Op 25-jarige leeftijd had bijna 7 procent van de in 1970 geboren laagopgeleide vrouwen geen partner, maar wel een of meer kinderen. Van de hoger opgeleide vrouwen, die gemiddeld later kinderen krijgen, was op die leeftijd 2 procent alleenstaande moeder. Op oudere leeftijd wordt de kans groter dat moeders niet met een partner wonen. Op 35-jarige leeftijd was 15 procent van de laagopgeleide en 4 procent van de hoogopgeleide vrouwen alleenstaande moeder. Met 45 jaar waren deze percentages 23 en 11 procent.
Alleenstaande moeders naar opleidingsniveau, generatie 1970, 2015
Meer alleenstaande moeders in jongere generaties
Jongere generaties moeders komen vaker dan moeders die geboren zijn in 1970 een periode alleen te staan als ze al kinderen hebben. Dit geldt echter niet voor hoogopgeleide vrouwen, waar de percentages ook in de generatie van 1980 laag zijn.
Bij laag- en middelbaaropgeleide vrouwen stijgt het aandeel vrouwen dat alleen woont met kinderen wel. Van de in 1980 geboren laagopgeleide vrouwen van 25 jaar had 11 procent wel kinderen maar geen partner. Op 35-jarige leeftijd was dat 20 procent.
Alleenstaande moeders naar geboortejaar
Vaker ongehuwd samenwonen met kind
De meeste moeders wonen samen met hun partner, veelal getrouwd. Dat geldt zowel voor laag-, middelbaar- als hoogopgeleide moeders. Op 35-jarige leeftijd was 52 procent van de laagopgeleide moeders uit 1970 getrouwd, van de hoogopgeleide moeders was dat 46 procent.
Jongere generaties moeders wonen vaker samen zonder getrouwd te zijn. Bij alle opleidingsniveaus woont een groter aandeel van de moeders uit 1980 ongehuwd samen dan van de moeders uit 1970.
Moederschap en partnerschapsstatus vrouwen van 35 jaar