Ruim kwart gescheiden ouders kiest voor co-ouderschap

Een alleenstaande vader stofzuigt de huiskamer terwijl zijn beide zoons op een iMac computer spelletjes spelen
© Hollandse Hoogte / Henk Braam
Van de in 2010 gescheiden ouders koos 27 procent voor co-ouderschap. De kinderen wonen dan ongeveer net zo vaak bij de vader als bij de moeder. Twee jaar na de scheiding had 80 procent nog steeds een co-ouderschap. Dat blijkt uit een analyse in het kader van het onderzoek ‘Nieuwe Families in Nederland’, dat de Universiteit Utrecht in samenwerking met het CBS heeft uitgevoerd.

Meer dan 600 duizend kinderen onder de 17 jaar woonden in 2015 niet in een gezin met twee eigen ouders. Dat waren er bijna 200 duizend meer dan twintig jaar eerder. De verwachting in de CBS-huishoudensprognose is dat de stijgende trend aanhoudt. Ruim de helft van de kinderen die niet bij beide eigen ouders wonen, maakten een scheiding van hun ouders mee. Een toenemend aantal kinderen woont al vanaf de geboorte in een eenoudergezin.

Kinderen tot 17 jaar die niet bij beide ouders wonen
 Woont niet met beide ouders (x 1 000)
1996431
1997436
1998446
1999460
2000475
2001490
2002504
2003522
2004535
2005543
2006550
2007552
2008556
2009565
2010574
2011584
2012589
2013597
2014605
2015609

Kinderen van co-ouders hebben twee ouderlijke huizen

Uit de woongegevens kan niet worden afgeleid waar het kind werkelijk verblijft na een scheiding, omdat iemand maar op één adres kan worden ingeschreven. Uit de enquête onder gescheiden ouders van het onderzoek ‘Nieuwe Families in Nederland’ blijkt dat 27 procent van de in 2010 gescheiden paren voor co-ouderschap heeft gekozen. De kinderen krijgen dus twee ouderlijke huizen. Bij 70 procent van de gescheiden paren gingen de kinderen (voornamelijk) bij de moeder wonen, bij 3 procent werd de vader de hoofdopvoeder. Ouders die kiezen voor co-ouderschap zijn relatief hoogopgeleid en hadden relatief weinig onderlinge conflicten rond de scheiding.

Verblijfregeling kinderen na scheiding in 2010
 Co-ouderschap (%)Bij moeder (%)Bij vader (%)
Opleidingsniveau moeder
Laag20746
Midden24733
Hoog40591
Conflicten bij scheiding
Weinig31663
Veel20764

Co-ouderschap meestal duurzaam

Tachtig procent van de ouders die na hun scheiding kozen voor een gelijke verdeling van de dagelijkse opvoeding van hun kinderen, heeft ook twee jaar later nog co-ouderschap. In 15 procent van de gevallen is de woning van de moeder het hoofdverblijf geworden, bij 5 procent werd de vader de hoofdverzorger.
Hoogopgeleide ouders en ouders die weinig conflicten hadden bij de scheiding handhaven vaker de afgesproken co-ouderschapsregeling. Heel jonge kinderen of juist oudere kinderen en kinderen met problemen zijn twee jaar na het begin van een co-ouderschap wat vaker bij moeder of vader gaan wonen. Verder blijkt dat de co-ouderschapsregeling vaker gewijzigd wordt als de vader langer moet reizen naar zijn werk of met een nieuwe partner is gaan samenleven.