Op meeste boerderijen geen bedrijfsopvolger
In 2016 waren er ruim 55 duizend landbouwbedrijven, waarvan ruim 25 duizend met een bedrijfshoofd van 55 jaar of ouder. Van deze bedrijven hebben ruim 10 duizend een bedrijfsopvolger, ruim 15 duizend bedrijven hebben geen opvolger.
Bedrijfsopvolger | Geen bedrijfsopvolger | |
---|---|---|
2000 | 13828 | 29693 |
2004 | 11341 | 26718 |
2008 | 9325 | 22734 |
2012 | 10596 | 20626 |
2016* | 10095 | 15276 |
Groter bedrijf heeft vaker bedrijfsopvolger
Bedrijfsgrootte speelt een belangrijke rol bij de bedrijfsopvolging. Vooral op grote en middelgrote bedrijven is een opvolger beschikbaar. Van de grote bedrijven heeft 70 procent in 2016 een opvolger, van de middelgrote bedrijven is dit bijna 50 procent. Het percentage bedrijfsopvolgers voor grote en middelgrote bedrijven zat sinds 2004 in de lift, maar is van 2012 tot 2016 iets afgenomen. Het aandeel bedrijfsopvolgers nam in deze periode voor grote bedrijven iets af van 71 procent naar 70 procent, en voor middelgrote bedrijven van 56 procent naar 48 procent. Van de kleine bedrijven is het percentage bedrijfsopvolgers gedaald van 28 procent naar 27 procent.
Klein | Middel | Groot | |
---|---|---|---|
2000 | 24,1 | 53,3 | 55 |
2004 | 22,6 | 50,2 | 52,5 |
2008 | 20,9 | 53,7 | 65,1 |
2012 | 28,4 | 55,8 | 71,3 |
2016* | 27,3 | 47,8 | 70,3 |
De allerkleinste bedrijven met een standaardopbrengst van maximaal 25 duizend euro zijn in deze analyse buiten beschouwing gelaten. Deze zeer kleine boeren bezitten slechts 3 procent van het landbouwareaal en zijn verantwoordelijk voor minder dan 1 procent van de totale landbouwproductie.
Melkveebedrijf populairst voor overname
De animo voor bedrijfsovername is het grootst onder de melkveebedrijven. Op bijna twee derde van de melkveebedrijven met een bedrijfshoofd van 55 jaar of ouder is een bedrijfsopvolger. Ook voor geitenbedrijven is de belangstelling voor bedrijfsovername groot. Voor 53 procent van de geitenbedrijven staat een bedrijfsopvolger klaar. De minste interesse voor bedrijfsovername is er voor schapenbedrijven en pot- en perkplantenbedrijven (18 procent).
Bedrijfsopvolgers (%) | |
---|---|
Schapen | 18,2 |
Pot- en perkplanten | 18,5 |
Groenten onder glas | 19,3 |
Boomkwekerijen | 20,9 |
Snijbloemen | 21,2 |
Groenten open grond | 28,4 |
Paarden en pony's | 29,4 |
Fruit | 33,9 |
Bloembollen | 35,8 |
Varkens | 37,2 |
Akkerbouw | 37,9 |
Vleeskalveren | 43,8 |
Pluimvee | 45,9 |
Geiten | 53,4 |
Melkvee | 60,7 |
Meer kandidaten in het noorden dan in het zuiden
Ruim de helft van de landbouwbedrijven in Flevoland heeft een opvolger. Voor 72 procent van de melkveebedrijven en 55 procent van de akkerbouwbedrijven staat in deze provincie een overnamekandidaat klaar. Utrecht heeft het laagste percentage bedrijfsopvolgers in de akkerbouw (21 procent), voor melkvee is dit Zuid-Holland met 55 procent opvolgers. Landbouwbedrijven in de noordelijke provincies hebben vaker een bedrijfsopvolger dan bedrijven in de zuidelijke provincies.
Akkerbouw | Melkvee | |
---|---|---|
Zuid-Holland | 47 | 55,2 |
Gelderland | 27,1 | 55,7 |
Utrecht | 20,6 | 57,3 |
Noord-Holland | 44,1 | 58,1 |
Noord-Brabant | 30,7 | 60,7 |
Friesland | 39,2 | 62,8 |
Drenthe | 39,8 | 63,2 |
Groningen | 47,6 | 64,4 |
Overijssel | 27,8 | 64,5 |
Limburg | 29,7 | 64,7 |
Zeeland | 45,1 | 68,3 |
Flevoland | 55,3 | 72,2 |