Bij personen met een migratieachtergrond is onderscheid gemaakt tussen personen met een westerse en een niet-westerse achtergrond. Personen met een westerse achtergrond hebben als herkomstland één van de landen in Europa (exclusief Turkije), Noord-Amerika en Oceanië. Personen met een niet-westerse achtergrond hebben als herkomstland één van de landen in Afrika, Latijns-Amerika en Azië en Turkije. Binnen de huidige definitie vormen Indonesië en Japan een uitzondering. Zij worden op grond hun sociaaleconomische en sociaal-culturele positie tot de westerse landen gerekend. Het gaat vooral om personen die in het voormalig Nederlands-Indië zijn geboren, respectievelijk werknemers van Japanse bedrijven en hun gezinnen.
Terug naar artikel