Bezorgdheid om baanbehoud onder werknemers neemt af

Robert Philippi, Project Directeur van Unica Dura Vermeer Datacenters (UDD), opent de viering van het hoogste punt van AM4
© Hollandse Hoogte
Steeds minder werknemers maken zich zorgen over het behoud van hun baan. In 2016 was 24 procent van de 15- tot 65-jarigen in loondienst hier bezorgd over. Vóór de economische crisis, in 2007, maakte nog 16 procent van de werknemers zich zorgen. De bezorgdheid over baanbehoud bereikte in 2013 met 34 procent het hoogste niveau sinds het begin van de crisis. Sindsdien is dit jaarlijks gedaald. Dit blijkt uit nieuwe cijfers afkomstig uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) van het CBS en TNO.

[video: https://www.cbs.nl/nl-nl/video/48f069c046d840f29f15cff5ec62076a]

Vooral daling baanonzekerheid in bouw en zorg

Het aandeel werknemers dat zich zorgen maakt over het behoud van hun baan is tussen 2013 en 2016 in alle bedrijfstakken afgenomen. Vooral in de bouw nam de bezorgdheid sterk af: van 39 naar 22 procent. Ook in de zorg was sprake van een flinke daling. De baanonzekerheid is in alle bedrijfstakken echter nog wel hoger dan vóór de crisis. Zorgen over baanbehoud komen het meest voor bij werknemers in financiële instellingen. Ook relatief veel werknemers in de bedrijfstakken vervoer en opslag, en informatie en communicatie, uiten zorgen over het behoud van hun baan. Bedrijfstakken waarin werknemers zich juist relatief weinig zorgen maken, zijn de landbouw en visserij, de horeca, en het onderwijs.

Werknemers met zorgen over baanbehoud
 20162013
Totaal23,833,6
Financiële instellingen33,142,6
Vervoer en opslag29,335,6
Informatie en communicatie28,633,2
Zorg25,939,6
Industrie25,630,6
Zakelijke dienstverlening25,236,3
Cultuur, sport en recreatie24,134,5
Openbaar bestuur23,230,7
Bouw22,238,5
Groot- en detailhandel20,330,3
Onderwijs18,124
Horeca15,427,2
Landbouw en visserij12,518,3

Ook minder onzekerheid bij grote veranderingen

Zorgen om baanbehoud hangen onder meer samen met grote veranderingen in bedrijven, zoals inkrimpingen en reorganisaties. De laatste jaren hebben minder werknemers hiermee te maken gekregen. De afname van de baanonzekerheid hangt hier voor een deel mee samen. Echter, ook onder werknemers die nog wél ingrijpende veranderingen meemaakten, daalden de zorgen over hun baan. Van de werknemers die in 2016 te maken hadden met een inkrimping met gedwongen ontslagen, was 44 procent bezorgd over het behoud van de eigen baan. In 2013 was dat nog 52 procent. In dezelfde periode nam het percentage werknemers dat zich bij een grote reorganisatie zorgen maakte af van 45 naar 36.
Werknemers met zorgen over baanbehoud bij bedrijfsveranderingen
 20162013
Geen grote veranderingen18,225,2
Inkrimping met
gedwongen ontslagen
44,352,1
Verplaatsing activiteiten
naar buitenland
37,741,5
Grote reorganisatie35,944,9
Overige reorganisaties30,739,8

Jonge, gezonde werknemers het minst bezorgd

Jongeren maken zich het minst zorgen over het behoud van hun baan. Ook werknemers die zich gezond voelen, maken zich relatief weinig zorgen. Van de gezonde werknemers van 15 tot 25 jaar was 14 procent bezorgd over het behoud van hun baan. Bij hun leeftijdsgenoten met een minder goede gezondheid was dat 25 procent. De baanonzekerheid is met 42 procent het hoogst onder 45- tot 55-jarigen die hun gezondheid als minder goed beoordelen.

Werknemers met zorgen over baanbehoud naar ervaren gezondheid
 Minder goedGoed
15 tot 25 jaar25,313,5
25 tot 35 jaar36,320,1
35 tot 45 jaar3520,9
45 tot 55 jaar42,125,9
55 tot 65 jaar34,623,5