Rioolwater meer gezuiverd bij lozing op stilstaand water

Nederland, Tilburg, 17 februari 2015 Timothy van Waterschap de Dommel neemt monsters van het Tilburgs afvalwater dat is binnen gekomen bij de rioolwaterzuivering in Tilburg-Noord.
© ANP
Rioolwaterzuiveringsinstallaties die lozen op stilstaand oppervlaktewater verwijderen meer stikstof en fosfor uit het rioolwater dan installaties die lozen op stromend water. Stilstaand water is gevoeliger voor voedselverrijking door deze stoffen. Het meeste gezuiverde rioolwater wordt geloosd op rivieren en beken. Het zuiveringsslib, dat hierbij als restproduct vrijkomt, wordt voor het grootste deel verbrand, deels met opwekking van energie. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS over zuivering van afvalwater in 2015.

Eind 2015 telde Nederland 334 rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi’s). Deze worden beheerd door de waterschappen. De rwzi’s zuiverden in 2015 gezamenlijk bijna 2 miljard m3 rioolwater, 6 procent meer dan in 2014. Deze toename is vrijwel volledig het gevolg van meer neerslag. Een deel van het regenwater wordt namelijk via het riool afgevoerd en belandt zo bij de rwzi’s.
Het zuiveren van het rioolwater kost de waterschappen jaarlijks ruim 1 miljard euro.

infographic waterketen

Minste fosfor en stikstof bij lozing op stilstaand water

Rioolwaterzuiveringsinstallaties halen bijna alle biologisch afbreekbare vervuiling uit het aangevoerde afvalwater. Fosfor en stikstof worden gemiddeld voor 85 procent uit het afvalwater gehaald. Deze stoffen veroorzaken eutrofiëring van het oppervlaktewater. Stilstaande wateren, zoals meren, polder- en boezemwater, zijn gevoeliger voor verrijking door deze nutriënten. Rwzi’s die gezuiverd afvalwater op stilstaand oppervlaktewater lozen, verwijderen daarom de fosfor- en stikstofverbindingen gemiddeld beter uit het afvalwater dan installaties die lozen op stromend water, zoals de grote rivieren, en op zout water.

Uit rioolwater verwijderde stikstof en fosfor naar lozingsbestemming, 2015
 FosforverbindingenStikstofverbindingen
Meren94,687,8
Polder- en boezemwater89,187,4
Kleine rivieren en beken8783,7
Kanalen86,785,2
Zee en estuaria81,581,3
Grote rivieren79,579,6

Meeste rioolwater geloosd op kleine rivieren en beken

Na zuivering wordt het meeste rioolwater geloosd op kleine rivieren en beken (28 procent), gevolgd door kanalen (25 procent) en de grote rivieren zoals Rijn, Maas en IJssel (25 procent). Slechts een klein deel wordt geloosd op polder- en boezemwater, meren en zout water zoals de Noordzee, Waddenzee of Westerschelde.

Lozing van gezuiverd rioolwater naar type oppervlaktewater, 2015
 2013
Kleine rivieren en beken27,5
Kanalen24,8
Grote rivieren24,8
Polder- en boezemwater13,6
Zee en estuaria7,7
Meren1,6

Meeste zuiveringsslib wordt verbrand

Bij zuivering van rioolwater in een rwzi blijft zuiveringsslib over. Maar ook veel bedrijven die zelf hun industriële afvalwater zuiveren produceren zuiveringsslib en voeren dit af. In 2015 werd in totaal 525 miljoen kg zuiveringsslib - uitgedrukt als droge stof afgevoerd door rwzi’s en bedrijven. Dat is 2 procent meer dan in 2014. Bijna twee derde hiervan is afkomstig van de zuivering van rioolwater door rwzi’s, een derde komt vrij bij industriële afvalwaterzuivering door bedrijven. De laatste jaren kost de verwerking van dat zuiveringsslib de waterschappen en bedrijven samen bijna 250 miljoen euro.
Sinds enige jaren wordt het meeste zuiveringsslib (ruim twee derde) verbrand. Een deel van dit slib bevat weinig water en kan dan ook worden ingezet als brandstof voor het opwekken van energie, bijvoorbeeld in elektriciteitscentrales en cementovens. Twintig jaar geleden werd nog minder dan een vijfde van het slib verbrand. In 1995 werd nog ruim de helft van het slib gestort, iets wat door strengere regelgeving nu vrijwel niet meer gebeurt.

Hoeveelheid zuiveringsslib per verwerkingsmethode, 2015
 Landbouw/bodemComposterenStortenVerbrandenInzet als brandstofOverig
199529,784,1304,6107,1054,3
199635,969,3302,9128,5069,9
199727,258,4273106,9089,9
199826,449,2168,2198,50110,4
199925,636,1175,9233,10101,8
200036,140,6103,5227,40134,5
20012848,597,2256,60106,4
200238,465,670,2251,50145,7
200334,453,242,2250,211,3148,8
200427,726,83527333,4133,1
200533,718,532,6264,364,2108,9
200625,713,435,9286,672,486,2
200720,512,926,5232,8124,1104,4
200819,910,219,8228,4137,293,2
200917,29,621,8228,2136,792,5
201023,98,829,7219,9130,5111
201120,711,826,6235119,7100,1
201217,21621,5245,794,6120,4
20132116,723,2238,112989,5
201415,418,231,6250,8106,991,3
201514,220,434,1259,698,996,4

De voedings- en genotmiddelenindustrie produceert van alle bedrijfstakken het meeste industriële zuiveringsslib; ruim een derde van de totale hoeveelheid. Een deel van het industriële slib is relatief schoon en mag in de landbouw worden gebruikt als meststof, of er wordt compost van gemaakt. Het zuiveringsslib van rwzi’s bevat te veel zware metalen, waardoor gebruik als meststof niet is toegestaan.