Meeste Syrische asielzoekers hebben eigen woonruimte

Mohammed, vluchteling uit Syrië, heeft een woning toegewezen gekregen en is bezig met het leggen van een vloer van laminaat
© Hollandse Hoogte
Het merendeel van de tussen 2014 en medio 2016 in ons land aangekomen Syrische en Eritrese asielzoekers heeft een verblijfsvergunning gekregen. De meeste Syriërs hebben ook een eigen woonruimte, Eritrese asielzoekers vinden wat moeilijker een eigen woonplek. Beide groepen zijn na anderhalf jaar veelal nog afhankelijk van een uitkering. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS, dat in opdracht van de ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), Veiligheid en Justitie (VenJ), Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft onderzocht hoe het asielmigranten vergaat die vanaf 2014 in Nederland zijn aangekomen.

Voor het eerst is het mogelijk om het individuele traject dat asielzoekers in Nederland doorlopen te volgen vanaf opvang tot en met de stappen na het krijgen van een verblijfsvergunning. In het rapport ‘Van opvang naar integratie. Cohortstudie van recente asielmigranten’ is dit gedaan voor alle 92 duizend asielzoekers die van januari 2014 tot en met juli 2016 naar een opvanglocatie van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) kwamen. Dit nieuwsbericht belicht de twee grootste groepen, uit Syrië (46 duizend) en Eritrea (13duizend).

Situatie van in 2014 in opvang ingestroomde asielzoekers
 Vertrokken uit Nederland/onbekendCOA zonder verblijfsvergunningCOA met verblijfsvergunningEigen woonruimte in gemeente
Syrië
na 3 maanden0,951,839,47,9
na 6 maanden3,4863,924,7
na 12 maanden4,91,623,170,4
na 18 maanden5,50,63,690,2
Eritrea
na 3 maanden0,7889,81,5
na 6 maanden2,316,476,54,7
na 12 maanden4,12,84845,1
na 18 maanden4,61,61974,8

Syriërs sneller naar eigen woning dan Eritreeërs

In 2014 kwamen 13,3 duizend Syrische en 3,9 duizend Eritrese asielzoekers in een opvanglocatie van het COA terecht. Na een half jaar had 80 procent een verblijfsvergunning, na anderhalf jaar was dat bij beide nationaliteiten 94 procent. Syrische vergunninghouders stromen echter sneller dan Eritrese door naar een eigen woning. Na een half jaar was een kwart van de Syriërs verhuisd naar een eigen woonruimte in een Nederlandse gemeente, na anderhalf jaar was dat 90 procent. Bij de Eritrese asielzoekers ging dit minder snel en had 75 procent binnen anderhalf jaar een eigen woning. Alleenstaanden moeten doorgaans langer wachten op woonruimte dan gezinnen, en Eritrese asielzoekers zijn vaker dan Syrische asielzoekers alleen, zonder gezin.

Gezinshereniging voor drie op de tien Syrische asielzoekers

Vooral onder Syriërs vindt gezinshereniging plaats. Drie op de tien Syrische asielzoekers die in 2014 instroomden, hadden na twaalf maanden één of meerdere gezinsleden naar Nederland laten overkomen. Meestal komen deze als nareiziger van een asielzoekers met een verblijfsvergunning, volgens een speciale regeling. Bij Eritrese asielzoekers is de gezinshereniging met 3 procent aanzienlijk lager. Volgens het kabinet heeft dit te maken met het ontbreken van officiële documenten die de familieband aantonen, waardoor de aanvragen vaak worden afgewezen.

Gezinssituatie van asielzoekers uit 2014, een jaar later
 SyriëEritrea
Geen wijziging64,592,7
Immigratie
nareiziger(s)
27,10,4
Overige immigratie
partner/kind
3,92,7
Geboorte kind
in Nederland
42,8
Vertrokken/onbekend64,2

Omdat veel Syriërs hun gezinnen laten overkomen, is het aantal Syrische asielzoekers na twaalf maanden bijna verdubbeld. In 2014 werden bijna 11 duizend Syrische asielzoekers (exclusief nareizigers) in Nederland opgevangen, na twaalf maanden is de groep door gezinshereniging en de geboorte van kinderen (dus exclusief nieuwe eerste asielaanvragen) gegroeid tot ruim 20 duizend personen.

Na anderhalf jaar meestal nog afhankelijk van uitkering

Anderhalf jaar na het verkrijgen van de verblijfsvergunning in 2014, ontvangt ruim 90 procent van de 18 tot 65-jarige vergunninghouders uit Eritrea en Syrië een bijstandsuitkering. In de eerste maanden na het verkrijgen van de vergunning verblijven veel mensen nog in de asielopvang, waar zij geen uitkering ontvangen, maar leefgeld. Pas wanneer vergunninghouders worden gehuisvest in een gemeente, komen ze in aanmerking voor een bijstandsuitkering.



De arbeidsdeelname is nog zeer beperkt: minder dan 5 procent van de Eritrese en Syrische vergunninghouders uit 2014 heeft na anderhalf jaar een baan als werknemer. De lage arbeidsdeelname en hoge uitkeringsafhankelijkheid achttien maanden na het verkrijgen van de vergunning hangen samen met de focus op inburgering in de Nederlandse samenleving.
Voor bijna alle vergunninghouders van 18 jaar en ouder die in 2014 hun vergunning kregen, is de inburgeringstermijn ingegaan. Op 1 oktober 2015 had een half procent van hen ook daadwerkelijk het inburgeringsexamen behaald.