Krapte arbeidsmarkt neemt verder toe

Over dit onderwerp zijn nieuwere cijfers beschikbaar. Bekijk de laatste cijfers.
© ANP / Peter Hilz
De spanning op de arbeidsmarkt is opgelopen naar een nieuw hoogtepunt. In het eerste kwartaal van 2019 waren er gemiddeld 88 vacatures per 100 werklozen. In het vierde kwartaal van 2018 waren dat nog 80 vacatures per 100 werklozen. Het aantal vacatures nam toe, terwijl het aantal werklozen afnam. Ook het aantal banen is verder gestegen in het eerste kwartaal. Dat meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.

[video: https://www.cbs.nl/nl-nl/video/dd2bc8dc7de04fdfb55781fcac4d4687]

Spanning op de arbeidsmarkt
JaarKwartaalAantal vacatures per 100 werklozen
20081e kwartaal77
20082e kwartaal77
20083e kwartaal79
20084e kwartaal62
20091e kwartaal46
20092e kwartaal35
20093e kwartaal33
20094e kwartaal30
20101e kwartaal26
20102e kwartaal27
20103e kwartaal29
20104e kwartaal30
20111e kwartaal32
20112e kwartaal33
20113e kwartaal31
20114e kwartaal26
20121e kwartaal24
20122e kwartaal22
20123e kwartaal20
20124e kwartaal18
20131e kwartaal16
20132e kwartaal14
20133e kwartaal14
20134e kwartaal14
20141e kwartaal15
20142e kwartaal16
20143e kwartaal18
20144e kwartaal19
20151e kwartaal20
20152e kwartaal21
20153e kwartaal22
20154e kwartaal24
20161e kwartaal26
20162e kwartaal28
20163e kwartaal31
20164e kwartaal35
20171e kwartaal39
20172e kwartaal45
20173e kwartaal50
20174e kwartaal57
20181e kwartaal64
20182e kwartaal71
20183e kwartaal75
20184e kwartaal80
20191e kwartaal88

Werkloosheid 3,4 procent

De toename van de spanning op de arbeidsmarkt in het eerste kwartaal is toe schrijven aan de lagere werkloosheid en het grotere aantal vacatures. Het aantal werklozen nam af met 14 duizend ten opzichte van een kwartaal eerder.

Met 3,4 is het werkloosheidspercentage voor het eerst lager dan het laagste niveau vlak voor het uitbreken van de crisis in 2008. Ook het aantal langdurig werklozen is in het eerste kwartaal verder gedaald.

Het aantal openstaande vacatures steeg naar een nieuw recordaantal van 277 duizend, een toename van 13 duizend vergeleken met een kwartaal eerder. Na het begin van de crisis in 2008 werd een dieptepunt bereikt met 91 duizend vacatures. De afgelopen vier kwartalen ligt het aantal vacatures hoger dan op het hoogste punt voor de crisis.

Ontwikkeling arbeidsmarkt, seizoengecorrigeerd
   Werklozen (ILO-definitie) (verandering t.o.v. een kwartaal eerder, x1 000)Vacatures (verandering t.o.v. een kwartaal eerder, x1 000)Banen (verandering t.o.v. een kwartaal eerder, x1 000)
20141e kwartaal128-17
20142e kwartaal-2339
20143e kwartaal-33611
20144e kwartaal-1511
20151e kwartaal-2624
20152e kwartaal-17521
20153e kwartaal-12326
20154e kwartaal-51032
20161e kwartaal-2475
20162e kwartaal-16546
20163e kwartaal-37741
20164e kwartaal-29945
20171e kwartaal-231347
20172e kwartaal-192054
20173e kwartaal-25958
20174e kwartaal-291468
20181e kwartaal-301069
20182e kwartaal-141546
20183e kwartaal-61047
20184e kwartaal-18360
20191e kwartaal-141353

