In 2017 meeste stakingen sinds 1989

Werknemers staakten 32 keer in 2017. Dat is zeven keer meer dan in 2016 en meer dan in 29 jaar is voorgekomen. Ook waren er niet eerder zoveel werknemers bij betrokken. Dit meldt CBS op grond van nieuwe cijfers.

Bij de stakingen gingen 306 duizend arbeidsdagen verloren, in 2016 waren dat er nog ruim 19 duizend. De afgelopen twintig jaar is het aantal verloren arbeidsdagen niet zo hoog geweest. Ook het aantal werknemers dat betrokken was bij een staking lag flink hoger dan een jaar eerder. In 2017 waren het er 147 duizend, tegen 11 duizend in 2016.

Verloren arbeidsdagen
 Verloren arbeidsdagen (x 1 000)
'9975,8
'009,4
'0145,1
'02245,5
'0315
'0462,2
'0541,7
'0615,8
'0726,4
'08120,6
'094,6
'1059,2
'1122
'12219,4
'1319,4
'1440,9
'1547,6
'1619,2
'17306,3

Met uitzondering van 2016 is het aantal werkonderbrekingen sinds 2011 elk jaar gestegen. In 2017 waren het er 32, het grootste aantal in bijna dertig jaar. Vooral het aantal kortdurende stakingen nam toe (meer dan één en minder dan vijf werkdagen).

Aantal werkstakingen
 Aantal geschillen
'9924
'0023
'0116
'0216
'0314
'0412
'0528
'0631
'0720
'0821
'0925
'1021
'1117
'1218
'1324
'1425
'1527
'1625
'1732

Meeste stakingen in industrie en vervoer

Werknemers in de industrie en de sector vervoer en opslag staakten in 2017 het vaakst, namelijk 13 en 12 keer. In de industrie gingen zo’n 10 duizend arbeidsdagen verloren, bij vervoer en opslag waren dat er ruim 2 duizend. Bovendien kwamen in deze sectoren samen bijna 2 duizend werknemers op de been om te staken. De meest omvangrijke stakingen deden zich voor in de sector onderwijs.

Stakingen meestal uitgeroepen en beëindigd door vakbonden

In 8 op de 10 gevallen riepen vakbonden de stakingen uit. Bij 6 op de 10 stakingen waren de bonden ook betrokken bij de onderhandelingen die tot het einde van de werkonderbrekingen leidden.

De belangrijkste aanleiding om te gaan staken was een conflict vanwege de cao. Bij een derde van de stakingen was dat het geval. In bijna 30 procent van de werkonderbrekingen ging het om overige geschilpunten en in bijna 20 procent vormden loonkwesties de aanleiding om het werk neer te leggen.

Helft leerkrachten basisscholen ontevreden over salaris

De acties en werkonderbrekingen van de leerkrachten in het basisonderwijs zijn onder meer ingegeven door ontevredenheid over het salaris. Uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA), die CBS en TNO samen uitvoeren, blijkt dat in 2017 de helft van de leerkrachten in het basisonderwijs niet tevreden was over het salaris. Dat is beduidend meer dan in 2016. Het aandeel is ook aanzienlijk groter dan bij collega’s in het secundair onderwijs en de werknemers in de overige beroepen.

Tevredenheid met salaris naar beroep volgens werknemers
   Niet tevreden (%)Tevreden (%)Heel tevreden (%)
Leerkrachten
basisonderwijs
201625,365,19,6
Leerkrachten
basisonderwijs
201750,745,63,7
Docenten
secundair
onderwijs
201621,261,717,1
Docenten
secundair
onderwijs
20171866,116
Overige
beroepen
201620,264,215,6
Overige
beroepen
2017226215,9
Bron: CBS, TNO

Daarnaast zijn er volgens de leerkrachten in het basisonderwijs maatregelen nodig om de werkdruk te verlichten. In 2017 vond bijna 60 procent van de leerkrachten de reeds genomen maatregelen onvoldoende, bijna 30 procent vond dat er geen maatregelen getroffen zijn om de leerkrachten te ontlasten. In 2017 vond een groter deel van de leerkrachten maatregelen nodig dan in 2016. Overigens vond ook het grootste deel van de docenten in het secundair onderwijs dat er (extra) maatregelen nodig zijn om hun werkdruk te verlichten.

Noodzaak arbo-maatregelen tegen werkdruk, werkstress volgens werknemers
   Niet nodig, want het speelt hier niet (%)Niet nodig, er zijn al voldoende maatregelen (%)Wel nodig, genomen maatregelen zijn onvoldoende (%)Wel nodig, er zijn nog geen maatregelen genomen (%)
Leerkrachten
basisonderwijs
20164,023,855,816,4
Leerkrachten
basisonderwijs
20174,011,957,127,0
Docenten
secundair
onderwijs
20166,721,351,920,1Docenten< onderwijs
Docenten
secundair
onderwijs
20175,419,355,120,2
Overige
beroepen
201621,136,431,211,2
Overige
beroepen
201720,035,332,512,2
Bron: CBS, TNO