65-plusser besteedt naar verhouding groot deel inkomen
Het CBS doet regelmatig onderzoek naar bestedingen. Het gaat hier om een analyse over 2015, waarin huishoudens met een hoofdkostwinner uit verschillende leeftijdsgroepen met elkaar worden vergeleken. Door de jaren heen verandert de samenstelling van die groepen. De cijfers zijn dus een momentopname en zeggen niet per se iets over de inkomens en bestedingen van individuen in verschillende leeftijdsfasen.
Besteedbaar inkomen | Totale bestedingen | |
---|---|---|
<25 jaar | 13,8 | 21,3 |
25 tot 35 | 33,5 | 29,6 |
35 tot 45 | 44,2 | 36,2 |
45 tot 55 | 49,4 | 40,8 |
55 tot 65 | 45,4 | 37 |
65 tot 75 | 35,5 | 32,1 |
75 jaar en ouder | 27,2 | 26,1 |
Inkomens 65-plushuishoudens wordt grotendeels besteed
Huishoudens gaven in 2015 gemiddeld 34 duizend euro uit aan goederen en diensten. Onder 65- tot 75-jarigen was dit gemiddeld 32 duizend euro. De bestedingen zijn het hoogst in huishoudens waar de hoofdkostwinner 45 tot 55 jaar oud is. In 65-plushuishoudens wordt een groter deel van het besteedbaar inkomen besteed.
Bij huishoudens met een hoofdkostwinner jonger dan 25 jaar zijn de bestedingen groter dan het inkomen. Het gaat vooral om zelfstandig wonende studenten, die het gat tussen hun inkomen en bestedingen doorgaans aanvullen met een studielening.
Overige bestedingen | Huisvesting, water en energie | Aandeel huisvesting, water en energie (rechteras) | |
---|---|---|---|
<25 jaar | 14,1 | 7,2 | 33,9 |
25 tot 35 | 20 | 9,6 | 32,4 |
35 tot 45 | 25,4 | 10,8 | 29,9 |
45 tot 55 | 29,4 | 11,4 | 27,9 |
55 tot 65 | 25,7 | 11,3 | 30,6 |
65 tot 75 | 21 | 11,1 | 34,6 |
75 jaar en ouder | 15,5 | 10,6 | 40,5 |
Ouderen geven relatief veel geld uit aan huisvesting, water en energie
Naarmate de hoofdkostwinner ouder is, geven huishoudens meer uit aan huisvesting, water en energie. In de groepen met een hoofdkostwinner van 55 jaar en ouder is dat minder. Onder 65- tot 75-jarigen bedragen deze kosten ongeveer 11 duizend euro.
In elke opeenvolgende groep vormen de uitgaven in deze categorie een kleiner deel van de totale bestedingen. Vanaf de groep met een 45- tot 55-jarige als hoofdkostwinner is het in elke volgende groep juist een hoger percentage.
Goede doelen Gezondheid Stoffering en huishoudelijke apparaten Voedings- en genotmiddelen <25 jaar 0,1 1 2,9 12,2 25 tot 35 0,3 1 5 12,6 35 tot 45 0,3 1,1 5,2 13,8 45 tot 55 0,3 1,2 5,2 14,3 55 tot 65 0,5 1,6 5,3 14,4 65 tot 75 0,6 1,7 5,9 14,7 75 jaar en ouder 0,9 2 6,9 13,8
Senioren besteden meer aan woninginrichting
Hoe hoger de leeftijd van de hoofdkostwinner, hoe meer huishoudens naar verhouding besteden aan voedings- en genotmiddelen. Bij hoofdkostwinners van 65 tot 75 jaar is dat minder. Bestedingscategorieën waarvan het aandeel steeds groter wordt in de opeenvolgende groepen, zijn woninginrichting (stoffering en huishoudelijke apparaten), gezondheid en goede doelen.
Onderwijs Kleding en schoeisel Restaurants en hotels Vervoer <25 jaar 7,9 4,9 7,6 11,3 25 tot 35 1,4 5,4 6,9 13,3 35 tot 45 1 5,4 6,2 13,4 45 tot 55 2,2 5,2 6,1 14,4 55 tot 65 1 4 5,6 14,4 65 tot 75 0,2 4 5,4 11,2 75 jaar en ouder 0,1 3,5 4 6,3
Bestedingen vervoer, kleding, restaurants en hotels dalen onder 65-plussers
Uitgaven aan vervoer zijn hoger naarmate de kostwinner ouder is, maar nemen vanaf 65 jaar sterk af. Ook de bestedingen aan kleding en aan restaurants en hotels zijn minder in de oudste leeftijdsgroepen. Het aandeel in de totale bestedingen van overige categorieën zoals communicatie, recreatie en cultuur, verschilt nagenoeg niet tussen de leeftijdsgroepen.
In 'Vergrijzing en de Nederlandse economie' wordt dieper ingegaan op het verband tussen onder meer consumptie, arbeidsparticipatie en consumentenvertrouwen, en leeftijd.
Bronnen
- Tabel - Besteedbaar inkomen
- Tabel - Bestedingen Huishoudens 2015
Relevante links
- Nieuwsbericht - Ontwikkeling inkomen en vermogen 65-plussers na 95
- Nieuwsbericht - Huizenkopers worden steeds ouder
- Achtergrond - Vergrijzing en de Nederlandse economie