Investeren in het buitenland en de handelsrelatie

Het percentage ondernemingen dat zowel investeerde in een belang in een buitenlands bedrijf of buitenlandse dochteronderneming als handelde met hetzelfde land varieerde in 2014 tussen 36 procent (Roemenië) en 80 procent (China). Investeringen in landen met een relatief gunstig belastingklimaat zoals Ierland, Luxemburg en Hong Kong werden minder gecombineerd met goederenhandel.

In totaal zijn 30 landen onderzocht naar de relatie investeringen en handel, gemiddeld 53 procent van de investerende bedrijven had ook een handelsrelatie. In dit onderzoek is onbekend of handel met een land waar de Nederlandse moeder een deelneming bezit betrekking heeft op ‘intra-concern’-handel of niet. De handelsrelatie kan dus losstaan van de deelneming.

In het algemeen geldt dat ondernemingen vaker zowel investeren als exporteren dan investeren en importeren. Dat geldt met name voor Singapore, Rusland en Australië. Nederland kan bijvoorbeeld investeren in een verkoopfiliaal in Rusland en producten van daaruit afzetten. Bij de 345 in China investerende bedrijven lag de nadruk van de bijkomende handel meer op import dan op export. Het ging bijvoorbeeld om investeringen in productiecapaciteit ter plaatse, waarvan de productie deels bestemming Nederland heeft.

Ondernemingen investeren het vaakst in Duitsland

In 2014 investeerden Nederlandse ondernemingen uit niet-dienstverlenende bedrijfstakken het vaakst in Duitsland (2 245 ondernemingen), België (1 679), het Verenigd Koninkrijk (1 010), Frankrijk (913) en de Verenigde Staten (703). Voor de buurlanden geldt dat in ongeveer de helft van de gevallen sprake is van een goederenhandelsrelatie in combinatie met de investering ter plaatse. Bij de andere drie landen is dat ongeveer twee derde. Voor alle vijf de bestemmingen geldt dat er iets vaker sprake is van een export- dan een importrelatie. De meest voorkomende handelsrelatie is ook hier two-way trading; zowel import als export.