7	8,2	6,7
1977	12	15,1	9,2	6,1
1978	13,1	13,7	9,2	6,7
1979	14,5	11,9	9,6	7,1
1980	13	9,5	8,5	5,7
1981	12,8	9	8,7	5,3
1982	11,8	10	8,3	4,6
1983	11,6	12	8,2	5,5
1984	11,8	12,9	8,7	6,3
1985	13	13	8,5	7,2
1986	12,4	13,3	8	7,9
1987	12,3	13,3	8,7	8,8
1988	10,5	11,7	8,5	7,9
1989	10,4	12,6	8,5	7,9
1990	11,1	11,5	10,5	8,2
1991	12,8	13	11	9,5
1992	11,8	13,6	11	8,8
1993	12,4	13,8	11	9,3
1994	11,6	13,7	10,9	8,5
1995	12,7	13,6	10,9	8,7
1996	14,9	14,8	11,3	9,9
1997	12,5	15,4	11,3	8,5
1998	11,9	15,5	11,3	8,3
1999	11,3	15,7	11,1	7,7
2000	11,3	15,8	10,8	7,8
2001	12	16,7	10,1	8
2002	11,5	17	10,1	7,6
2003	11,8	16,9	9,9	7,9
2004	11,3	18	10,1	8,4
2005	10,9	17,4	10,2	7,8
2006	11	17	9,6	7
2007	9,8	17,9	9,6	6,2
2008	11,1	18,7	9,2	6,2
2009	11	19,5	8,8	6,2
2010	12,8	21,1	10,1	7,2
2011	10	19,1	9,9	5,6
2012	10,7	16,1	9,8	6,3
2013	11,3	15,7	10	6,3
2014	8,5	14,4	9,8	5,1
2015	9	13,3	10,3	5,4
2016**	9,4	14,4	10	5,5
2017*	9,1	15,4	10,6	5,4
*voorlopige cijfers

Aardgasverbruik per sector en bedrijfstak
Jaren	Huishoudens (mld m3)	Elektriciteitsproductie (incl. WKK) (mld m3)	Nijverheid (excl. elektriciteitsproductie) (mld m3)	Dienstverlening en landbouw (mld m3)
1960	0	0,2	0	0
1961	0,1	0,3	0,1	0
1962	0,1	0,3	0,1	0
1963	0,1	0,3	0,1	0
1964	0,1	0,2	0,2	0
1965	0,4	0,2	0,4	0,1
1966	1,1	0,4	1	0,1
1967	1,9	0,9	1,7	0,4
1968	3	1,9	2,9	0,8
1969	4	3,6	3,6	2,1
1970	5	6,8	4,8	2,5
1971	6,2	9,7	6,1	3,1
1972	8	12,7	7,8	4,6
1973	8,8	15	8,2	5,2
1974	9	16,4	8,7	5,5
1975	10,7	15,8	8,2	6,1
1976	10,5	15,7	8,2	6,7
1977	12	15,1	9,2	6,1
1978	13,1	13,7	9,2	6,7
1979	14,5	11,9	9,6	7,1
1980	13	9,5	8,5	5,7
1981	12,8	9	8,7	5,3
1982	11,8	10	8,3	4,6
1983	11,6	12	8,2	5,5
1984	11,8	12,9	8,7	6,3
1985	13	13	8,5	7,2
1986	12,4	13,3	8	7,9
1987	12,3	13,3	8,7	8,8
1988	10,5	11,7	8,5	7,9
1989	10,4	12,6	8,5	7,9
1990	11,1	11,5	10,5	8,2
1991	12,8	13	11	9,5
1992	11,8	13,6	11	8,8
1993	12,4	13,8	11	9,3
1994	11,6	13,7	10,9	8,5
1995	12,7	13,6	10,9	8,7
1996	14,9	14,8	11,3	9,9
1997	12,5	15,4	11,3	8,5
1998	11,9	15,5	11,3	8,3
1999	11,3	15,7	11,1	7,7
2000	11,3	15,8	10,8	7,8
2001	12	16,7	10,1	8
2002	11,5	17	10,1	7,6
2003	11,8	16,9	9,9	7,9
2004	11,3	18	10,1	8,4
2005	10,9	17,4	10,2	7,8
2006	11	17	9,6	7
2007	9,8	17,9	9,6	6,2
2008	11,1	18,7	9,2	6,2
2009	11	19,5	8,8	6,2
2010	12,8	21,1	10,1	7,2
2011	10	19,1	9,9	5,6
2012	10,7	16,1	9,8	6,3
2013	11,3	15,7	10	6,3
2014	8,5	14,4	9,8	5,1
2015	9	13,3	10,3	5,4
2016**	9,4	14,4	10	5,5
2017*	9,1	15,4	10,6	5,4
*voorlopige cijfers