Vacatures, seizoengecorrigeerd
JaarKwartaalOpenstaande vacatures, seizoengecorrigeerd (x 1 000)
20081e kwartaal247,0
20082e kwartaal244,9
20083e kwartaal246,7
20084e kwartaal197,4
20091e kwartaal153,9
20092e kwartaal128,4
20093e kwartaal130,7
20094e kwartaal125,4
20101e kwartaal115,6
20102e kwartaal117,5
20103e kwartaal125,3
20104e kwartaal128,3
20111e kwartaal135,1
20112e kwartaal134,7
20113e kwartaal134,1
20114e kwartaal122,7
20121e kwartaal117,4
20122e kwartaal109,3
20123e kwartaal106,6
20124e kwartaal101,7
20131e kwartaal96,3
20132e kwartaal91,3
20133e kwartaal95,1
20134e kwartaal96,5
20141e kwartaal104,1
20142e kwartaal107,5
20143e kwartaal113,4
20144e kwartaal118,8
20151e kwartaal124,9
20152e kwartaal130,3
20153e kwartaal132,9
20154e kwartaal142,7
20161e kwartaal149,5
20162e kwartaal154,8
20163e kwartaal162,0
20164e kwartaal171,2
20171e kwartaal185,7
20172e kwartaal204,7
20173e kwartaal213,7
20174e kwartaal226,5
20181e kwartaal236,3
20182e kwartaal250,8
20183e kwartaal260,8
20184e kwartaal264,0
20191e kwartaal277,5

Meeste vacatures in de handel

In bijna alle bedrijfstakken nam het aantal openstaande vacatures toe. Vooral middelgrote bedrijven (10 tot 100 werkzame personen) hadden in het eerste kwartaal meer vacatures open staan. Alleen in de financiële dienstverlening en de overige dienstverlening daalde het aantal vacatures licht.

De meeste vacatures kwamen er het afgelopen kwartaal bij in de handel (3 duizend). Ook in de zakelijke dienstverlening (3 duizend) en in de horeca (2 duizend) steeg het aantal vacatures. Dit kwartaal is de handel de bedrijfstak met zowel de meeste vacatures (56 duizend) als de grootste stijging. Vorig kwartaal daalde in deze bedrijfstak het aantal vacatures nog met duizend.

Openstaande vacatures
 1e kwartaal 2019 (x 1 000)4e kwartaal 2018 (x 1 000)
Handel55,652,2
Zakelijke dienstverlening44,742,0
Zorg35,734,7
Industrie23,322,5
Horeca22,821,2
Bouwnijverheid18,717,2
Informatie en communicatie17,917,2
Vervoer en opslag13,913,7
Openbaar bestuur13,113,1
Financiële dienstverlening9,09,1
Cultuur, recreatie, overige diensten8,27,4
Onderwijs7,57,1
Landbouw en visserij2,72,4
Verhuur en handel van onroerend goed2,01,9

Recordaantal nieuwe vacatures

In het eerste kwartaal van 2019 ontstonden 316 duizend nieuwe vacatures en werden 302 duizend vervuld, 5 duizend meer dan in het vierde kwartaal van 2018. Niet eerder zijn er in een kwartaal zoveel vacatures vervuld. Dit geldt ook voor het aantal nieuwe vacatures.

Langdurige banengroei in 2004–2008 overtroffen

In het eerste kwartaal van 2019 is het totaal aantal banen van werknemers en zelfstandigen met 53 duizend toegenomen tot 10 591 duizend. De groei van het aantal banen ten opzichte van het voorgaande kwartaal komt daarmee op 0,5 procent. In deze cijfers zijn alle banen meegeteld, voltijd en deeltijd.

In een jaar tijd kwamen er 230 duizend banen bij (2,2 procent). Vanaf het tweede kwartaal van 2014 zijn er ruim 860 duizend banen bijgekomen (8,8 procent). Daarmee is de vorige periode met een langdurige banengroei in 2004–2008 overtroffen. Toen kwamen er in 4,5 jaar tijd 810 duizend banen bij.

