Meer mensen in de bijstand
Voor het derde kwartaal op rij zijn er minder bijstandsontvangers met een Nederlandse of westerse achtergrond dan een jaar eerder: respectievelijk 3 100 en 1 200 minder. Onder deze groepen verlaten dus meer personen de bijstand dan er instromen. Hiermee wordt het effect van de aantrekkende arbeidsmarkt ook zichtbaar in de bijstand. Sinds de piek begin 2014 is de werkloosheid met meer dan een derde gedaald. De bijstand reageert doorgaans met vertraging op bewegingen op de arbeidsmarkt.
Groei aantal personen met niet-westerse migratieachtergrond
Het aantal bijstandsgerechtigden met een niet-westerse achtergrond is gestegen. Tussen juni 2016 en juni 2017 nam hun aantal met 16 duizend toe naar ruim 239 duizend. De groei betreft voornamelijk asielzoekers, Syriërs en Eritreeërs, die een verblijfsvergunning hebben gekregen, waarna ze een beroep kunnen doen op bijstand.
De bijstand reageert doorgaans met vertraging op bewegingen op de arbeidsmarkt.
Iets minder 27- tot 45-jarigen in de bijstand
De bijstandsafhankelijkheid onder 27- tot 45-jarigen is licht afgenomen. Eind juni 2017 telde deze groep bijna 1 400 bijstandsgerechtigden minder dan een jaar eerder. Voor het tweede kwartaal op rij zitten nu minder 27- tot 45-jarigen in de bijstand ten opzichte van een jaar eerder. Onder jongeren en 45-plussers groeit het aantal bijstandontvangers echter nog steeds. Bij de jongeren tot 27 jaar ging het om 5 duizend in een jaar tijd, bij de groep van 45 jaar tot de AOW-leeftijd om bijna 8 duizend.
Relatief grote instroom regio Gorinchem
In de periode april 2016 – maart 2017 zijn 145 duizend personen de bijstand ingestroomd en 130 duizend uitgestroomd. Dit betekent dat er op 100 personen die de bijstand verlieten, er 111 instroomden.
De verhouding tussen in- en uitstroom varieert per regio. In de arbeidsmarktregio Gorinchem was de verhouding het grootst: tegenover elke 100 uitstromers stonden daar 135 instromers. Zuid-Limburg had met 102 instromers op 100 uitstromers de laagste instroom.
Redenen voor in- en uitstroom kunnen per regio erg verschillen. Zaken als de aanwezigheid van veel statushouders, gemeentelijk beleid of grote doorstroom naar de AOW hebben invloed op de in- en uitstroom.
Aantal instromers per 100 uitstromers | |
---|---|
Groningen | 123 |
Friesland | 118 |
Drenthe | 114 |
Twente | 113 |
Stedendriehoek en Noordwest Veluwe | 119 |
Midden-Gelderland | 123 |
Rijk van Nijmegen | 124 |
Achterhoek | 118 |
Rivierenland | 108 |
Flevoland | 123 |
Gooi en Vechtstreek | 113 |
Midden-Utrecht | 120 |
Amersfoort | 115 |
Noord-Holland Noord | 122 |
Zaanstreek-Waterland | 115 |
Groot Amsterdam | 116 |
Holland Rijnland | 129 |
Midden-Holland | 118 |
Haaglanden | 109 |
Rijnmond | 107 |
Drechtsteden | 110 |
Zeeland | 112 |
West-Brabant | 120 |
Midden-Brabant | 107 |
Noordoost-Brabant | 127 |
Zuidoost-Brabant | 128 |
Noord-Limburg | 111 |
Zuid-Limburg (AM) | 102 |
Food Valley (AM) | 120 |
Helmond-De Peel (AM) | 111 |
Midden-Limburg (AM) | 121 |
Zuid-Holland Centraal (AM) | 121 |
Gorinchem (AM) | 135 |
Regio Zwolle (AM) | 118 |
Zuid-Kennemerland en IJmond (AM) | 119 |
Bronnen
- StatLine - Personen met bijstand; persoonskenmerken
- Maatwerk - Verhouding instroom uitstroom arbeidsmarktregio