Nederland koploper in Europa met internettoegang

Man met telefoon en laptop en een kop koffie
Nederland behoort tot de kopgroep van EU-28-landen met de meeste huishoudens die toegang hebben tot internet. In 2017 had 98 procent van de Nederlandse huishoudens thuis internet, het Europese gemiddelde was 87 procent. Ook met snelle breedbandverbindingen behoort Nederland tot de top. Dat blijkt uit een analyse door het CBS van cijfers van Eurostat.

Huishoudens in EU-28 met internet thuis
 2017 (%)2015 (%)
Nederland9896
Denemarken9792
Luxemburg9797
Zweden9591
Verenigd Koninkrijk9491
Finland9490
Duitsland9390
Oostenrijk8982
Estland8888
Ierland8885
EU-288783
Frankrijk8683
België8682
Malta8582
Spanje8379
Tsjechië8379
Hongarije8276
Polen8276
Slovenië8278
Slowakije8179
Italië8175
Cyprus7971
Letland7976
Portugal7770
Roemenië7668
Kroatië7677
Litouwen7568
Griekenland7168
Bulgarije6759
 

In 2017 had 98 procent van de Nederlandse huishoudens thuis toegang tot internet. Nederland behoort daarmee tot de best scorende Europese landen. Ook Luxemburg en Denemarken (97 procent), Zweden (95 procent) en Finland (95 procent) behoren in Europa tot de kopgroep van landen met de meeste huishoudens met een internetaansluiting.
Binnen de EU had gemiddeld 87 procent van de huishoudens in 2017 een internetaansluiting, een toename van 4 procentpunten vergeleken met 2015. Toen stond Luxemburg met 97 procent bovenaan, gevolgd door Nederland met 96 procent.

Het aandeel huishoudens met internet is in veel Zuid- en Oost-Europese landen aanzienlijk kleiner. Toch hebben deze landen de afgelopen jaren een inhaalslag gemaakt.

Huishoudens in EU-28 met breedbandverbinding thuis, 2017
 2017 (%)
Nederland98
Luxemburg97
Finland93
Zweden93
Verenigd Koninkrijk93
Denemarken92
Duitsland92
Ierland88
Oostenrijk88
Estland87
Malta85
EU-2885
België84
Tsjechië83
Spanje83
Hongarije82
Slovenië82
Slowakije79
Italië79
Cyprus79
Frankrijk79
Polen78
Kroatië76
Letland76
Portugal76
Litouwen75
Roemenië74
Griekenland71
Bulgarije67

Vrijwel alle Nederlandse huishoudens hebben thuis een breedbandverbinding.

Nederland stond met 98 procent van alle huishoudens in 2017 bovenaan in de Europese ranglijst, gevolgd door Luxemburg en Finland. In de EU-28 had gemiddeld 85 procent van de huishoudens vorig jaar een breedband internetverbinding.

Nederland en Zweden aan kop in mobiel internet

Nederland en Zweden scoorden in 2017 met 87 procent het hoogste in Europa als het gaat om internetgebruik met mobiele apparaten, buitenshuis of buiten het werk. Gemiddeld gebruikte in de EU 65 procent van de bevolking -van 16 tot en met 74 jaar- vorig jaar internet op mobiele apparaten. Nederland heeft een snelle groei meegemaakt. In 2012 was nog maar 55 procent van de bevolking mobiel internetgebruiker.

In Zweden gebruikte vijf jaar geleden al 70 procent van de mensen het mobiele internet buitenshuis of buiten het werk.

Personen (16 tot 75 jaar) met mobiel internet, 2017
 2017 (%)
Nederland87
Zweden87
Verenigd Koninkrijk84
Denemarken83
Luxemburg82
Finland79
Spanje78
Ierland75
België75
Duitsland75
Oostenrijk74
Malta71
Cyprus70
Estland68
Frankrijk68
EU-2865
Slowakije64
Slovenië63
Hongarije62
Tsjechië60
Portugal58
Letland57
Bulgarije56
Litouwen55
Roemenië53
Griekenland53
Kroatië51
Polen40
Italië32

Vooral smartphones zijn erg populair

In 2017 gebruikte 84 procent van de Nederlanders en Zweden een smartphone buiten het huis of werk. Zij liepen daarmee voorop in de EU, waar gemiddeld 63 procent gebruik maakte van een smartphone. In 2015 was het smartphonegebruik een stuk lager in Nederland en Zweden, toen maakte respectievelijk 71 procent en 74 procent van de inwoners gebruik van een smartphone.
Laptops, notebooks en tablets werden door 54 procent van de Nederlanders gebruikt buitenshuis of buiten het werk in 2017. In Zweden was dat 7 procentpunten lager.

Verantwoording/toelichting

Om informatie te verkrijgen over hoe huishoudens en personen ICT en internet gebruiken in de Europese Unie, voeren de Europese Statistische Bureaus sinds 2005 jaarlijks de enquête ICT-gebruik van huishoudens en personen uit. Alle 28 landen gebruiken elk jaar een geharmoniseerde vragenlijst om de resultaten te kunnen vergelijken. De onderzoekpopulatie bestaat uit de bevolking van 16 tot en met 74 jaar.