Vooral banengroei bij werknemers

Net zoals in de laatste jaren kwam ook in het afgelopen kwartaal de banengroei grotendeels voor rekening van werknemers. Het aantal banen van werknemers steeg in het eerste kwartaal van 2019 met 53 duizend tot 8 478 duizend. Het aantal banen van zelfstandigen nam met 1 duizend toe tot 2 113 duizend.

Grootste stijging banen bij de zorg en handel, vervoer en horeca

Zowel in de zorg als in de handel, vervoer en horeca kwamen er in het eerste kwartaal ruim 10 duizend banen bij. De banen in de handel, vervoer en horeca zijn goed voor een kwart van het totaal aantal banen.

Andere bedrijfstakken met een grote banengroei waren de zakelijke dienstverlening (9 duizend), de industrie (8 duizend), de informatie en communicatie (4 duizend) en de bouwnijverheid (4 duizend). De banengroei bij de uitzendbureaus met 4 duizend is gelijk aan het voorgaande kwartaal. In de eerdere kwartalen kende deze bedrijfstak hogere groeicijfers. De uitzendbranche telt inmiddels 844 duizend werknemersbanen. Dat is 10 procent van alle banen van werknemers, tegen 7 procent in 2010. In de financiële dienstverlening houdt het banenverlies aan. In het eerste kwartaal van 2019 gingen daar duizend banen verloren.

Ontwikkeling banen, seizoengecorrigeerd, 1e kwartaal 2019
BedrijfstakBanen (verandering t.o.v. 4e kwartaal 2018) (verandering t.o.v. een kwartaal eerder, x 1 000)
Zorg10
Handel, vervoer en horeca10
Zakelijke dienstverlening
(excl. uitzendbureaus)
9
Industrie8
Bouwnijverheid4
Uitzendbureaus4
Informatie en communicatie4
Openbaar bestuur2
Onderwijs2
Cultuur, recreatie, overige diensten0
Landbouw en visserij0
Verhuur en handel onroerend goed0
Financiële dienstverlening-1

Gewerkte uren stijgen licht

Werknemers en zelfstandigen werkten in het eerste kwartaal van 2019 in totaal 3,4 miljard uur. Dat is, gecorrigeerd voor seizoeninvloeden, 1,1 procent meer dan een kwartaal eerder. Per baan wordt gemiddeld 25 uur per week gewerkt. Omdat een substantiële groep meer dan één baan heeft, zijn werkenden gemiddeld 28 uur per week aan het werk, na aftrek van vakantiedagen en ziekteverzuim. Mannen werkten gemiddeld 32 uur per week, vrouwen 23 uur per week. Hierdoor wordt 61 procent van alle gewerkte uren gemaakt door mannen. Van alle werkenden werkt bijna 51 procent voltijd, dat wil zeggen 35 uur of meer per week. Vergeleken met vorig jaar is dat percentage afgenomen. Het aandeel werkenden in een grote deeltijdbaan (28 tot 35 uur) is opnieuw gestegen.

Werkloosheid voor het eerst lager dan het laagste niveau vlak voor de crisis

In het eerste kwartaal van 2019 waren er, gecorrigeerd voor seizoeninvloeden, 316 duizend personen zonder werk die recent naar werk hebben gezocht en direct beschikbaar zijn. Dit zijn de werklozen volgens de definitie van de International Labour Organization (ILO). Hun aantal nam af met 14 duizend ten opzichte van een kwartaal eerder.

De werkloosheid piekte in het eerste kwartaal van 2014 met 7,8 procent. Sindsdien is deze twintig kwartalen op rij gedaald. In het eerste kwartaal van 2019 was 3,4 procent van de beroepsbevolking werkloos. Hiermee bereikte de werkloosheid voor het eerst een lager niveau dan het laagste punt voor het begin van de crisis. Deze was in de laatste twee kwartalen van 2008 3,6 procent.

