Winst niet-financiële bedrijven uitzonderlijk hoog
De brutowinst voor belastingen is gelijk aan de operationele winst plus het inkomen uit vermogen, zoals renteopbrengsten en dividenden, minus de betaalde rente en enkele betalingen aan de overheid in verband met de aardgaswinning, erfpacht en de UMTS-frequenties.
De operationele winst was 2,3 miljard euro hoger dan in het eerste kwartaal van 2016. Dit ondanks een stijging van de totale loonkosten, deels door een toename van de werkgelegenheid. Daarnaast stegen de winsten van buitenlandse dochters met 2,7 miljard euro ten opzichte van een jaar eerder. De rente-inkomsten namen toe met 0,5 miljard euro, terwijl de betaalde rente iets lager was.
Vooral aardolieverwerkende bedrijven, zoals Shell, boekten hogere winsten van buitenlandse dochters. Dit hangt onder meer samen met de gestegen olieprijzen.
*) In het tweede kwartaal is de winst doorgaans lager omdat in dat kwartaal vakantiegelden worden uitbetaald.
Van de brutowinst voor belasting betalen niet-financiële bedrijven belastingen als de vennootschapsbelasting. Vervolgens hebben zij de keuze om het restant aan te wenden voor investeringen, besparingen of om het als dividend aan de aandeelhouders uit te keren. In het eerste kwartaal van 2017 betaalden niet-financiële bedrijven 7,7 miljard euro aan vennootschapsbelasting, 2 miljard euro meer dan een jaar eerder. Ondanks de hogere winsten hebben de niet-financiële bedrijven met 6,6 miljard euro iets minder dividend uitgekeerd dan in het eerste kwartaal van 2016. De bruto investeringen in vaste activa veranderden weinig. Het vorderingensaldo, het verschil tussen de totale inkomsten en de totale bestedingen, kwam in het eerste kwartaal van 2017 uit op 20,7 miljard euro, tegen 16,6 miljard euro een jaar eerder.
Bronnen
- StatLine - Kerngegevens sectoren; nationale rekeningen