AOW-opbouw
Met ingang van 2013 is de AOW-leeftijd ten minste 67 jaar, waarbij voor personen geboren in de periode 1946-1954 een overgangsregeling geldt. Personen uit 1946 en 1947 behouden hun rechten; voor het geboortecohort 1948-1954 verschuiven pensioen- en aanvangsleeftijd met een maand tot twee jaar.
Elk onverzekerd jaar leidt tot een korting van twee procent op de AOW-uitkering. De consequentie van een opbouw onder de 100 procent is dus een korting op de AOW-uitkering zodat eventueel een beroep op de Aanvullende Inkomensvoorziening Ouderen nodig is om op het bestaansminimum te komen.