Werkgelegenheid blijft stijgen

© Hollandse Hoogte
Het aantal banen is in het vierde kwartaal van 2016 met 53 duizend toegenomen. Dat is de grootste groei in vijf jaar tijd. Verder steeg het aantal vacatures in het vierde kwartaal met 8 duizend en daalde het aantal werklozen met 29 duizend. Dat meldt CBS op basis van de nieuwste cijfers over de arbeidsmarkt.

In het laatste kwartaal van 2016 waren er gemiddeld 10,1 miljoen banen. Daarbij zijn alle banen meegeteld, van werknemers en zelfstandigen, voltijd en deeltijd. Vanaf het eerste kwartaal van 2014 zijn er in totaal 306 duizend banen bijgekomen: 278 duizend werknemersbanen en 28 duizend banen voor zelfstandigen. In die periode is elk kwartaal sprake geweest van groei. 

Vooral meer banen voor werknemers

Het afgelopen kwartaal steeg het aantal banen van werknemers met 46 duizend en het aantal banen van zelfstandigen met 7 duizend. De voorgaande kwartalen daalde het aantal banen van zelfstandigen nog. De banengroei bij werknemers in één jaar tijd is nu het hoogst sinds 2008. Het afgelopen jaar steeg het aantal werknemersbanen met 144 duizend, ofwel 1,8 procent.

Niet alleen meer uitzendwerk

Van alle banen die er de afgelopen drie jaar per saldo zijn bijgekomen, bestaat ruim de helft uit banen bij uitzendbureaus. Ook in het laatste kwartaal van 2016 groeide deze bedrijfstak met 13 duizend tot een totaal van 754 duizend. Maar in het vierde kwartaal waren er meer bedrijfstakken met banengroei dan voorheen. Een kwart van de nieuwe banen kwam nog voor rekening van de uitzendbureaus.

De meeste banen kwamen er het afgelopen kwartaal bij in de handel, het vervoer en de horeca (+16 duizend). Gezamenlijk zijn deze bedrijfstakken goed voor een kwart van het totaal aantal banen in Nederland. In de bedrijfstak informatie en communicatie kwamen er 7 duizend banen bij. Hierdoor kwam de groei in deze bedrijfstak het afgelopen jaar uit op 6,6 procent. Dat is naar verhouding de hoogste stijging op die van de uitzendbureaus na (8,1 procent).

Er zijn nu nog twee bedrijfstakken waar het aantal banen afneemt: de bouwnijverheid (-1 duizend) en de financiële dienstverlening (-2 duizend). In deze twee bedrijfstakken zijn de afgelopen jaren veel banen verloren gegaan. Ook in de zorg nam het aantal banen vier jaar lang af, maar in het laatste kwartaal kwamen er voor het eerst weer 4 duizend banen bij.

Banen van werknemers en zelfstandigen naar bedrijfstak; 4e kwartaal t.o.v. 3e kwartaal 2016
 Banen (verandering t.o.v. 3e kwartaal 2016)
Handel, vervoer en horeca16
Uitzendbureaus13
Informatie en communicatie7
Zakelijke dienstverlening excl. uitzend6
Industrie4
Zorg4
Landbouw en visserij4
Onderwijs2
Openbaar bestuur1
Cultuur, recreatie, overige diensten0,3
Verhuur en handel van onroerend goed0,1
Bouwnijverheid-1
Financiële dienstverlening-2

Vooral meer flexwerkers

Het aantal werkenden (niet gecorrigeerd voor seizoensinvloeden) is het afgelopen jaar verder toegenomen, en wel met 167 duizend. De werknemers met een flexibel dienstverband maakten daarvan het grootste deel uit (109 duizend). Het aantal werknemers met een vast dienstverband is ook hoger dan een jaar geleden, maar de stijging (+21 duizend) is minder groot dan in het vorige kwartaal, toen de groei meer dan het dubbele bedroeg.

Daardoor blijft het percentage werknemers met een vast dienstverband afnemen. In het vierde kwartaal van 2015 had van alle werknemers 74,2 procent een vast contract. In het vierde kwartaal van 2016 was dit 73,2 procent.

Ruim 100 duizend voltijders erbij

Bij de toename van het aantal werkenden ging het om de grotere banen, werk voor 28 uur of meer per week. De voltijdswerkenden (35 uur of meer per week) namen in aantal het sterkst toe met 102 duizend. Het aantal mensen met een grote deeltijdbaan (28 tot 35 uur per week) groeide met 93 duizend. Het aantal mensen met banen voor minder dan 28 uur per week nam licht af met 29 duizend.

Meer gewerkte uren

Werknemers en zelfstandigen werkten in het vierde kwartaal in totaal 3,2 miljard uur. Dat is, gecorrigeerd voor seizoensinvloeden, 0,4 procent meer dan een kwartaal eerder. Per baan wordt gemiddeld 24,5 uur per week gewerkt, al heeft een substantiële groep mensen meer dan één baan. Gemiddeld zijn werkenden daarom, na aftrek van vakantie en ziekte, 27,5 uur per week aan het werk.

Aantal vacatures stijgt opnieuw

Sinds de herfst van 2013 neemt het aantal openstaande vacatures elk kwartaal toe. In totaal kwamen er in deze periode 74 duizend vacatures bij, gemiddeld ruim 5 duizend per kwartaal. Eind december 2016 waren er in Nederland 169 duizend openstaande vacatures, 8 duizend meer dan aan het einde van het voorgaande kwartaal. Het aantal openstaande vacatures is sinds de periode 2006-2008 niet zo hoog geweest. Toch is dat nog altijd 80 duizend lager dan de recordstand uit 2007.

