Bijdrage wederuitvoer aan bbp in 20 jaar verdubbeld
Bij wederuitvoer gaat het om goederen die door een Nederlandse ingezetene worden ingevoerd en in vrijwel onbewerkte staat weer worden uitgevoerd. De goederen zijn dus niet van Nederlandse makelij. Toch verdient Nederland hier geld aan: bijvoorbeeld aan het verhandelen, het (anders) verpakken, de opslag en het transport van deze goederen. Aan de totale wederuitvoer ter waarde van 230 miljard euro in 2015 hield Nederland een bedrag van 26 miljard euro over.
De toegevoegde waarde per euro wederuitvoer was dus 11 cent. Per euro wordt logischerwijs minder verdiend aan wederuitvoer dan aan de uitvoer van producten van eigen makelij. Aan de export van goederen van eigen makelij verdiende Nederland 57 cent per euro in 2015.
Bijdrage | |
---|---|
1995 | 1,96 |
1996 | 2,21 |
1997 | 2,49 |
1998 | 2,43 |
1999 | 2,56 |
2000 | 2,7 |
2001 | 2,61 |
2002 | 2,61 |
2003 | 2,59 |
2004 | 2,73 |
2005 | 2,91 |
2006 | 3,02 |
2007 | 3,14 |
2008 | 3,15 |
2009 | 2,93 |
2010 | 3,28 |
2011 | 3,44 |
2012 | 3,58 |
2013 | 3,68 |
2014 | 3,74 |
2015 | 3,81 |
Wederuitvoer sterker toegenomen dan export Nederlands product
De wederuitvoerstromen zijn in de afgelopen twintig jaar sterk toegenomen. In 2015 was de waarde van de wederuitvoer ruim vier keer zo groot als in 1995. De uitvoerwaarde van Nederlands product verdubbelde ten opzichte van 1995, en kwam in 2015 uit op bijna 200 miljard euro. Het aandeel van wederuitvoer in de Nederlandse goederenuitvoer is hiermee toegenomen van 36 procent in 1995 naar 54 procent in 2015.
Nederlandse producten | Wederuitvoer | |
---|---|---|
1995 | 96,4 | 53,6 |
1996 | 100,2 | 56 |
1997 | 108 | 66,9 |
1998 | 110,6 | 72,2 |
1999 | 115 | 79,6 |
2000 | 135 | 102,1 |
2001 | 135,8 | 104,1 |
2002 | 135,8 | 98,7 |
2003 | 133,7 | 103,3 |
2004 | 141,8 | 122,1 |
2005 | 153,4 | 136,6 |
2006 | 166,9 | 158 |
2007 | 176,2 | 172,1 |
2008 | 182,2 | 185,8 |
2009 | 149 | 155,2 |
2010 | 171,5 | 188,8 |
2011 | 193,6 | 205,1 |
2012 | 203 | 222,4 |
2013 | 204,2 | 223,2 |
2014 | 203,6 | 226,1 |
2015 | 197,7 | 229,7 |
Groothandel verdient het meest aan wederuitvoer
De bedrijfstak die veruit de meeste garen spint bij wederuitvoer is de groothandel. In deze bedrijfstak wordt met een bedrag van 13,5 miljard euro ruim de helft van de toegevoegde waarde van de wederuitvoer verdiend. Andere bedrijfstakken die geld verdienen aan wederuitvoer zijn bijvoorbeeld het vervoer over land (1,4 miljard), holdings en managementadviesbureaus (1 miljard) en opslag en dienstverlening voor vervoer (0,9 miljard). De bedrijfstak holdings en managementadviesbureaus doet zelf niet aan wederuitvoer, maar pikt indirect, als toeleverancier aan de groothandel, toch een flink graantje mee. Ten opzichte van 1995 is alleen de IT-dienstverlening nieuw in de top-10 van bedrijfstakken met de hoogste verdiensten aan wederuitvoer.
Bij wederuitvoer gaat het vooral om machines en vervoersmaterieel, chemische producten en gefabriceerde goederen naar landen binnen de Europese Unie. Het meeste verdient Nederland aan de wederuitvoer naar Duitsland (6,5 miljard), het Verenigd Koninkrijk (2,8 miljard), België (2,6 miljard) en Frankrijk (2,5 miljard). Het eerste land buiten de EU is de Verenigde Staten op plek tien, aan de wederuitvoer naar dat land verdient Nederland 600 miljoen euro.
Toegevoegde waarde | |
---|---|
Groothandel en handelsbemiddeling | 13,5 |
Vervoer over land | 1,4 |
Holdings en managementadvies | 1 |
Opslag, dienstverlening voor vervoer | 0,9 |
Autohandel en -reparatie | 0,8 |
Uitzendbureaus en arbeidsbemiddeling | 0,7 |
Detailhandel | 0,5 |
IT-dienstverlening | 0,5 |
Bankwezen | 0,4 |
Juridische diensten en administratie | 0,4 |
Bronnen
- Tabel - Export, waarde, toegevoegde waarde, % bbp
- StatLine - Bbp, productie en bestedingen; kwartalen, waarden, nationale rekeningen