Gronings gas: naar schatting vier vijfde gewonnen

De totaal winbare hoeveelheid aardgas uit het veld in Groningen wordt nu geschat op ongeveer 2 740 miljard kubieke meter. Daarvan bevindt zich nog een vijfde in de grond. Aanvankelijk was het idee om deze energiebron zo snel mogelijk in te zetten in verband met de destijds voorziene opkomst van kernenergie. Tot 1974 bestond de gaswinning daarom vrijwel alleen uit Gronings gas. Om echter een buffer te houden bij incidentele pieken in de vraag naar aardgas, verlegde de overheid de aandacht van het grote Groningse gasveld naar kleinere velden buiten Groningen en in de Noordzee. Gaswinning uit kleinere velden was echter veel duurder en interesse van bedrijven marginaal. Daarom voerde de overheid in 1974 het zogenoemde ‘kleineveldenbeleid’ in. De overheid verplichtte de Gasunie (nu Gasterra) eerst gas af te nemen uit de kleinere velden, met als gevolg een vermindering van de winning van Gronings gas. In de periode van 1988 tot en met 2007 werd bijna elk jaar meer gas gewonnen uit de kleinere velden dan in Groningen.

Gaswinning in Nederland
Perioden	Gronings (mld m3)	Niet-Gronings (mld m3)
1963	0	0,6
1964	0	0,9
1965	0,9	0,9
1966	3,4	0
1967	6,9	0,2
1968	14,6	0
1969	23,2	0
1970	34,3	0
1971	47,3	0
1972	60,4	0
1973	70,7	0,5
1974	82,4	1,9
1975	84	7,3
1976	87,7	9,9
1977	83,3	14,6
1978	76,8	12,9
1979	72,2	21,9
1980	65	25,9
1981	59,1	25,4
1982	48,4	23,6
1983	50,1	26,4
1984	49,8	27,4
1985	51,9	28,8
1986	41,5	32,4
1987	39,1	35,1
1988	30,3	35,2
1989	27,9	43,7
1990	29,1	43,1
1991	38,6	43
1992	41,5	40,4
1993	43,1	40,4
1994	34,5	44,7
1995	34,1	46,4
1996	42,1	49
1997	34,7	46
1998	30,9	46,1
1999	23,9	47,7
2000	21,3	48,5
2001	24,5	49
2002	27	45,3
2003	29	40
2004	32,9	48,6
2005	33,8	40,5
2006	33,2	40,1
2007	28,9	41,6
2008	41,2	39,5
2009	37,7	36,8
2010	50,9	34,7
2011	46,8	32,3
2012	47,8	30
2013	53,9	28,5
2014	42,4	26,3
2015	28,1	24,1
2016	27,6	22,8
2017	23,6	20,3
2018	18,8	17,7
Bron: CBS, NAM

