Aantal werkenden stijgt opnieuw

Over dit onderwerp zijn nieuwere cijfers beschikbaar. Bekijk de laatste cijfers.
© Hollandse Hoogte
Het aantal 15- tot 75-jarigen met betaald werk is de afgelopen drie maanden met gemiddeld 11 duizend per maand toegenomen. Het waren er in februari bijna 8,7 miljoen, meldt het CBS. Toch was de arbeidsdeelname nog lager dan bij het begin van de crisis. Ruim 4,2 miljoen mensen hadden om uiteenlopende redenen geen betaald werk. Onder hen waren 367 duizend mensen die aangaven recent naar werk te hebben gezocht en daarvoor ook direct beschikbaar te zijn. Zij zijn volgens de ILO-definitie werkloos. Gemiddeld nam hun aantal in de laatste drie maanden af met 10 duizend per maand.

De rest van deze groep niet-werkenden, bijna 3,9 miljoen, bestond uit mensen die niet recent hebben gezocht en/of niet direct voor werk beschikbaar waren. Hun aantal is in de laatste drie maanden met gemiddeld 4 duizend per maand toegenomen, zo meldt het CBS. UWV registreerde een afname van het aantal WW-uitkeringen naar 330 duizend in februari.

Schema veranderingen beroepsbevolking

Werkloosheidspercentage (ILO) gedaald naar 4,1

Om de conjuncturele ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in verschillende landen te kunnen vergelijken, wordt vaak gebruikgemaakt van de werkloosheidsindicator van de International Labour Organization (ILO). Volgens deze indicator worden mensen van 15 tot 75 jaar zonder betaald werk die hier recent naar hebben gezocht en direct beschikbaar zijn met ‘werkloos’ aangeduid. In februari waren er 367 duizend werklozen, oftewel 4,1 procent van de beroepsbevolking. In januari bedroeg het werkloosheidspercentage 4,2.

Het werkloosheidscijfer omvat niet iedereen zonder werk die wil werken. Mensen die wel willen werken, maar om wat voor reden dan ook recent niet gezocht hebben en/of niet direct beschikbaar waren, vallen buiten de werkloosheidsdefinitie van de ILO. Ook mensen die in deeltijd werken en die meer uren willen werken vallen hierbuiten. Het CBS beschrijft deze groepen op kwartaalbasis. Ook over het aantal uren dat mensen per week werken publiceert het CBS kwartaalcijfers. Bij het maandcijfer over mensen met betaald werk (de werkzame beroepsbevolking) worden alle werkenden meegeteld, ongeacht het aantal uren dat zij werken.

Werkloosheid (ILO-indicator) en WW-uitkeringen, seizoengecorrigeerd
   Werkloosheidsindicator (ILO)
(15 tot 75 jaar, seizoengecorrigeerd) (x 1 000)
WW-uitkeringen (15 jaar tot AOW-leeftijd) (x 1 000)
2011j430284
2011f425280
2011m413270
2011a411261
2011m414256
2011j409252
2011j425254
2011a427256
2011s442252
2011o458253
2011n474258
2011d473270
2012j486292
2012f482299
2012m487296
2012a502292
2012m501291
2012j502291
2012j518298
2012a517304
2012s530304
2012o539310
2012n554322
2012d572340
2013j589369
2013f601377
2013m619380
2013a625380
2013m632378
2013j648382
2013j666395
2013a670399
2013s675400
2013o680408
2013n677419
2013d687438
2014j691460
2014f699460
2014m692454
2014a684443
2014m672436
2014j656431
2014j648437
2014a637430
2014s630420
2014o632419
2014n635425
2014d643441
2015j645458
2015f633455
2015m626443
2015a625427
2015m617416
2015j611410
2015j603420
2015a604420
2015s609417
2015o616421
2015n596427
2015d588446
2016j574465
2016f581469
2016m574470
2016a572461
2016m560448
2016j550438
2016j541432
2016a521427
2016s510424
2016o502420
2016n499410
2016d482412
2017j480419
2017f473416
2017m463415
2017a456401
2017m456386
2017j446372
2017j436364
2017a426362
2017s422351
2017o404343
2017n397337
2017d395330
2018j380335
2018f367330

UWV: Daling WW zet door

Het aantal lopende WW-uitkeringen daalde in februari met 1,6 procent ten opzichte van de maand ervoor naar 330 duizend. Dit komt overeen met 316 duizend personen. In januari 2018 steeg het aantal WW-uitkeringen nog vanwege seizoensinvloeden, maar nu zet de dalende trend weer door. Van de personen met een WW-uitkering had 32 procent één jaar of langer een WW-uitkering.

