Vernieuwing vermogensstatistiek
De vermogensstatistiek is vernieuwd. Bij het vergelijken in de tijd moet rekening gehouden worden met wijzigingen, waaronder:
•vanaf 2011 is een revisie doorgevoerd waardoor er veranderingen hebben plaats gevonden in de vaststelling van het vermogen en enkele indelingen.
•vanaf 2011 is er completere informatie van bank- en spaartegoeden en effecten beschikbaar. Alle kleine tegoeden worden vanaf dat moment ook waargenomen. Hierdoor zijn er meer huishoudens met deze vermogensbestanddelen.
•vanaf 2011 is er completere informatie van de schulden beschikbaar. Studieschulden en leningen bij banken worden vanaf dat moment volledig waargenomen. Studieschulden zijn de schulden volgens de Wet studiefinanciering (WSF). De andere schulden betreffen schulden voor consumptieve doeleinden, de financieringen van aandelen, obligaties of rechten op periodieke uitkeringen, financiering schulden voor de tweede woning of ander onroerend goed en rood staan. In de waarneming van schulden ontbreken creditcardschulden, betalingsachterstanden en de schulden bij (web)winkels. Tot en met 2010 is de waarneming van de schulden onvolledig. Deze informatie was alleen beschikbaar voor huishoudens met belastbaar inkomen in box 3.
•vanaf 2007 wordt de waarde van het aanmerkelijk belang vastgesteld op basis van het vennootschapsvermogen en de verdeling van het aandelenbezit over verschillende (directeur-) grootaandeelhouders. Het onroerend goed in de vennootschap wordt hierbij gewaardeerd volgens de actuele WOZ-waarde.
•vanaf 2007 wordt voor zelfstandig ondernemers het onroerend goed binnen het ondernemersvermogen gewaardeerd volgens de actuele WOZ-waarde.
•vanaf 2007 is de statistiek gebaseerd op integrale waarneming.
•de gepubliceerde cijfers betreffen voorlopige cijfers.