Dementie (ICD-10 codes: F01-F03, G30-G31) is momenteel de meest voorkomende doodsoorzaak. Dementie is een hersenaandoening gekenmerkt door cognitieve stoornissen (bijv. verminderd geheugen, denkvermogen, taalvaardigheid, of herkenning van voorwerpen of gezichten). Als deze ook gepaard gaan met problemen in het gedrag of zelfzorg is er sprake van een dementieel syndroom (ICD-10 code: F03). Specifieke vormen van dementie kennen eigen ICD-10 codes. De meest voorkomende vorm van dementie is de ziekte van Alzheimer (ICD-10 code: G30). Andere vormen zijn bijvoorbeeld een vasculaire (ICD-10 code: F01), Lewy body (ICD-10 code: G31.8) of een Fronto-temporale dementie (ICD-10 code: G31.0). Meer en meer wordt tegenwoordig ook de term neurocognitieve stoornis - in overeenstemming met de DSM-V - gebruikt (ICD-10 code: F06). Mensen overlijden aan het dementieel syndroom, kortweg dementie genoemd, omdat zij niet meer kunnen eten of drinken, slikstoornissen ontwikkelen, dan wel een luchtweg- of urineweginfectie oplopen. Bij een vergevorderde dementie werken hersenfunctie als slikken (verslikken met longontsteking als gevolg), ademhaling (verminderd doorademen met longontsteking als gevolg) of de blaasreflex (met als gevolg incontinentie en urineweginfecties) niet meer goed. De doodsoorzakenstatistiek beschouwt dementie dan als onderliggende doodsoorzaak. Door een teloorgang van houdings- en bewegingsreflexen gaat ook het vallen vaak tot het natuurlijk beloop van het ziektebeeld horen. De doodsoorzakenstatistiek beschouwt de val dan als onderliggende doodsoorzaak.
Terug naar artikel