Meer mensen wisselen van beroep
Sinds 2015 neemt het aantal mensen dat naar een ander beroep overstapt weer toe. Na een hoogtepunt in 2008 van meer dan een miljoen daalde het aantal beroepswisselaars tot 777 duizend in 2014.
Wisseling: zelfde beroepsklasse (x 1 000) | Wisseling: andere beroepsklasse (x 1 000) | |
---|---|---|
2004 | 237 | 477 |
2005 | 235 | 478 |
2006 | 252 | 537 |
2007 | 287 | 645 |
2008 | 320 | 712 |
2009 | 274 | 653 |
2010 | 247 | 595 |
2011 | 254 | 599 |
2012 | 252 | 578 |
2013 | 256 | 578 |
2014 | 236 | 541 |
2015 | 257 | 594 |
2016 | 259 | 660 |
2017 | 279 | 657 |
Bijna een derde van beroepswisselaars jonger dan 25 jaar
Wisseling van beroep komt naar verhouding vaak voor onder jongeren van 15 tot 25 jaar. Van de 937 duizend beroepswisselaars in 2017 waren er 304 duizend in die leeftijdsgroep. Deels gaat het om jongeren met een bijbaan die op school zitten. Denk aan kassamedewerkers (ingedeeld bij de commerciële beroepen), horecapersoneel (dienstverlenende beroepen) of vakkenvullers en dagbladbezorgers (transport en logistieke beroepen). Iemand die vakkenvuller is en overstapt naar een baan als glazenophaler, verandert dus van beroepsklasse.
Bij hoger opgeleide 25-plusser vaker beroepswissel
Van de werkende jongeren had in 2017 bijna een derde een ander beroep dan een jaar eerder. Bij de overige leeftijdscategorieën ging het om een veel kleiner deel. Bij de 25-tot 45-jarigen was dit 13 procent en bij de 45-plussers slechts 6 procent. Onder 25-plussers neemt wisseling van beroep toe met het behaalde onderwijsniveau. Van de lager opgeleiden in deze leeftijdsgroep had 6 procent in 2017 een ander beroep dan het jaar ervoor, bij hoger opgeleiden was dit 11 procent.
Onderwijsniveau (%) | |
---|---|
Hoog | 10,6 |
Middelbaar | 9,0 |
Laag | 6,2 |
Twee derde 25-plussers naar andere beroepsklasse
Van de 633 duizend beroepswisselaars van 25 tot 75 jaar ging twee derde aan de slag in een andere beroepsklasse. Het vaakst komt dit voor bij beroepswisselaars uit de dienstverlenende beroepen (negen op de tien), en in het openbaar bestuur- en veiligheidsberoepen en agrarische beroepen.
Het overige deel van de beroepswisselaars oefende wel een ander beroep uit, maar bleef werken binnen de beroepsklasse. Dit komt relatief vaak voor bij mensen met een beroep dat met zorg en welzijn te maken heeft; in 2017 ging het om 54 procent. Het gaat dan bijvoorbeeld om verpleegkundigen die verdergaan als gespecialiseerd verpleegkundige.
Wisseling beroep zelfde klasse (%) | Wisseling beroep naar andere klasse (%) | |
---|---|---|
Commerciële beroepen | 3,50 | 9,3 |
Bedrijfseconomische en administratieve beroepen | 4,70 | 6,4 |
Openbaar bestuur, veiligheid en juridische beroepen | 1,40 | 8,8 |
Managers | 2,70 | 7,3 |
Dienstverlenende beroepen | 0,90 | 8,2 |
ICT beroepen | 2,70 | 6,2 |
Pedagogische beroepen | 2,70 | 5,8 |
Creatieve en taalkundige beroepen | 1,40 | 6,9 |
Technische beroepen | 3,20 | 5 |
Transport en logistiek beroepen | 2,10 | 6 |
Zorg- en welzijnsberoepen | 3,60 | 3,1 |
Agrarische beroepen | 1,00 | 5,4 |
Bronnen
- StatLine - Beroepswisseling; beroepsklasse
- StatLine - Beroepswisseling; leeftijd en onderwijsniveau