Inkomsten landbouw

De waarde van alle geproduceerde goederen en diensten (de productiewaarde of output) minus de waarde van goederen en diensten die tijdens deze productie zijn opgebruikt (het intermediair verbruik), minus het verbruik van vaste activa (afschrijvingen) en de niet-productgebonden belastingen, plus de niet-productgebonden subsidies.
De netto toegevoegde waarde tegen factorkosten meet de beloning van alle productiefactoren (grond, kapitaal en arbeid) en kan het “factorinkomen in de landbouw” worden genoemd (hier inkomsten van de landbouw). In dit artikel zijn de cijfers over het factorinkomen gecorrigeerd voor inflatie.
Het inkomensbegrip in de landbouwrekeningen wijkt iets af van het begrip in de agrarische sectorraming waarvan Wageningen Economic Research de resultaten gelijktijdig publiceert met het verschijnen van dit artikel.