Werkloosheid met 14 duizend gedaald

Het aantal werklozen nam in het eerste kwartaal van 2019 met 14 duizend af. Deze afname is iets minder sterk dan die in het vierde kwartaal van 2018. Toen nam het aantal de werklozen nog af met 18 duizend. De werkloosheid groeit en krimpt door vier verschillende stromen. De eerste is die van mensen die hun baan verliezen en werkloos worden. Tussen het vierde kwartaal van 2018 en eerste kwartaal van 2019 waren dat er 64 duizend. De tweede stroom is die van de werklozen die een baan vinden (97 duizend). Per saldo daalde de werkloosheid door deze twee stromen met 33 duizend.

De daling van de werkloosheid wordt gedempt door twee andere stromen. Er zijn mensen die nog niet actief waren op de arbeidsmarkt en op zoek gaan naar werk. Vanuit de niet-beroepsbevolking worden zij onderdeel van de werkloze beroepsbevolking. In het eerste kwartaal van 2019 zijn dit er 136 duizend. Daartegenover staan werklozen die zich terugtrekken van de arbeidsmarkt (118 duizend). Het resultaat van deze twee stromen is een stijging van 18 duizend werklozen.

Verdere daling langdurige werkloosheid

Het aantal langdurig werklozen, degenen die al een jaar of langer op zoek zijn naar werk, is vergeleken met hetzelfde kwartaal één jaar eerder verder gedaald. In het eerste kwartaal van 2019 waren er 108 duizend mensen langdurig werkloos. Dat zijn 28 duizend langdurig werklozen minder dan een jaar eerder in hetzelfde kwartaal. Het aandeel langduriger werklozen in de totale werkloosheid kwam hiermee op 31 procent. In het eerste kwartaal van 2018 was dat nog 34 procent.

Begin 2015 bereikte het aandeel langdurig werklozen het hoogste punt met 44 procent. Sindsdien is dit aandeel in alle leeftijdsgroepen afgenomen. In het eerste kwartaal van 2019 was 8 procent van de werkloze jongeren tot 25 jaar een jaar of langer op zoek naar werk en 26 procent van de werkloze 25- tot 45-jarigen. Bij 45-plussers is het aandeel langdurig werklozen met 54 procent flink hoger.

Minder arbeidspotentieel onbenut

De werkloosheidscijfers volgens de ILO-definitie omvatten niet alle mensen zonder werk die recent naar werk hebben gezocht of die direct zouden kunnen beginnen. Bovendien blijven deeltijdwerkers die meer uren willen werken buiten beschouwing. Het CBS brengt ook deze deelgroepen van het zogenoemde onbenut arbeidspotentieel in kaart. In het eerste kwartaal van 2019 bestond het onbenut arbeidspotentieel uit 1,1 miljoen mensen. Een jaar eerder was dat nog 1,2 miljoen.

Het onbenut potentieel bestaat uit vier deelgroepen. Het ging in het eerste kwartaal van 2019 naast 343 duizend werklozen (niet-seizoengecorrigeerd) om 231 duizend mensen die direct beschikbaar waren voor werk, maar niet recent hebben gezocht en om 141 duizend mensen die niet beschikbaar waren, maar wel hebben gezocht. De vierde groep bestaat uit 368 duizend onderbenutte deeltijdwerkers. In tegenstelling tot de andere groepen hebben zij wél betaald werk. Zij werken echter minder dan 35 uur per week in de hoofdbaan, willen meer uren werken en zijn hier ook direct voor beschikbaar.

Beroepsbevolking van 15 tot 75 jaar Niet-beroepsbevolking Niet gezocht en niet beschikbaar Wil en/of kan niet werken Wil wel werken Gezocht en niet beschikbaar Beschikbaar en niet gezocht Vanwege weinig resultaat Vanwege andere reden Beroepsbevolking Werkloos (ILO-definitie) Werkzaam Deeltijd Wil meer uren werken, beschikbaar Voltijd