Gaswinning in Nederland
Perioden	Gronings (mld m3)	Niet-Gronings (mld m3)
1963	0	0,6
1964	0	0,9
1965	0,9	0,9
1966	3,4	0
1967	6,9	0,2
1968	14,6	0
1969	23,2	0
1970	34,3	0
1971	47,3	0
1972	60,4	0
1973	70,7	0,5
1974	82,4	1,9
1975	84	7,3
1976	87,7	9,9
1977	83,3	14,6
1978	76,8	12,9
1979	72,2	21,9
1980	65	25,9
1981	59,1	25,4
1982	48,4	23,6
1983	50,1	26,4
1984	49,8	27,4
1985	51,9	28,8
1986	41,5	32,4
1987	39,1	35,1
1988	30,3	35,2
1989	27,9	43,7
1990	29,1	43,1
1991	38,6	43
1992	41,5	40,4
1993	43,1	40,4
1994	34,5	44,7
1995	34,1	46,4
1996	42,1	49
1997	34,7	46
1998	30,9	46,1
1999	23,9	47,7
2000	21,3	48,5
2001	24,5	49
2002	27	45,3
2003	29	40
2004	32,9	48,6
2005	33,8	40,5
2006	33,2	40,1
2007	28,9	41,6
2008	41,2	39,5
2009	37,7	36,8
2010	50,9	34,7
2011	46,8	32,3
2012	47,8	30
2013	53,9	28,5
2014	42,4	26,3
2015	28,1	24,1
2016	27,6	22,8
2017	23,6	20,3
2018	18,8	17,7
Bron: CBS, NAM

Groningse gaswinning afbouwen

De aardbevingen in Groningen leidden ertoe dat de overheid in 2015 de gaswinning terugschroefde. Na een hevige beving begin 2018 besloot de overheid zelfs dat de Groningse gaskraan voor 2030 helemaal dicht moest zijn. Het terugschroeven van de gaswinning in Groningen is duidelijk terug te zien in de totale gaswinning in Nederland. Zo werd in 2018 ongeveer 36,5 miljard kubieke meter gas opgepompt. Dat is bijna een halvering ten opzichte van 2014.

Nederland netto-importeur aardgas

Door het terugschroeven van de gaswinning in Groningen nam de import van gas de laatste jaren flink toe. In 2018 was de invoer van gas voor het eerst groter dan de uitvoer. Nederland haalt het grootste deel van zijn gas uit Noorwegen. In de periode 1996–2018 had Nederland een handelsoverschot met betrekking tot aardgas ter waarde van ongeveer 110 miljard euro.

Nederlandse aardgasbalans
Jaren	Winning uit de bodem (mld m3)	Invoer van gasvormig aardgas (mld m3)	Uitvoer van gasvormig aardgas (mld m3)	Totaal verbruik (mld m3)
1959	0,2	0	0	0,2
1960	0,3	0	0	0,3
1961	0,4	0	0	0,4
1962	0,5	0	0	0,5
1963	0,6	0	0	0,6
1964	0,9	0	0	0,9
1965	1,7	0	0	1,7
1966	3,4	0	0,1	3,3
1967	7,1	0	1,4	5,7
1968	14,2	0	4,5	9,7
1969	22	0	7,8	14,3
1970	31,8	0	11,7	20,1
1971	43,9	0	17,7	26,2
1972	58,5	0	24,4	34,1
1973	71,1	0	33,2	37,9
1974	84,4	0	44	40,4
1975	91,4	0	49,3	42,1
1976	97,6	0	53,9	43,7
1977	98	0,3	54,3	43,9
1978	89,7	1,8	47,4	44
1979	94	2,1	52,3	43,8
1980	90,9	3,8	54,7	40
1981	84,4	3,4	49,7	38,1
1982	72	3,4	39,2	36,2
1983	76,5	3,2	41,1	38,5
1984	77,2	3,4	39,9	40,7
1985	80,7	2,1	40	42,8
1986	73,9	2	33	42,9
1987	74,2	2,1	31,9	44,4
1988	65,5	2,5	27,8	40,3
1989	71,6	2,6	33	41,1
1990	72,1	2,7	34,2	40,7
1991	81,6	2,3	38,4	45,5
1992	81,9	2,8	40,7	44
1993	83,5	3,3	41,6	45,2
1994	79,2	3,5	38,5	44,1
1995	80,5	3,7	38,5	45,6
1996	91,1	5,4	46,3	50,3
1997	80,7	6,8	40,2	47,3
1998	77	6,8	36,8	47
1999	71,6	10,3	36,1	45,8
2000	69,8	16,5	39,3	46,2
2001	73,5	20,3	47	47,5
2002	72,3	25,4	49,8	47,4
2003	69,1	24,1	45,6	47,6
2004	81,5	17,9	50,7	48,6
2005	74,3	21,7	49,4	46,7
2006	73,4	23,9	51,8	45,3
2007	70,5	24,7	52,8	44,1
2008	80,7	25,1	58,5	45,9
2009	74,5	24,3	52,7	47
2010	85,6	24,4	56,4	53
2011	79	22,7	54,3	46,4
2012	77,8	25,6	60,2	44,4
2013	82,4	27,9	66,9	44,3
2014	68,7	28,3	57,7	38,6
2015	52,2	36,3	51,1	38
2016**	50,4	41,9	55,4	39,9
2017*	43,9	49,4	52,1	41,1
2018*	36,5	52,1	48,9	40,8
Bron: CBS, Energiebalans
*voorlopige cijfers

