Huishoudensinkomen
In het onderzoek is het jaarinkomen meegenomen van het huishouden waar de mbo-gediplomeerden woonden vier jaar voor ze doorstroomden naar het hbo. Alleen mbo’ers die op dat moment bij hun ouder(s) (en een eventuele partner) woonden, zijn meegenomen in het onderzoek. Dit betrof zowel bij de analyse van doorstroom als bij de analyse van studiesucces 95 procent van de totale onderzoekspopulatie.
Het inkomen betreft het gestandaardiseerd besteedbaar huishoudensinkomen. Dit is het besteedbaar huishoudensinkomen gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden. Op deze wijze zijn de welvaartsniveaus van huishoudens onderling vergelijkbaar gemaakt
Het gestandaardiseerd besteedbaar huishoudensinkomen is in de analyses meegenomen in tien categorieën, gebaseerd op de tien inkomensdecielen van alle huishoudens in Nederland. De indeling in decielen houdt in dat van alle Nederlandse huishoudens de tien procent met de laagste inkomens in het eerste inkomensdeciel valt, de volgende tien procent in het tweede inkomensdeciel, en zo verder.
In het onderzoek is alleen het inkomen meegenomen, niet het vermogen.