Toename in koopkracht Sint-Eustatius in 2015
Op Sint-Eustatius nam de koopkrachtverbetering tussen 2012 (het eerst gemeten jaar) en 2014 af, maar in 2015 ging de bevolking er met 4,4 procent weer meer op vooruit. Niet iedereen in Sint-Eustatius profiteerde: 38 procent van de bevolking ging er in koopkracht op achteruit.
Totaal (% mutatie t.o.v. jaar eerder) | Werkenden (% mutatie t.o.v. jaar eerder) | Uitkeringsontvangers (% mutatie t.o.v. jaar eerder) | |
---|---|---|---|
2012 | 4,5 | 3,9 | 5,7 |
2013 | 2,3 | 3,1 | 2,2 |
2014 | 1,1 | 1,6 | -,9 |
2015* | 4,4 | 4,3 | 4,5 |
* voorlopige cijfers |
Meer koopkracht voor de werkenden
De koopkracht voor huishoudens met hoofdzakelijk inkomen uit werk of eigen bedrijf, in de beide jaren waarover koopkracht wordt berekend, volgde eenzelfde patroon als die voor de totale bevolking. Na jaren van afvlakking, steeg hun koopkracht in 2015 met 4,3 procent. Huishoudens die in beide jaren voornamelijk van een uitkering moesten rondkomen gingen er in doorsnee met 4,5 procent op vooruit. Daarmee werd de daling in koopkracht van een jaar eerder gecompenseerd.
Paren met kinderen meest op vooruit
Personen in één- en meerpersoonshuishoudens gingen er respectievelijk met 4,5 procent en 4,2 procent op vooruit in 2015. Voor paren met kinderen verbeterde de situatie het meest. Hun koopkracht steeg in doorsnee met 8,4 procent.
Koopkrachtontwikkeling (% mutatie t.o.v. jaar eerder) | |
---|---|
Eenpersoonshuishouden | 4,5 |
Meerpersoonshuishouden | 4,2 |
Eenoudergezin | 2,7 |
Paar, totaal | 4,5 |
Paar, zonder kind | 4,2 |
Paar, met kind(eren) | 8,4 |
Meerpersoonshuishouden, overig | 1,7 |
* voorlopige cijfers |
Flinke koopkrachtstijging in jongere leeftijdsgroepen
In 2015 nam de koopkracht in alle leeftijdsgroepen toe. Personen in de leeftijd tot 40 jaar profiteerden het meest. Doorgaans is deze groep nog volop bezig met het maken van carrière. Door toenemende werkervaring en instroom in beter betaalde banen stijgen hun lonen. De koopkracht voor deze groep verbeterde in 2015 met 7,2 procent. Personen in huishoudens met een hoofdkostwinner van middelbare leeftijd gingen er met 3,0 procent minder hard op vooruit. Voor de oudere huishoudens met voornamelijk inkomen uit AOV was de verandering in koopkracht gelijk aan de reële inkomensstijging.
Koopkrachtontwikkeling (% mutatie t.o.v. jaar eerder) | |
---|---|
Hoofdkostwinner tot 40 jaar | 7,2 |
Hoofdkostwinner van 40 tot 60 jaar | 3 |
Hoofdkostwinner van 60 jaar en ouder | 4,5 |
* voorlopige cijfers |
Hoogste inkomens profiteren het meest
Bij alle inkomensgroepen steeg de koopkracht in 2015. Personen in huishoudens met de hoogste inkomens gingen er met 8,3 procent het meest op vooruit. Toch zag 30 procent van de personen in deze hoogste inkomensgroep hun koopkracht dalen.
Koopkrachtontwikkeling (% mutatie t.o.v. jaar eerder) | |
---|---|
1e kwartiel (laag inkomen) | 4,2 |
2e kwartiel | 1,2 |
3e kwartiel | 4,2 |
4e kwartiel (hoog inkomen) | 8,3 |
* voorlopige cijfers |