Nederlandse aardgasbalans
Jaren	Winning uit de bodem (mld m3)	Invoer van gasvormig aardgas (mld m3)	Uitvoer van gasvormig aardgas (mld m3)	Totaal verbruik (mld m3)
1959	0,2	0	0	0,2
1960	0,3	0	0	0,3
1961	0,4	0	0	0,4
1962	0,5	0	0	0,5
1963	0,6	0	0	0,6
1964	0,9	0	0	0,9
1965	1,7	0	0	1,7
1966	3,4	0	0,1	3,3
1967	7,1	0	1,4	5,7
1968	14,2	0	4,5	9,7
1969	22	0	7,8	14,3
1970	31,8	0	11,7	20,1
1971	43,9	0	17,7	26,2
1972	58,5	0	24,4	34,1
1973	71,1	0	33,2	37,9
1974	84,4	0	44	40,4
1975	91,4	0	49,3	42,1
1976	97,6	0	53,9	43,7
1977	98	0,3	54,3	43,9
1978	89,7	1,8	47,4	44
1979	94	2,1	52,3	43,8
1980	90,9	3,8	54,7	40
1981	84,4	3,4	49,7	38,1
1982	72	3,4	39,2	36,2
1983	76,5	3,2	41,1	38,5
1984	77,2	3,4	39,9	40,7
1985	80,7	2,1	40	42,8
1986	73,9	2	33	42,9
1987	74,2	2,1	31,9	44,4
1988	65,5	2,5	27,8	40,3
1989	71,6	2,6	33	41,1
1990	72,1	2,7	34,2	40,7
1991	81,6	2,3	38,4	45,5
1992	81,9	2,8	40,7	44
1993	83,5	3,3	41,6	45,2
1994	79,2	3,5	38,5	44,1
1995	80,5	3,7	38,5	45,6
1996	91,1	5,4	46,3	50,3
1997	80,7	6,8	40,2	47,3
1998	77	6,8	36,8	47
1999	71,6	10,3	36,1	45,8
2000	69,8	16,5	39,3	46,2
2001	73,5	20,3	47	47,5
2002	72,3	25,4	49,8	47,4
2003	69,1	24,1	45,6	47,6
2004	81,5	17,9	50,7	48,6
2005	74,3	21,7	49,4	46,7
2006	73,4	23,9	51,8	45,3
2007	70,5	24,7	52,8	44,1
2008	80,7	25,1	58,5	45,9
2009	74,5	24,3	52,7	47
2010	85,6	24,4	56,4	53
2011	79	22,7	54,3	46,4
2012	77,8	25,6	60,2	44,4
2013	82,4	27,9	66,9	44,3
2014	68,7	28,3	57,7	38,6
2015	52,2	36,3	51,1	38
2016**	50,4	41,9	55,4	39,9
2017*	43,9	49,4	52,1	41,1
2018*	36,5	52,1	48,9	40,8
Bron: CBS, Energiebalans
*voorlopige cijfers

Bronnen

StatLine - Energiebalans, aanbod en verbruik
StatLine - Aardgasbalans, aanbod en verbruik
NAM - Belang van Groningen-gasveld
Rijksoverheid - Kabinet: einde aan gaswinning in Groningen
NLOG - Jaarverslag Delfstoffen en Aardwarmte in Nederland 2017
Nieuwsbericht - Aardgas voor bijna 80 procent op
Milieu centraal - Gemiddeld energieverbruik
Algemene Rekenkamer - Besteding van aardgasbaten: feiten, cijfers en scenario’s