Welvaartsgroepen

De huishoudens van de ouders zijn verdeeld in drie welvaartsgroepen van gelijke omvang. De welvaartsgroepen zijn gebaseerd op de relatieve positie van het gestandaardiseerd jaarinkomen van het huishouden binnen de totale verdeling van particuliere huishoudens op 31 december van het voor-examenjaar, en op de relatieve positie van het vermogen van het huishouden op 1 januari van het examenjaar. Als de ouders niet meer getrouwd of samenwonend zijn, wordt het gemiddelde gebruikt van de relatieve posities van het gestandaardiseerd jaarinkomen en van het vermogen van beide ouders.