Werkloosheid mannen 25-44 ruim hoger dan voor crisis
Van de mannelijke beroepsbevolking van 25 tot 45 jaar was 3,2 procent in het derde kwartaal van 2017 op zoek naar werk en direct beschikbaar om te starten (dit zijn de werklozen volgens de definitie van de ILO). Dat percentage is weliswaar een stuk lager dan in 2014, maar nog steeds meer dan drie keer zo hoog als aan het begin van de crisis, toen dat 0,9 was.
Net als voor de crisis is van de vrouwen in de beroepsbevolking een groter deel werkloos. Maar het verschil tussen 2017 en 2008 is minder groot dan bij de mannen. Iets dergelijks geldt ook voor de 45-plussers. De werkloosheid is daar hoger dan onder 25- tot 45-jarigen, vooral doordat onder 55- tot 65-jarigen het werkloosheidspercentage relatief hoog is. Maar het verschil tussen 2017 en 2008 is ook hier kleiner.
2008 derde kwartaal (% van de beroepsbevolking) | 2017 derde kwartaal (% van de beroepsbevolking) | ||
---|---|---|---|
Mannen | 15-24 | 8,7 | 8,3 |
Mannen | 25-44 | 0,9 | 3,2 |
Mannen | 45-74 | 2,5 | 3,7 |
Vrouwen | 15-24 | 7,4 | 8,6 |
Vrouwen | 25-44 | 3,5 | 3,8 |
Vrouwen | 45-74 | 3,4 | 4,4 |
Meer mannen tot 45 jaar niet actief op de arbeidsmarkt
Bij mannen van 25 tot 45 jaar is niet alleen de werkloosheid hoger dan voor de crisis. Ook het percentage mannen van deze leeftijd dat niet (meer) deelneemt op de arbeidsmarkt is toegenomen, van bijna 5 naar ruim 8 procent. Dat geldt ook voor mannen van 15 tot 25 jaar. Bij 45-plussers - mannen en vrouwen - nam het percentage dat niet tot de beroepsbevolking behoort juist af; bij vrouwen tot 45 jaar bleef dit ongeveer gelijk. Tot het begin van de crisis daalde het percentage dat niet actief was op de arbeidsmarkt bij vrouwen van deze leeftijd nog.
2008 3e kwartaal (% van de bevolking) | 2017 3e kwartaal (% van de bevolking) | ||
---|---|---|---|
Mannen | 15-24 | 27,6 | 31,4 |
Mannen | 25-44 | 4,7 | 8,3 |
Mannen | 45-74 | 35,9 | 33,6 |
Vrouwen | 15-24 | 29,4 | 28,8 |
Vrouwen | 25-44 | 16,7 | 17,4 |
Vrouwen | 45-74 | 52,9 | 47 |
Arbeidsdeelname 25- tot 45-jarigen nog niet hersteld
Tijdens de crisis nam bij 25- tot 45-jarigen het aantal werklozen en het aantal mensen dat niet actief was op de arbeidsmarkt dus toe. Tegelijkertijd nam het percentage dat werkt, de arbeidsdeelname, af. Sinds 2014 neemt de arbeidsdeelname bij 25- tot 45-jarigen in totaal wel weer toe. De afname ten opzichte van 2008 is het grootst bij de laagopgeleiden. Bij de laagopgeleide mannen van 25 tot 45 jaar werkte in het derde kwartaal van 2008 nog bijna 89 procent. In hetzelfde kwartaal van 2017 was dat bijna 77 procent. Bij de hoogopgeleide vrouwen van 25 tot 45 jaar nam de arbeidsdeelname iets toe in vergelijking met 2008.
2008 3e kwartaal (% van de bevolking) | 2017 3e kwartaal (% van de bevolking) | ||
---|---|---|---|
Mannen | Laag | 88,8 | 76,6 |
Mannen | Middelbaar | 95,8 | 89 |
Mannen | Hoog | 96,7 | 93,9 |
Vrouwen | Laag | 62 | 52,1 |
Vrouwen | Middelbaar | 81,7 | 77,2 |
Vrouwen | Hoog | 88,9 | 89,2 |
Bronnen
- Statline - Arbeidsdeelname