UWV: WW daalde in bijna alle sectoren

Ten opzichte van een jaar geleden nam het aantal WW uitkeringen af met ruim 86 duizend (-20,7 procent). Het aantal WW-uitkeringen daalde in alle beroepsklassen en sectoren, met uitzondering van de financiële dienstverlening. In deze sector is het voor veel werkzoekenden nog altijd lastig om aan de slag te gaan. De bouwnijverheid kende de grootste procentuele daling (-41,5 procent).

Arbeidsdeelname nog altijd lager dan bij begin crisis

In februari had 67,2 procent van de 15- tot 75-jarigen betaald werk. De nettoarbeidsparticipatie bereikte in februari 2009 de hoogste waarde met 68,3 procent en daalde daarna tot 64,4 procent begin 2014. Sindsdien groeit dit aandeel weer vrijwel elke maand. Bij 45-plussers ligt de arbeidsdeelname hoger dan begin 2009. Bij de groep van 25 tot 45 jaar is die echter nog steeds lager dan bij het begin van de crisis, waarbij het verschil voor mannen het grootst is. Desondanks was de arbeidsdeelname in februari 2018 met 89,3 procent het hoogst voor mannen van 25 tot 45 jaar. Dit is nog altijd zo’n 10 procentpunt hoger dan hun vrouwelijke leeftijdsgenoten.
Meer over de ontwikkelingen in deze leeftijdsgroep is te lezen in het nieuwsartikel ‘Werkloosheid mannen 25-44 ruim hoger dan voor crisis’.

Nettoarbeidsparticipatie, seizoengecorrigeerd
   2009 feb (%)2014 mrt (%)2018 feb (%)
Mannen15 tot 2564,658,462,1
Mannen25 tot 4593,786,589,3
Mannen45 tot 7563,462,064,4
Vrouwen15 tot 2564,557,865,1
Vrouwen25 tot 4581,277,579,6
Vrouwen45 tot 7546,547,450,8

Onbenut arbeidspotentieel

Het CBS publiceert maandelijks over de omvang van de werkzame en werkloze beroepsbevolking en de niet-beroepsbevolking (ILO-definitie). Met de werkloze beroepsbevolking wordt echter niet het totale onbenut arbeidspotentieel beschreven. Behalve werklozen volgens de ILO-indicator worden hiertoe nog andere groepen gerekend. De grootte en samenstelling van deze groepen worden alleen per kwartaal gepubliceerd. Het totaalbeeld dat hieronder volgt, is daarom gebaseerd op de meest recente kwartaalcijfers (vierde kwartaal 2017). De ontwikkeling van het totale onbenut arbeidspotentieel hangt sterk samen met de ontwikkeling van de werkloosheid volgens de ILO-definitie.

Bijna 8,7 miljoen werkenden in vierde kwartaal

In het vierde kwartaal van 2017 hadden van de 12,9 miljoen mensen van 15 tot 75 jaar bijna 8,7 miljoen betaald werk en waren er 391 duizend werkloos (ILO-werkloosheidsindicator; niet-seizoengecorrigeerd). Daarvan waren er 138 duizend die twaalf maanden of langer op zoek zijn naar werk. Bijna twee op de drie langdurig werklozen waren 45 jaar of ouder. Alle werkenden en werklozen samen vormen de beroepsbevolking.

Het andere deel, bijna 3,9 miljoen, behoorde niet tot de beroepsbevolking. Het grootste deel hiervan wil of kan niet werken (ruim 3,2 miljoen), bijvoorbeeld vanwege opleiding, zorg, ziekte of hoge leeftijd. Daarnaast zijn er 205 duizend mensen die wél willen werken, maar niet recent op zoek én niet direct beschikbaar zijn.
Daarbij gaat het bijvoorbeeld om mensen die een opleiding of studie volgen. Verder zijn er mensen die óf recent hebben gezocht (153 duizend) óf direct beschikbaar zijn voor werk (257 duizend).

Schema samenstelling beroepsbevolking

Niet alleen onder mensen zonder werk is er onbenut arbeidspotentieel. Onder de 4,2 miljoen mensen die in deeltijd werken, waren er in het vierde kwartaal ook nog 420 duizend die meer uren willen werken en daarvoor ook direct beschikbaar zijn. Het totale onbenut arbeidspotentieel bestond in het vierde kwartaal van 2017 uit ruim 1,2 miljoen mensen. Een jaar eerder waren dit er nog bijna 1,4 miljoen.