Aantal jeugdige verdachten daalt het sterkst
In 2018 werd 0,9 procent van de inwoners van Nederland van 12 jaar en ouder verdacht van een misdrijf. Dit zijn 130 duizend mannen en 30 duizend vrouwen. Mannen waren in elke leeftijdscategorie vaker verdachte van een misdrijf dan vrouwen, maar bij 18- tot 25-jarigen was dat verschil het grootst; 3,2 procent van de mannen tegen 0,6 procent van de vrouwen. Onder 65-plussers was het verschil 0,3 procent van de mannen versus 0,1 procent van de vrouwen.
Mannen | Vrouwen | |
---|---|---|
12 tot 18 jaar | 2,0 | 0,6 |
18 tot 25 jaar | 3,2 | 0,6 |
25 tot 45 jaar | 2,1 | 0,5 |
45 tot 65 jaar | 1,0 | 0,3 |
65 jaar of ouder | 0,3 | 0,1 |
* De cijfers uit 2018 zijn voorlopige cijfers. |
Veel minder jeugd geregistreerd als verdachte
In het afgelopen decennium daalde het aantal 12- tot 18 jarigen dat verdacht werd van een misdrijf van 3,9 procent in 2008 tot 1,3 procent in 2018. De afname van het aantal verdachte jongens van 12 tot 15 jaar is het grootst. In 10 jaar tijd werden 70 procent minder 12-, 13- en 14-jarigen aangemerkt als verdachte. Onder volwassenen daalde het percentage verdachten met 44 procent. De daling in geregistreerde jeugdcriminaliteit doet zich ook in andere Europese landen voor. De daling lijkt in Nederland wel sterker te zijn dan in andere landen, blijkt uit de eerder verschenen Monitor Jeugdcriminaliteit.
12 tot 18 jaar | 18 tot 25 jaar | 25 tot 45 jaar | 45 tot 65 jaar | 65 jaar of ouder | |
---|---|---|---|---|---|
2008 | 387 | 456 | 212 | 99 | 27 |
2009 | 361 | 441 | 208 | 96 | 26 |
2010 | 312 | 414 | 204 | 96 | 28 |
2011 | 283 | 400 | 204 | 97 | 28 |
2012 | 248 | 366 | 195 | 93 | 27 |
2013 | 207 | 324 | 185 | 87 | 25 |
2014 | 192 | 297 | 179 | 86 | 26 |
2015 | 183 | 262 | 163 | 79 | 23 |
2016 | 169 | 236 | 152 | 74 | 21 |
2017* | 154 | 215 | 140 | 67 | 19 |
2018* | 129 | 194 | 130 | 61 | 17 |
* De cijfers uit 2017 en 2018 zijn voorlopige cijfers. |
Hagenaars en Rotterdammers het vaakst verdacht
De gemeenten Den Haag en Rotterdam telden in 2018 naar verhouding de meeste verdachten, 1,6 procent. In de top stonden verder Lelystad, Vlissingen en Almere. Per hoofd van de bevolking waren de minste verdachten te vinden in Dinkelland en Sint Anthonis. In beide gemeenten werd 0,3 procent van de bevolking verdacht van een misdrijf. In zeer sterk stedelijke gebieden woonden relatief meer dan twee keer zoveel verdachten als in niet-stedelijk gebieden.