Werkloosheid voor vierde maand op rij 3,9 procent
De rest van de groep niet-werkenden, ruim 3,8 miljoen, bestond uit mensen die niet recent hebben gezocht en/of niet direct voor werk beschikbaar waren. Hun aantal is in de laatste drie maanden met gemiddeld 11 duizend per maand afgenomen. UWV registreerde eind juni 288 duizend lopende WW-uitkeringen.
354 duizend werklozen volgens de ILO-definitie
Om de conjuncturele ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in verschillende landen te kunnen vergelijken, wordt vaak gebruikgemaakt van de werkloosheidsindicator van de International Labour Organization (ILO). Volgens deze indicator worden mensen van 15 tot 75 jaar zonder betaald werk die hier recent naar hebben gezocht en direct beschikbaar zijn met ‘werkloos’ aangeduid. In juni waren er 354 duizend werklozen, dat komt neer op 3,9 procent van de beroepsbevolking. Dat percentage is nu vier maanden op rij even hoog. Daarmee is de werkloosheid nog steeds hoger dan het laagste punt voor het begin van de crisis in de tweede helft van 2008. Toen was het werkloosheidspercentage namelijk 3,6.
Werkloosheidsindicator (ILO)
(15 tot 75 jaar, seizoengecorrigeerd) (x 1 000)WW-uitkeringen (15 jaar tot AOW-leeftijd) (x 1 000) 2011 j 430 284 2011 f 425 280 2011 m 413 270 2011 a 411 261 2011 m 414 256 2011 j 409 252 2011 j 425 254 2011 a 427 256 2011 s 442 252 2011 o 458 253 2011 n 474 258 2011 d 473 270 2012 j 486 292 2012 f 482 299 2012 m 487 296 2012 a 502 292 2012 m 501 291 2012 j 502 291 2012 j 518 298 2012 a 517 304 2012 s 530 304 2012 o 539 310 2012 n 554 322 2012 d 572 340 2013 j 589 369 2013 f 601 377 2013 m 619 380 2013 a 625 380 2013 m 632 378 2013 j 648 382 2013 j 666 395 2013 a 670 399 2013 s 675 400 2013 o 680 408 2013 n 677 419 2013 d 687 438 2014 j 691 460 2014 f 699 460 2014 m 692 454 2014 a 684 443 2014 m 672 436 2014 j 656 431 2014 j 648 437 2014 a 637 430 2014 s 630 420 2014 o 632 419 2014 n 635 425 2014 d 643 441 2015 j 645 458 2015 f 633 455 2015 m 626 443 2015 a 625 427 2015 m 617 416 2015 j 611 410 2015 j 603 420 2015 a 604 420 2015 s 609 417 2015 o 616 421 2015 n 596 427 2015 d 588 446 2016 j 574 465 2016 f 581 469 2016 m 574 470 2016 a 572 461 2016 m 560 448 2016 j 550 438 2016 j 541 432 2016 a 521 427 2016 s 510 424 2016 o 502 420 2016 n 499 410 2016 d 482 412 2017 j 480 419 2017 f 473 416 2017 m 463 415 2017 a 456 401 2017 m 456 386 2017 j 446 372 2017 j 436 364 2017 a 426 362 2017 s 422 351 2017 o 404 343 2017 n 397 337 2017 d 395 330 2018 j 380 335 2018 f 367 330 2018 m 357 327 2018 a 355 314 2018 m 352 301 2018 j 354 288 Bron: CBS, UWV
UWV: 288 duizend WW-uitkeringen
Eind juni verstrekte UWV 288 duizend lopende WW-uitkeringen. Het aantal WW-uitkeringen daalde ten opzichte van vorige maand met 13 duizend (-4,3 procent). In vergelijking met juni 2017 nam het aantal uitkeringen af met ruim 84 duizend (-22,6 procent). In alle beroepsklassen is het aantal uitkeringen gedaald ten opzichte van een jaar geleden. De sterkste daling is zichtbaar bij de technische beroepen (30,5 procent) en de transport- en logistieke beroepen (30,6 procent).
