Arbeidsmarkten noordelijke grensregio gescheiden
Het grensgebied van Nederland en Nedersaksen is aan beide zijden van de grens relatief dunbevolkt. Op eerste gezicht ziet de arbeidsmarkt er daar vergelijkbaar uit. De arbeidsdeelname bedroeg in 2015 in de Nederlandse grensregio met Nedersaksen 73 procent. Dit was gelijk aan die aan de Duitse kant van de grens. Wel waren aan de Nederlandse kant jongeren en vrouwen vaker actief op de arbeidsmarkt.
Structuurverschillen op de arbeidsmarkt
Wat arbeidsparticipatie betreft is er weinig verschil tussen de regio’s, maar de structuur van de arbeidsmarkt verschilt wel sterk. In de Nederlandse grensregio is de dienstensector bijvoorbeeld belangrijker, terwijl in Nedersaksen de productiesector van grotere betekenis is. Aan Nederlandse zijde hebben werkenden bovendien vaker tijdelijke contracten. In alle Nederlandse grensregio’s had vorig jaar meer dan 20 procent van de werknemers een tijdelijk contract. Aan de Nedersaksische kant was dit aandeel rond 10 procent. Daarnaast komt deeltijdwerk en werken als zelfstandige aan de Nederlandse kant aanzienlijk vaker voor.
Dat arbeidsmarkten sterk gescheiden zijn blijkt uit ook uit het feit dat grenspendel nauwelijks voorkomt. In 2014 werkten minder dan duizend in Nederland wonende werknemers in Nedersaksen, oftewel 0,3 procent. Omgekeerd waren er slechts 10 duizend werknemers (1,7 procent) uit Duitsland die in de Nederlandse grensregio met Nedersaksen werkten.
Eerder onderzoek
In eerder onderzoek naar de grensregio met Noordrijn-Westfalen werd ook al zichtbaar dat de grens tussen Nederland en Duitsland ook wat arbeidsmarkt betreft een duidelijke scheiding vormt. Er is meer binding met de nationale arbeidsmarkt dan met die vlak over de grens.