Consumentenprijzen 1,4 procent hoger in 2017
Na drie jaar met geringe prijsstijgingen zijn de consumentenprijzen in 2017 weer sterker gestegen. In 2016 was de prijsstijging van goederen en diensten met 0,3 procent nog de laagste in bijna 30 jaar.
Autobrandstoffen en elektriciteit duurder
De grotere stijging van de consumentenprijzen in 2017 is vooral toe te schrijven aan de prijsontwikkeling van autobrandstoffen en elektriciteit. In 2017 was benzine 5,2 procent duurder dan in 2016. Elektriciteit daalde in 2016 met 14,8 procent in prijs doordat de belastingen hierop werden verlaagd. In 2017 ging de energiebelasting weer omhoog en was elektriciteit 1,1 procent duurder dan in 2016.
De prijzen van voedingsmiddelen waren gemiddeld 2,7 procent hoger dan in 2016. Dit is de sterkste prijsstijging na 2008. In 2016 waren voedingsmiddelen 0,8 procent duurder dan een jaar eerder. Ook pakketreizen naar het buitenland en het verblijf in een bungalowpark stegen sterker in prijs dan een jaar eerder.
2016 | 2017 | |
---|---|---|
Totaal | 0,3 | 1,4 |
Huisvesting, water en energie | 0,16 | 0,4 |
Vervoer | -0,12 | 0,32 |
Voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken | 0,11 | 0,31 |
Horeca | 0,1 | 0,21 |
Recreatie en cultuur | 0,11 | 0,14 |
Consumptie in het buitenland | -0,03 | 0,13 |
Diverse goederen en diensten | 0,04 | 0,07 |
Kleding en schoeisel | 0,03 | -0,05 |
Communicatie | -0,16 | -0,22 |
Cao-lonen hoger dan consumentenprijzen
Voor het derde jaar op rij zijn de cao-lonen sterker gestegen dan de consumentenprijzen. De stijging van de cao-lonen kwam in 2017 uit op 1,5 procent. De lonen gingen minder hard omhoog dan in 2016, toen de loonstijging 1,8 procent was. Het verschil tussen de stijging van de cao-lonen en de consumentenprijzen is in 2017 kleiner dan in de twee voorafgaande jaren.
CPI | Cao-lonen per uur inclusief bijzondere beloningen | |
---|---|---|
1997 | 2,2 | 3 |
1998 | 2 | 3,3 |
1999 | 2,2 | 3,3 |
2000 | 2,6 | 3,3 |
2001 | 4,5 | 4,4 |
2002 | 3,4 | 3,6 |
2003 | 2,1 | 2,8 |
2004 | 1,2 | 1,3 |
2005 | 1,7 | 0,7 |
2006 | 1,1 | 2 |
2007 | 1,6 | 2,1 |
2008 | 2,5 | 3,3 |
2009 | 1,2 | 2,8 |
2010 | 1,3 | 1,3 |
2011 | 2,3 | 1,1 |
2012 | 2,5 | 1,4 |
2013 | 2,5 | 1,2 |
2014 | 1 | 0,9 |
2015 | 0,6 | 1,4 |
2016 | 0,3 | 1,8 |
2017 | 1,4 | 1,5 |
Stijging consumentenprijzen in Nederland iets lager dan in de eurozone
Naast de consumentenprijsindex (CPI) berekent het CBS ook de Europees geharmoniseerde prijsindex (HICP).
In 2017 was de prijsstijging van goederen en diensten in Nederland volgens de HICP gemiddeld 1,3 procent. De prijsstijging in de eurozone is uitgekomen op 1,5 procent. Zowel voor Nederland als de eurozone is de prijsstijging in 2017 een stuk hoger dan de prijsstijgingen in de voorgaande drie jaar.
Nederland | Eurozone | |
---|---|---|
1997 | 1,9 | 1,6 |
1998 | 1,8 | 1,1 |
1999 | 2 | 1,1 |
2000 | 2,3 | 2,1 |
2001 | 5,1 | 2,3 |
2002 | 3,9 | 2,2 |
2003 | 2,2 | 2,1 |
2004 | 1,4 | 2,1 |
2005 | 1,5 | 2,2 |
2006 | 1,6 | 2,2 |
2007 | 1,6 | 2,1 |
2008 | 2,2 | 3,3 |
2009 | 1 | 0,3 |
2010 | 0,9 | 1,6 |
2011 | 2,5 | 2,7 |
2012 | 2,8 | 2,5 |
2013 | 2,6 | 1,4 |
2014 | 0,3 | 0,4 |
2015 | 0,2 | 0 |
2016 | 0,1 | 0,2 |
2017 | 1,3 | 1,5 |
De HICP wordt volgens de Europees geharmoniseerde methode berekend zodat deze kan worden vergeleken met andere lidstaten van de Europese Unie. De prijsindexcijfers voor de eurozone en de Europese Unie als geheel worden berekend uit de HICP’s van de afzonderlijke lidstaten. De Europese Centrale Bank (ECB) gebruikt deze cijfers voor het monetaire beleid.
De HICP houdt in tegenstelling tot de CPI geen rekening met de kosten van het wonen in de eigen woning. In de CPI worden deze kosten berekend aan de hand van de ontwikkeling van woninghuren.
Bronnen
- StatLine - Consumentenprijzen
- StatLine - Consumentenprijsindex; vanaf 1963
Relevante links
- Achtergrond - CPI -Achtergrond jaarlijkse basisverlegging 2017
- Visualisatie - Prijzendashboard
- Dossier - Conjunctuur
- Nieuwsbericht - Consumentenprijzen in december 1,3 procent hoger