Het aantal WW-uitkeringen neemt af omdat minder mensen een uitkering aanvragen en omdat mensen de WW verlaten, onder andere vanwege het vinden van werk. De dynamiek van in- en uitstroom is groot. In het eerste half jaar van 2018 verstrekte UWV 172 duizend nieuwe uitkeringen en werden 214 duizend WW-uitkeringen beëindigd. Dat komt neer op een daling van de instroom met 17,4 procent en een daling van de uitstroom met 13,7 procent ten opzichte van dezelfde periode een jaar geleden.
UWV: Langdurige WW-uitkeringen komen vooral voor bij 50-plussers
Een persoon kan meer dan één WW-uitkering ontvangen. Eind juni kregen 278 duizend personen één of meerdere WW-uitkeringen. Bijna 94 duizend personen ontvangen één jaar of langer een WW-uitkering. Langdurige WW komt vooral voor bij 50-plussers. Bijna acht van de tien langdurig-WW’ers zijn 50 jaar of ouder.
Minder werklozen staken zoektocht naar werk
Het aantal werklozen is in juni licht gestegen ten opzichte van de vorige maand. Over de afgelopen drie maanden gezien is het aantal werklozen nog wel licht gedaald met gemiddeld duizend per maand. Hiermee is de daling van de werkloosheid minder groot dan voorheen. Dit komt niet doordat meer mensen die werkten hun baan verloren, maar omdat minder werklozen stopten met de zoektocht naar werk en de arbeidsmarkt verlieten. Meer hierover is te lezen in het vandaag verschenen bericht Minder werklozen staken zoektocht naar werk.
Onbenut arbeidspotentieel
Het CBS publiceert maandelijks over de omvang van de werkzame beroepsbevolking en de niet-werkzame bevolking, waarbij de laatste groep wordt uitgesplitst naar de werkloze beroepsbevolking en de niet-beroepsbevolking (allemaal volgens ILO-definitie). Met de werkloze beroepsbevolking wordt echter niet het totale onbenut arbeidspotentieel beschreven. Behalve werklozen volgens de ILO-indicator worden hiertoe nog andere groepen gerekend. Het gaat om mensen die óf recent gezocht hebben naar werk óf direct beschikbaar zijn voor werk. Deze mensen worden gerekend tot het onbenut arbeidspotentieel, maar vallen buiten de werkloosheidsdefinitie. Ook deeltijders die meer uren willen werken en hiervoor direct beschikbaar zijn, behoren tot het onbenut arbeidspotentieel.
De grootte en samenstelling van deze groepen worden alleen per kwartaal gepubliceerd. Het totaalbeeld dat de onderstaande figuur weergeeft is gebaseerd op de meest recente kwartaalcijfers (eerste kwartaal 2018). Het totale onbenut arbeidspotentieel bestond in het eerste kwartaal van 2018 uit ruim 1,2 miljoen mensen. Een jaar eerder waren dit er nog ruim 1,4 miljoen. De ontwikkeling van het totale onbenut arbeidspotentieel hangt sterk samen met de ontwikkeling van de werkloosheid volgens de ILO-definitie.
Het CBS publiceert maandelijks volgens de internationale richtlijnen over de beroepsbevolking. De bijbehorende indicatoren, de werkzame en werkloze beroepsbevolking, worden wereldwijd gebruikt om de conjuncturele ontwikkelingen op de arbeidsmarkt te beschrijven. Daarbij zijn maandcijfers essentieel. Daarnaast publiceert het UWV maandelijks over het aantal WW-uitkeringen. Deze UWV-cijfers over uitkeringen zijn niet één-op-één vergelijkbaar met de indicatoren over de beroepsbevolking.
Bronnen
- StatLine - Arbeidsdeelname en werkloosheid per maand
Relevante links
- Achtergrond - Wisselingen werkzame, werkloze en niet-beroepsbevolking
- Kwartaalbericht arbeidsmarkt - Vast werk groeit sterker dan flexwerk
- Video - Wanneer telt iemand mee als werkloos?
- UWV - Nieuwsflits
- Dossier - Conjunctuur
- Technische toelichting
- Publicatie - De arbeidsmarkt in cijfers 2017
- Dashboard - Dashboard arbeidsmarkt