Bbp groeit met 0,7 procent in tweede kwartaal 2018
index (2010=100) | ||
---|---|---|
2010 | I | 99,2 |
2010 | II | 99,6 |
2010 | III | 100 |
2010 | IV | 101,2 |
2011 | I | 101,8 |
2011 | II | 101,7 |
2011 | III | 101,7 |
2011 | IV | 101 |
2012 | I | 100,9 |
2012 | II | 100,9 |
2012 | III | 100,5 |
2012 | IV | 99,8 |
2013 | I | 100,1 |
2013 | II | 99,9 |
2013 | III | 100,5 |
2013 | IV | 101,1 |
2014 | I | 101 |
2014 | II | 101,6 |
2014 | III | 101,9 |
2014 | IV | 102,8 |
2015 | I | 103,4 |
2015 | II | 103,7 |
2015 | III | 104,1 |
2015 | IV | 104,2 |
2016 | I | 105,2 |
2016 | II | 105,4 |
2016 | III | 106,4 |
2016 | IV | 107,3 |
2017 | I | 107,9 |
2017 | II | 108,9 |
2017 | III | 109,5 |
2017 | IV | 110,5 |
2018 | I | 111,2 |
2018 | II | 111,9 |
Het vervolg van het nieuwsbericht gaat over de groei van de economie t.o.v. het tweede kwartaal 2017
Bbp groeit met 2,9 procent ten opzichte van het tweede kwartaal 2017
Volgens de eerste berekening was het bbp 2,9 procent groter dan in het tweede kwartaal van 2017. Deze groei was zowel te danken aan de binnenlandse bestedingen (consumptie en investeringen in vaste activa) als aan de buitenlandse bestedingen (export).
Het tweede kwartaal van 2018 telde een werkdag meer dan het tweede kwartaal van 2017. Hiervoor gecorrigeerd bedraagt de groei van het bbp 2,7 procent.
2018-II (%-mutatie t.o.v. jaar eerder) | |
---|---|
Bruto binnenlands product | 2,9 |
Invoer goederen en diensten | 2,4 |
Investeringen in vaste activa | 5,3 |
Uitvoer goederen en diensten | 2,9 |
Consumptie huishoudens | 2,2 |
Consumptie overheid | 1,2 |
Meer bouwinvesteringen
De investeringen in vaste activa lagen ruim 5 procent hoger dan een jaar eerder. In het tweede kwartaal zijn vooral de investeringen in woningen, bedrijfsgebouwen, infrastructuur en machines gegroeid. Daarnaast hebben bedrijven opnieuw meer geïnvesteerd in auto’s. Het producentenvertrouwen lag ook in het tweede kwartaal op een relatief hoog niveau.
Meer machines en transportmiddelen uitgevoerd
De uitvoer van goederen en diensten groeide in het tweede kwartaal van 2018 met bijna 3 procent. Nederlandse bedrijven hebben vooral meer machines en transportmiddelen uitgevoerd. De export van Nederlands product groeide een fractie harder dan de wederuitvoer (de uitvoer van eerder ingevoerde producten).
De invoer van goederen en diensten groeide met ruim 2 procent minder sterk dan de uitvoer. Het saldo van in- en uitvoer droeg daardoor weer positief bij aan de economische groei. In het eerste kwartaal van 2018 droeg het exportsaldo voor het eerst in ruim twee jaar negatief bij aan de groei.
Opnieuw meer besteed door consumenten
Consumenten hebben in het tweede kwartaal ruim 2 procent meer besteed dan in het tweede kwartaal van 2017. Ze geven al 17 kwartalen op rij meer uit dan een jaar eerder.
Consumenten besteedden in het tweede kwartaal over vrijwel de hele linie meer dan een jaar eerder. Vooral aan auto’s en elektrische apparaten gaven ze meer uit. Verder besteedden ze meer aan diensten, vooral aan horeca-, vervoer- en communicatiediensten. Uitgaven aan diensten maken ruim de helft van de totale binnenlandse consumptieve bestedingen uit.
De consumptiegroei is in lijn met het verder aantrekken van de werkgelegenheid, waarover het CBS vandaag ook bericht, de daling van de werkloosheid en het verdere herstel op de woningmarkt. Verder ligt het consumentenvertrouwen al sinds eind 2016 op een hoog niveau.
Bouw en zakelijke dienstverlening sterkst gegroeid
De productie van de bouwbedrijven groeide in het tweede kwartaal het sterkst. Verder groeide de zakelijke dienstverlening opnieuw sterk in vergelijking met een jaar eerder. Net als in voorgaande kwartalen was vooral de productie van de uitzendbranche hoger. Dat is ook terug te zien in de banencijfers die CBS vandaag publiceert: het aantal uitzendbanen nam verder toe.
Ook de industrie produceerde meer dan een jaar eerder. In het tweede kwartaal van 2018 groeide vooral de productie van transportmiddelen, machines en elektrische producten. De delfstoffenwinning had opnieuw te maken met krimp.
2018-II (%-mutatie t.o.v. jaar eerder) | |
---|---|
Bouwnijverheid | 10,1 |
Zakelijke dienstverlening | 5 |
Industrie | 4,4 |
Handel, vervoer en horeca | 3,7 |
Informatie en communicatie | 2,8 |
Cultuur, recreatie, overige diensten | 2,7 |
Verhuur en handel onroerend goed | 2,2 |
Overheid, onderwijs en zorg | 1,6 |
Water en afval | 1 |
Energie | -0,4 |
Financiële instellingen | -1 |
Landbouw en visserij | -1 |
Delfstoffenwinning | -14,6 |
Eerste berekening
De eerste berekening, 45 dagen na afloop van een kwartaal, wordt gepubliceerd op basis van de dan beschikbare informatie. Hiermee geeft het CBS een eerste beeld van de stand van de Nederlandse economie. Na deze eerste berekening komt voortdurend meer informatie beschikbaar over de Nederlandse economie, die vervolgens wordt verwerkt in nieuwe berekeningen. De tweede berekening van de economische groei maakt het CBS bekend op vrijdag 21 september. De absolute bijstelling van de tweede berekening ten opzichte van de eerste berekening was de afgelopen vijf jaar gemiddeld 0,1 procentpunt. De twee uitersten bedroegen -0,3 en +0,3 procentpunt.
Bij elke nieuwe berekening bepaalt het CBS ook de nieuwe seizoengecorrigeerde cijfers van de eerder gepubliceerde kwartalen. De groei in de vier voorgaande kwartalen is niet gewijzigd.
Bronnen
Relevante links
- Achtergrond - Bijstellingen nationale rekeningen: algemeen overzicht
- Dossier - Conjunctuur