Jonge vrouwen relatief vaak vermoeid door werk
Van alle werknemers van 15 tot 75 jaar had bijna 15 procent last van werkgerelateerde psychische vermoeidheid (burn-outklachten), vrouwen iets vaker dan mannen. Vermoeidheidsklachten komen meer voor naarmate het aantal gewerkte uren in een week hoger is. Daarnaast hebben alleenstaanden vaker dergelijke klachten dan mensen die samenleven met een partner, kinderen of beide.
Vrouwen (%) | Mannen (%) | |
---|---|---|
Totaal (15 tot 75 jaar) | 15,3 | 14 |
Type huishouden | ||
Alleenstaande | 21,5 | 17,2 |
Eenoudergezin | 17,1 | 15,7 |
Paar zonder kinderen | 16,3 | 15,1 |
Paar met kinderen | 12,4 | 12,4 |
Arbeidsduur (werkweek) | ||
Minder dan 12 uur | 8,9 | 7,4 |
12 tot 25 uur | 13,2 | 11,9 |
25 tot 35 uur | 18 | 16,7 |
35 uur of meer | 19,3 | 14,9 |
Bron: CBS, TNO |
Jonge vrouwen vaakst psychisch vermoeid door werk
Het aandeel werknemers met psychische vermoeidheidsklachten door werk is groter onder 25- tot 35-jarigen dan in de andere leeftijdsgroepen. Dat werknemers van 25 tot 35 jaar vaker werkgerelateerde vermoeidheid rapporteren, hangt onder meer samen met de arbeidsduur en de gezinssituatie. Zij hebben gemiddeld een langere werkweek en zijn ook vaker alleenstaand.
In vrijwel alle leeftijdsgroepen kampen vrouwen vaker met psychische vermoeidheid ten gevolge van het werk dan mannen. Vrouwen van 25 tot 35 jaar hebben het vaakst dergelijke klachten. Van vrouwen in deze leeftijdscategorie had ruim 18 procent vermoeidheidsklachten, tegen 16 procent van de mannen.
Mannen (%) | Vrouwen (%) | |
---|---|---|
15 tot 25 jaar | 9,3 | 11,6 |
25 tot 35 jaar | 16 | 18,3 |
35 tot 45 jaar | 14,3 | 15,2 |
45 tot 55 jaar | 15 | 15,2 |
55 tot 65 jaar | 15,5 | 16 |
65 tot 75 jaar | 4 | 2,2 |
Bron: CBS, TNO |
Vaker snel of hard werken en minder zelfstandigheid
Dat vrouwen vaker dan mannen last hebben van psychische vermoeidheid hangt ermee samen dat zij vaker extra hard of erg snel moeten werken, of heel veel werk moeten verrichten. Ook zien zij minder vaak dan mannen mogelijkheden om zelfstandig te beslissen hoe het werk wordt uitgevoerd, of om zelf de volgorde of het tempo van de werkzaamheden te bepalen.
Vrouwen werken vaker dan mannen in de gezondheidszorg en in het onderwijs, waar relatief veel werknemers onder druk moeten werken en een geringe autonomie ervaren.
Mannen (% werknemers met antwoord 'altijd' of 'vaak') | Vrouwen (% werknemers met antwoord 'altijd' of 'vaak') | |
---|---|---|
Erg snel werken | 34,6 | 37,7 |
Heel veel werk doen | 43 | 47,3 |
Extra hard werken | 28,7 | 32,6 |
Bron: CBS, TNO |
Mannen (% werknemers met antwoord ‘ja, regelmatig’ ) | Vrouwen (% werknemers met antwoord ‘ja, regelmatig’ ) | |
---|---|---|
Zelf beslissen | 65,5 | 53,5 |
Volgorde werkzaamheden bepalen | 64,1 | 58,4 |
Werktempo bepalen | 60,8 | 50,1 |
Oplossingen bedenken | 72,3 | 62,6 |
Verlof nemen | 54,1 | 41,6 |
Werktijden bepalen | 26,6 | 20,9 |
Bron: CBS, TNO |
Bronnen
- StatLine – Psychosociale arbeidsbelasting