Vooral in de bouw aandacht voor veilig en gezond werken

Bijna 6 op de 10 werknemers werken in een omgeving waar veel aandacht is voor veilig en gezond werken. Zij geven bijvoorbeeld aan dat zij hier informatie over krijgen, dat mensen zich aan de regels houden en dat er een aanspreekcultuur heerst. Er is vooral veel aandacht voor dit onderwerp in bedrijfstakken waar werknemers vaak gevaarlijk werk doen, zoals in de bouw en de industrie. Aandacht voor veilig en gezond werken gaat samen met een lager verzuim. Dit blijkt uit nieuwe cijfers uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) 2017 van TNO en CBS.

[video: https://www.cbs.nl/nl-nl/video/eb375708bbb24d59af192d1d4d6279ea]
Aandacht voor veilig en gezond werken hangt samen met het soort werk. In bedrijfstakken waar meer werknemers gevaarlijk werk doen is over het algemeen meer aandacht voor veilig en gezond werken dan in bedrijfstakken waar gevaarlijk werk minder voorkomt. Dit geldt ook als sprake is van veel fysiek belastend werk of blootstelling aan stoffen. Veel aandacht voor veilig en gezond werken is er dan ook in de bouw (78 procent), de industrie (72 procent) en de landbouw (68 procent). Bij financiële instellingen en in het openbaar bestuur (beide 50 procent), de ICT (46 procent) en het onderwijs (40 procent) ervaren duidelijk minder werknemers veel aandacht voor veilig en gezond werken.

Gevaarlijk werk en veel aandacht voor veilig en gezond werken, 2017
 Veel aandacht voor veilig en gezond werken (% van werknemers van 15 tot 75 jaar)Gevaarlijk werk (% van werknemers van 15 tot 75 jaar)
Totaal59,323,3
Bouw7843,9
Industrie71,632
Landbouw en visserij68,132,5
Horeca66,329,4
Zorg62,730,3
Vervoer en opslag60,836,7
Groot- en detailhandel59,217,3
Zakelijke dienstverlening56,818,2
Cultuur, sport en recreatie52,315,1
Financiële instellingen50,23,1
Openbaar bestuur49,826
Informatie en communicatie463,6
Onderwijs40,48,9
Bron: CBS, TNO

Veilig en gezond werken leeft niet alleen bij risicoberoepen

De aandacht voor veilig en gezond werken beperkt zich niet tot werknemers die zelf gevaarlijk of fysiek zwaar werk doen, maar is er ook bij werknemers in andere beroepen binnen dezelfde bedrijfstak. Zo geeft in de bouw 77 procent van de werknemers met een technisch beroep aan dat er veel aandacht is voor veilig en gezond werken. Maar ook 75 procent van de werknemers met een administratief beroep in de bouw geeft dit aan. In het onderwijs is minder aandacht voor veilig en gezond werken. Dat geldt voor alle beroepen in die bedrijfstak. Over alle bedrijfstakken samen bezien zijn het de managers die het meest aangeven dat er op hun werk veel aandacht is voor veilig en gezond werken.

Veel aandacht voor veilig en gezond werken, 2017
   veel aandacht (% van werknemers van 15 tot 75 jaar )
BouwTechnische beroepen77,1
BouwBedrijfec. en admin. beroepen75,1
BouwOverige beroepen (incl. managers)82,6
Bouw
OnderwijsPedagogische beroepen36,1
OnderwijsBedrijfsec. en admin. beroepen44,9
OnderwijsOverige beroepen (incl. managers)52,8
Bron: CBS, TNO

Aandacht voor veilig en gezond werken gaat samen met lager verzuim

Aandacht voor veilig en gezond werken gaat in alle bedrijfstakken samen met een lager verzuim. Het grootste verschil is zichtbaar in de bedrijfstak vervoer en opslag. Het verzuim van werknemers die veel aandacht voor veilig en gezond werken ervaren bedraagt daar 3,4 procent. Van werknemers in die bedrijfstak die minder aandacht voor veilig en gezond werken ervaren is het verzuim 6,1 procent. Binnen de bedrijfstak informatie en communicatie is het verschil het kleinst en zijn deze percentages respectievelijk 2,5 procent en 2,9 procent. Of er sprake is van een oorzakelijk verband tussen aandacht voor veilig en gezond en ziekteverzuim kan op grond van de beschikbare gegevens niet worden vastgesteld.

Verzuimpercentage naar mate van aandacht voor veilig en gezond werken, 2017
 Minder aandacht (%)Veel aandacht (%)
Totaal4,73,5
Bouw5,83,5
Industrie5,13,7
Landbouw en visserij3,12,2
Horeca3,82,1
Zorg6,14,8
Vervoer en opslag6,13,4
Groot- en detailhandel42,9
Zakelijke dienstverlening3,92,6
Cultuur, sport en recreatie43,6
Financiële instellingen3,92,3
Openbaar bestuur5,84,7
Informatie en communicatie2,92,5
Onderwijs53,6
Bron: CBS, TNO