Inkomen

Met inkomen wordt in dit artikel bedoeld het eigenbijdrageplichtig inkomen dat door het CAK voor de leefeenheid wordt samengesteld uit het verzamelinkomen plus 8% van de grondslag sparen en beleggen (box 3) over zorgjaar t-2. Het CAK krijgt deze gegevens van de belastingdienst.
Het CAK hanteert per inkomensgroep grenzen waarvoor een maximale eigen bijdrage geldt. Deze inkomensgrenzen zijn verschillend voor AOW’ers en niet-AOW’ers en één- en meerpersoons huishoudens. Bij AOW’ers stijgt de maximale eigen bijdrage per inkomensgrens harder dan bij niet-AOW’ers. Dit heeft volgens het CAK 3 redenen:
- AOW’ers betalen minder inkomstenbelasting;
- AOW’ers betalen geen AOW-premie meer;
- AOW’ers hebben recht op andere heffingskortingen voor de inkomstenbelasting.
Het inkomen is voor AOW-gerechtigde huishoudens meestal ook lager. Daardoor wordt de maximale eigen bijdrage ook weer lager. Dit komt omdat de maximale eigen bijdrage afhankelijk is van het inkomen en het toetsvermogen.