Helft van laagopgeleide 25- tot 45-jarige mannen rookt
Voor de analyse naar verschillen in rookgedrag naar geslacht, leeftijd en onderwijsniveau zijn de gegevens van de enquêtes uit 2016 en 2017 samengevoegd.
Rokers (%) | Ex-rokers (%) | Nooit-rokers (%) | |
---|---|---|---|
Totaal | 22,9 | 35,4 | 41,7 |
Mannen | 27,1 | 36,7 | 36,2 |
Vrouwen | 18,8 | 34,2 | 46,9 |
Onderwijsniveau | |||
Laag | 27,1 | 37,6 | 35,3 |
Middelbaar | 25,7 | 35,2 | 39,1 |
Hoog | 15,6 | 33,7 | 50,7 |
Bron: CBS, RIVM, Trimbos |
Twee op de tien 25- tot 45-jarige hoger opgeleide mannen rookt
Bij mannen tussen de 25 en 45 jaar zijn de verschillen in rookgedrag naar onderwijsniveau het grootst. In deze leeftijdscategorie rookt van de laagopgeleide mannen 52 procent en heeft 17 procent ooit gerookt, maar doet dat nu niet meer. Van de hoogopgeleide mannen van deze leeftijd rookt 22 procent en is 23 procent ex-roker. Middelbaar opgeleiden zitten daar tussenin.
De verschillen in rookgedrag van 45- tot 65-jarige mannen naar onderwijsniveau zijn vergelijkbaar, maar minder groot. Het aantal rokers loopt af van 39 procent bij de lager opgeleiden tot 19 procent bij de hoger opgeleiden. Van elk onderwijsniveau geeft ruim een derde aan dat ze ooit wel gerookt hebben. Onder mannen van 65 jaar en ouder zijn minder rokers, en er zijn geen verschillen naar onderwijsniveau. Ruim 60 procent heeft vroeger gerookt.
Rokers (%) | Ex-rokers (%) | Nooit-rokers (%) | |
---|---|---|---|
25 tot 45 jaar | |||
Laag | 52 | 17 | 31 |
Middelbaar | 38 | 21 | 41 |
Hoog | 22 | 23 | 55 |
45 tot 65 jaar | |||
Laag | 39 | 34 | 27 |
Middelbaar | 28 | 35 | 37 |
Hoog | 19 | 35 | 46 |
65 jaar en ouder | |||
Laag | 18 | 63 | 20 |
Middelbaar | 14 | 64 | 22 |
Hoog | 14 | 61 | 25 |
Bron: CBS, RIVM, Trimbos |
Minder rokers en kleinere verschillen naar opleiding bij vrouwen
Vrouwen roken minder vaak dan mannen en ze zijn ook minder vaak ex-roker. De verschillen naar onderwijsniveau zijn bij vrouwen grotendeels vergelijkbaar met die bij mannen. Alleen bij vrouwen van 65 jaar en ouder is er een ander patroon zichtbaar.
Van de 25- tot 45-jarige vrouwen rookt ruim een derde van de laagopgeleiden, tegen iets meer dan 10 procent van de hoogopgeleiden. Ongeveer een kwart van alle vrouwen in deze leeftijdsgroep heeft ooit wel gerookt. Het aandeel dat nooit gerookt heeft is met twee derde het hoogst bij hoogopgeleide vrouwen tussen de 25 en 45 jaar.
De verschillen naar onderwijsniveau bij vrouwen van 65 jaar en ouder wijken af van die bij de andere groepen: de middelbaar opgeleiden roken het vaakst (14 procent). De helft van de laagopgeleide 65-plusvrouwen heeft nooit gerookt, dat zijn er meer dan de middelbaar en hoogopgeleiden (rond de 40 procent).
Rokers (%) | Ex-rokers (%) | Nooit-rokers (%) | |
---|---|---|---|
25 tot 45 jaar | |||
Laag | 34 | 21 | 45 |
Middelbaar | 26 | 25 | 48 |
Hoog | 12 | 23 | 65 |
45 tot 65 jaar | |||
Laag | 29 | 39 | 32 |
Middelbaar | 22 | 38 | 40 |
Hoog | 13 | 38 | 48 |
65 jaar en ouder | |||
Laag | 11 | 38 | 50 |
Middelbaar | 14 | 45 | 41 |
Hoog | 7 | 50 | 43 |
Bron: CBS, RIVM, Trimbos |
Laagopgeleiden roken niet alleen vaker dan hoogopgeleiden, zij roken ook vaker dagelijks. Een kwart van de laagopgeleiden en 9 procent van de hoogopgeleiden van 25 jaar of ouder rookte in 2016/2017 dagelijks. Ook zwaar roken (minstens 20 sigaretten per dag) komt meer voor onder lager opgeleiden. 6 procent van de laagopgeleiden is een zware roker, terwijl zwaar roken onder de hoogopgeleiden nauwelijks voorkomt.
Bronnen
- StatLine - Rookgedrag 25 jaar of ouder, 2016/2017
Relevante links
- Nieuwsbericht – Vooral hoogopgeleiden roken minder
- StatLine – Rookgedrag 12 jaar of ouder