Naoorlogse stadswijken
In dit onderzoek staan vroeg-naoorlogse wijken centraal. Dit zijn woonwijken die zijn gevormd tijdens de periode van wederopbouw vlak na de Tweede Wereldoorlog. Bij de selectie van de 68 naoorlogse wijken, op basis van de wijk- en buurtindeling die het CBS hanteert, zijn de volgende criteria aangehouden:
- Van ten minste 35 procent van de woningen ligt het bouwjaar in de periode 1945–1965, zowel in 2015 als 2016 (peildatum 31 december).
- Het aandeel woningen opgeleverd in de periode 1945–1965 is groter of gelijk aan het aandeel woningen uit aansluitende perioden 1925–1945 en 1965–1995.
- De wijk heeft ten minste duizend inwoners in 2015 én 2016 (peildatum 1 januari).
- De gemeente waarin de naoorlogse wijk is gesitueerd behoort tot de 42 grootste gemeenten (de G4 of de G32; Het aantal aangesloten gemeenten bedraagt inmiddels 38, maar wordt nog steeds G32 genoemd).
- De wijkcode is gebaseerd op Gemeente-, wijk-, buurtindeling 2016 die het CBS hanteert. Bij cijfers over 2014 en 2015 zijn 66 naoorlogse wijken meegenomen. Amsterdam-Slotervaart was in dat jaar nog niet onderverdeeld in Noord en Zuid. De Prinses Irenebuurt e.o. in Amsterdam was nog geen aparte wijk in 2015. Voor de overige Amsterdamse wijken is in 2015 uitgegaan van de buurtcodes.
De geselecteerde naoorlogse wijken en bijbehorende G4- of G32-gemeenten staan afgebeeld in het kaartje.