Krachtmeting in de fitnessbranche
De meeste bedrijven in de fitnessbranche zijn klein. Bij ruim drie kwart van de bedrijven werken minder dan 5 personen. In 2015 vormden de grote ketens, met meer dan 50 werkzame personen, 1 procent van het totale aantal bedrijven in de sector. Deze grote bedrijven hadden 14 procent van het totale aantal vestigingen – fitnesscentra – in handen en bedienden 40 procent van alle klanten.
In de fitnessbranche werkten 26 duizend personen die samen goed waren voor 10 duizend voltijdsbanen (vte).
Bedrijven (%) | Klanten (%) | Bedrijfsopbrengsten (%) | |
---|---|---|---|
0 tot 3 | 58 | 18 | 16 |
3 tot 5 | 19 | 10 | 11 |
5 tot 10 | 15 | 16 | 16 |
10 tot 50 | 7 | 16 | 20 |
50 of meer | 1 | 40 | 38 |
Kleinere bedrijven investeren in begeleiding
Bij kleinere bedrijven bestaat meer dan de helft van de arbeidsinzet (vte) uit het geven van instructie bij fitnessactiviteiten. Voor de grootste bedrijven is dit een vijfde. De bedrijven van 3 tot 50 werkzame personen besteedden ruim 40 procent van hun uitgaven aan personeel, de kleinste en grootste bedrijven minder dan 33 procent. Bij de allerkleinste bedrijven werkt de eigenaar vaak zelf mee.
Belast met instructie (x 1 000 vte) | Overig (x 1 000 vte) | |
---|---|---|
0 tot 3 | 1,6 | 0,7 |
3 tot 5 | 0,8 | 0,4 |
5 tot 10 | 0,9 | 0,6 |
10 tot 50 | 0,9 | 0,9 |
50 of meer | 0,6 | 2,2 |
Middelgrote fitnesscentra onderscheiden zich met bar, sauna en kinderopvang
De omvang van een fitnessbedrijf is ook gerelateerd aan de aangeboden activiteiten. Zo concentreren de allergrootste en allerkleinste bedrijven zich vooral op fitness. Bij bedrijven tussen 10 en 50 werkzame personen bood daarentegen ruim 90 procent van de vestigingen aanvullende voorzieningen zoals horeca, wellness of kinderopvang.
% van vestigingen (%) | |
---|---|
Horeca | 42 |
Wellness en beauty | 41 |
Kinderopvang | 16 |
Squashbaan | 8 |
Winkel met sportkleding e.d. | 7 |
Zwembad | 6 |
Overige | 15 |
Bedrijven met 10 tot 50 werkzame personen haalden ook relatief veel inkomsten (18 procent) uit horeca- en verhuuropbrengsten, terwijl abonnements- en lesgelden voor de hele branche 90 procent van de omzet uitmaakten.
De aan- of afwezigheid van aanvullende voorzieningen uitte zich in de prijs van een abonnement. Bij bedrijven met meer dan 50 werkzame personen bedroeg in 2015 de gemiddelde prijs van het duurste maandabonnement 42 euro per maand, tegen 63 euro bij bedrijven met 10 tot 50 werkzame personen.