Aard van de werkzaamheden
Voor het typeren van de taken is gebruik gemaakt van de door Den Butter en Milhaylov (2013) ontwikkelde indices voor de routinematigheid van beroepen. Zij onderscheiden de volgende taken: routinematige handmatige taken, niet-routinematige handmatige taken, routinematige cognitieve taken, niet-routinematige analytische taken en niet routinematige interactieve taken.
Een voorbeeld van een routinematige handhandmatige taak is het besturen van machines. Het repareren van machines is een niet-routinematige handvaardige taak. Het maken van berekeningen en boekhouden zijn voorbeelden zijn van routinematige cognitieve taken. Onderzoek, evaluatie en planning zijn niet-routinematige analytische taken. Voorbeelden van niet-routinematige interactieve taken zijn taken als leidinggeven, onderhandelen en onderwijzen. (Fouarge, Smits, Vries, & Vries, 2017).
Technische beroepen zoals productiemachinebediener scoren hoog op routinematige handmatige taken. Een hoge score op niet-routinematige handmatige taken vinden we bij beroepen zoals schoonmaker, keukenhulp, kelner en barpersoneel en bij transportberoepen.
Routinematige cognitieve taken zijn belangrijk in beroepen zoals kassamedewerker en administratief medewerker. ICT-beroepen, denk bijvoorbeeld aan software- en applicatieontwikkelaars, scoren zeer hoog op niet-routinematige analytische taken. Managers en pedagogen hebben relatief veel interactieve taken in hun werk.