80% van de jongeren heeft een jaar na ontslag weer werk
15 tot 30 jaar | 30 tot 45 jaar | 45 tot 65 jaar | |
---|---|---|---|
Kwartaal 1 | 59 | 47 | 31 |
Kwartaal 2 | 70 | 56 | 35 |
Kwartaal 3 | 76 | 61 | 38 |
Kwartaal 4 | 80 | 66 | 41 |
Een kwartaal na het ontslag had 40 procent weer werk, terwijl bijna de helft afhankelijk was van een werkloosheidsuitkering. Een jaar na het ontslag was het percentage met een werkloosheidsuitkering gedaald tot 34, het percentage met werk was gestegen tot 55. Van degenen die werk hadden gevonden was 9,5 procent werkzaam als zelfstandige en 15 procent was uitzend- of oproepkracht. Het aandeel dat na ontslag geen werk en geen WW-uitkering had (10 procent) is in een jaar tijd nauwelijks veranderd. Het zijn met name mensen die een uitkering kregen in het kader van de Ziektewet of vanwege arbeidsongeschiktheid.
Werkzaam | WW-uitkering | Overig | |
---|---|---|---|
Kwartaal 1 | 40,5 | 49,3 | 10,3 |
Kwartaal 2 | 47,7 | 42,4 | 9,9 |
Kwartaal 3 | 51,9 | 37,6 | 10,5 |
Kwartaal 4 | 55,2 | 33,7 | 11,1 |
Hogeropgeleiden sneller weer aan de bak
Voor alle leeftijden geldt dat hoogopgeleiden na ontslag sneller werk vonden dan laagopgeleiden. Van de hoogopgeleide 30-minners had 86 procent een jaar na ontslag weer werk, van de laagopgeleide 30-minners had 74 procent weer werk. Voor 45-plussers zijn de werkhervattingspercentages naar opleidingsniveau 48 en 35. Leeftijd speelt een grotere rol bij het vinden van een baan dan opleidingsniveau. Ongeveer driekwart van de laagopgeleide jongeren was na een jaar weer werkzaam, tegen ongeveer de helft van de hoogopgeleide 45-plussers.
Laagopgeleid | Middelbaaropgeleid | Hoogopgeleid | |
---|---|---|---|
15 tot 30 jaar | 74 | 81 | 86 |
30 tot 45 jaar | 58 | 65 | 72 |
45 tot 65 jaar | 35 | 42 | 48 |
Nieuwe werkkring lijkt vaak op oude werkkring
Van de werknemers die een jaar na ontslag weer als werknemer actief zijn, is een groot deel in dezelfde branche werkzaam. Van degenen die niet in dezelfde branche werkzaam zijn, zijn velen terecht gekomen in de handel, de zakelijke dienstverlening, bij uitzendbureaus en bij de overheid en in de zorg.
Overgang van oude bedrijfstak naar nieuwe bedrijfstak
Bovenstaande heatmap laat de overgang zien die werknemers maken, van de oude bedrijfstak (regels) naar de nieuwe bedrijfstak (kolommen). Hoe hoger de intensiteit van de roodkleuring, hoe hoger het aandeel is dat in de nieuwe branche (regels) werk heeft gevonden.
Kans op nieuw werk afhankelijk van conjunctuur
De Nederlandse economie verslechterde vanaf eind 2011. De economie kwakkelde vervolgens in 2012 en 2013 maar verbeterde vanaf 2014. Vanaf begin 2014 vond ook een omslag in de ontwikkeling van de werkloosheid plaats: na een jarenlange stijging nam de werkloosheid weer af. Dit betekende dat ontslagen werknemers meer kansen hadden om een baan te vinden. Deze werkhervattingskansen namen van 2011 naar 2013 af maar stegen in 2014.
De ontslagen werknemers werkten bij ruim 26 duizend verschillende bedrijven. De meeste ontslagen vielen bij bedrijven die actief zijn in de handel, de bouw, en de nijverheid en energiesector. Maar ook in de zakelijke dienstverlening, bij de overheid en in de zorg raakten veel werknemers hun baan kwijt. Van de ontslagen werknemers was de helft 45-plusser, 61 procent was man en 39 procent vrouw. In de handel, bouw, nijverheid en energie, en zakelijke dienstverlening werken ook meer mannen dan vrouwen.
Ontslagen per branche | |
---|---|
Landbouw, bosbouw, visserij | 1,3 |
Nijverheid, energie | 15,9 |
Bouwnijverheid | 18,4 |
Handel | 20,5 |
Vervoer | 3,9 |
Horeca | 1,7 |
Informatie en communicatie | 2,7 |
Financiële dienstverlening | 1,1 |
Verhuur en handel van onroerend goed | 0,9 |
Zakelijke dienstverlening | 12,9 |
Uitzendbureaus | 1,8 |
Overheid en zorg | 13,7 |
Cultuur, recreatie, overige diensten | 3,7 |
Downloads
- PDF - Werk en inkomsten na faillissementsontslag
- PDF - Wie verliezen hun baan bij faillissementen?
- Nederland in 2015. Een economisch overzicht