Consumptie huishoudens bijna 1 procent hoger in januari

Volgens de CBS Consumptieradar zijn de omstandigheden voor de consumptie in maart iets gunstiger dan in januari.

De consumptiecijfers zijn gecorrigeerd voor prijsveranderingen en veranderingen in de samenstelling van de koopdagen.

Consument geeft minder uit aan auto's, meer aan gas 

De consumptie van duurzame goederen was ruim 3 procent lager dan in januari 2018. Vooral aan personenauto’s werd minder uitgegeven. In december groeide de consumptie van duurzame goederen nog. De consumptie van overige goederen, zoals energie en motorbrandstoffen, was in januari bijna 4 procent hoger dan een jaar eerder. Er werd vooral meer gas verbruikt. Dit komt doordat het in januari 2019 kouder was dan in januari 2018. Consumenten gaven bijna 1 procent meer uit aan voedings- en genotmiddelen dan een jaar eerder.

Vorige week meldde het CBS dat de detailhandel in januari bijna 2 procent meer heeft omgezet dan in januari 2018. Het verkoopvolume lag bijna 1 procent hoger. Ook dit cijfer is gecorrigeerd voor de samenstelling van koopdagen.

De uitgaven aan diensten, zoals verzekeringen, woninghuur, openbaar vervoer en een bezoek aan restaurant of kapper, lagen in januari 1,7 procent hoger dan een jaar eerder. Uitgaven aan diensten maken ruim de helft van de totale binnenlandse consumptieve bestedingen uit.

Omstandigheden voor consumptie in maart gunstiger dan in januari

Het CBS publiceert elke maand ook over de omstandigheden voor de consumptie in de consumptieradar. De consumptie door huishoudens hangt onder meer samen met de verwachtingen van consumenten, de situatie op de arbeidsmarkt en de ontwikkeling van hun vermogen. De indicatoren in de radar hangen goed samen met de consumptie door huishoudens, maar een verbetering van de omstandigheden betekent niet per se een hogere groei van de consumptie.

Volgens de CBS Consumptieradar zijn de omstandigheden voor de consumptie door Nederlandse huishoudens in maart gunstiger dan in januari. Dat komt vooral doordat de stijging van de beurskoersen ten opzichte van een jaar eerder groter was en doordat ondernemers in de industrie positiever waren over de toekomstige werkgelegenheid in hun bedrijf.