Meeste vacatures erbij in de handel

In bijna alle bedrijfstakken nam het aantal vacatures toe. De grootste stijging was in de handel (+2 duizend). In die bedrijfstak waren ook de meeste vacatures, bijna een vijfde van het totaal. In de zorg was er een toename van 1 duizend vacatures, 2 duizend minder dan vorig kwartaal. Bij nijverheid en energie kwamen er bijna 2 duizend bij. Alleen de bedrijfstak landbouw en visserij toonde een lichte afname.

Hoogste vacaturegraad bij informatie en communicatie

De bedrijfstak informatie en communicatie blijft, al bijna 2 jaar, die met de hoogste vacaturegraad. Hier waren 45 openstaande vacatures per duizend banen van werknemers. Ten opzichte van vorig kwartaal betekende dit een lichte afname. In de landbouw en visserij was de vacaturegraad het laagst: 8 per duizend banen.
In de drie bedrijfstakken met de meeste vacatures nam de vacaturegraad in het vierde kwartaal van 2016 toe. In de handel waren er 24 vacatures per duizend banen van werknemers, 1 meer dan in het voorgaande kwartaal. Ook in de zakelijke dienstverlening en de zorg nam de vacaturegraad licht toe. Hier waren aan het einde van het vierde kwartaal respectievelijk 17 en 19 vacatures per duizend banen.
De afgelopen 4 kwartalen was de vacaturegraad voor Nederland in totaal 20, in 2015 was dit nog 17.

Vacatures staan langer open

Het aantal vacatures dat in de loop van een kwartaal ontstaat of vervuld wordt, ligt veel hoger dan het gemiddeld aantal openstaande vacatures. Zo ontstonden in het afgelopen kwartaal 238 duizend vacatures en werden er 230 duizend vervuld. Dit zijn de hoogste aantallen in acht jaar tijd. Dat het aantal openstaande vacatures sneller toeneemt dan het aantal vervulde vacatures, duidt erop dat vacatures langer openstaan voordat zij vervuld worden.

Vacatures naar bedrijfstak, seizoensgecorrigeerd
 3e kwartaal 20164e kwartaal 2016
Handel30,532,6
Zakelijke dienstverlening27,327,9
Zorg23,424,6
Horeca14,614,6
Industrie13,314
Informatie en communicatie11,511,5
Openbaar bestuur7,78,5
Bouwnijverheid7,27,6
Vervoer en opslag6,97,3
Financiële dienstverlening6,46,4
Cultuur, sport, overige diensten4,65,4
Onderwijs4,95,1
Verhuur en handel van onroerend goed1,11,1
Landbouw en visserij1,11

Werkloosheid verder gedaald

In het vierde kwartaal van 2016 waren er 29 duizend werklozen minder dan in het derde kwartaal. Het werkloosheidspercentage ging daarmee van 5,8 naar 5,5. De afname vond plaats onder werklozen van alle leeftijdsgroepen.

Onder jongeren tot 25 jaar daalde de werkloosheid van 10,6 naar 10,3 procent en onder 25- tot 45-jarigen van 4,6 naar 4,2 procent. In deze laatste leeftijdsgroep daalt het aandeel werklozen in de beroepsbevolking al sinds 2014. Bij 45- tot 75-jarigen ging het werkloosheidspercentage van 5,3 naar 5,0.
Zoals CBS gisteren al meldde, is ook de langdurige werkloosheid verder gedaald. In het vierde kwartaal waren 194 duizend mensen een jaar of langer werkloos. Dat waren er 46 duizend minder dan een jaar eerder.

Minder arbeidsaanbod onbenut

Het aantal werklozen kwam in het vierde kwartaal uit op 487 duizend personen, ruim 100 duizend minder dan in dezelfde periode een jaar eerder. Het gaat dan om mensen die geen betaald werk hebben, maar wel op zoek zijn naar werk en direct aan de slag kunnen.
Het totale arbeidsaanbod dat niet benut wordt is echter altijd groter dan het aantal werklozen. Er zijn ook mensen zonder baan die werk zoeken, maar die niet direct kunnen starten óf wel direct kunnen starten, maar niet naar werk zoeken. Deze groep omvatte in het vierde kwartaal 435 duizend mensen. Dat zijn er bijna 50 duizend minder dan een jaar eerder. De grootste daling binnen deze groep kwam voor rekening van mensen die wel konden starten maar niet op zoek waren naar werk, omdat ze hier weinig resultaat van verwachtten (het aantal ‘ontmoedigden’). Hun aantal ging van 131 naar 108 duizend.
Ook onder de werkenden is er een onbenut arbeidsaanbod. Dat zijn degenen die in deeltijd werken, maar graag voor meer uren aan de slag zouden willen. Het aantal mensen dat dit zou willen en hiervoor ook beschikbaar is, was in het vierde kwartaal 469 duizend. Dat zijn er 90 duizend minder dan een jaar eerder.

Schema onderlinge stromen op de arbeidsmarkt

Ruime arbeidsmarkt

De arbeidsmarkt blijft ruim, al loopt de spanning iets op. Halverwege 2008 waren het aantal vacatures en het aantal werklozen bijna met elkaar in evenwicht. Er was toen sprake van een gespannen arbeidsmarkt. Toen de financiële crisis inzette, daalde het aantal vacatures snel, terwijl het aantal werklozen opliep. Eind 2013 waren er uiteindelijk ruim zeven maal zoveel werklozen als vacatures. Sindsdien loopt de verhouding weer langzaam terug. Er zijn nu gemiddeld 2,9 werklozen per openstaande vacature.