Consumptie huishoudens bijna 2 procent hoger in mei

Volgens de CBS Consumptieradar zijn de omstandigheden voor de consumptie in juli ongeveer even gunstig als in mei.

De consumptiecijfers zijn gecorrigeerd voor prijsveranderingen en veranderingen in de samenstelling van de koopdagen.

Consument geeft vooral meer uit aan voeding en diensten

Consumenten hebben in mei bijna 3 procent meer uitgegeven aan voedings- en genotmiddelen. De uitgaven aan diensten, zoals verzekeringen, woninghuur, openbaar vervoer en een bezoek aan restaurant of kapper, waren ruim 2 procent hoger dan een jaar eerder. Uitgaven aan diensten maken ruim de helft van de totale binnenlandse consumptieve bestedingen uit.

Aan duurzame goederen, zoals auto’s, woninginrichtingsartikelen en kleding, werd 1 procent meer uitgegeven dan in mei 2017. Deze groei was minder groot dan in de voorgaande maand (bijna 8 procent). Het gasverbruik was, net als in april, lager dan in dezelfde maand een jaar eerder.

Vorige week meldde het CBS dat de detailhandel in mei ruim 3 procent meer heeft omgezet dan in mei 2017. De verkopen (volume) waren ook ruim 3 procent hoger. Ook dit cijfer is gecorrigeerd voor de samenstelling van koopdagen.

Omstandigheden voor consumptie in juli even gunstig als in mei

Het CBS publiceert elke maand ook over de omstandigheden voor de consumptie in de consumptieradar. De consumptie door huishoudens hangt onder meer samen met de verwachtingen van consumenten, de situatie op de arbeidsmarkt en de ontwikkeling van hun vermogen. De indicatoren in de radar hangen goed samen met de consumptie door huishoudens, maar een verbetering van de omstandigheden betekent niet per se een hogere groei van de consumptie.

Volgens de CBS Consumptieradar zijn de omstandigheden voor de consumptie door Nederlandse huishoudens in juli ongeveer even gunstig als in mei. De ondernemers in de industrie waren minder positief over de toekomstige werkgelegenheid. Hier staat tegenover dat de stijging van de beurskoersen en de groei van de werkzame beroepsbevolking ten opzichte van een jaar eerder groter waren.