Tot het onbenut arbeidsaanbod worden hier alle mensen gerekend die op korte termijn beschikbaar zijn om te werken of recent naar werk hebben gezocht. Aan de ene kant gaat het daarbij om werklozen, dat wil zeggen mensen die beschikbaar zijn én recent hebben gezocht. Aan de andere kant gaat het om mensen die op zoek zijn naar werk maar niet onmiddellijk beschikbaar zijn (bijvoorbeeld vanwege het moeten afronden van een opleiding, persoonlijke omstandigheden of ziekte) en mensen die beschikbaar zijn voor werk maar recentelijk niet hebben gezocht (bijvoorbeeld vanwege ontmoediging). Het tweede deel van het onbenut arbeidsaanbod behoort, in tegenstelling tot de werklozen, niet tot de beroepsbevolking. In internationaal verband wordt deze groep de potentiële additionele beroepsbevolking genoemd. Deze mensen hebben meer binding met de arbeidsmarkt dan de overige niet-actieve bevolking. Die zijn immers niet beschikbaar én niet op zoek. Dit geldt bijvoorbeeld voor veel scholieren en studenten, volledig arbeidsongeschikten en (vervroegd) gepensioneerden.
Terug naar artikel